Dat Nederlanders zich in entertainmentprogramma's graag voor gek laten zetten is niets nieuws. Emotioneel exhibitionisme maakt nu ook z’n entree in de journalistiek
Nederlanders delen hun hebben en houden graag met de rest van het land. Dit emotionele exhibitionisme nam serieuze vormen aan met Big Brother. Of eigenlijk: met de tweede serie van Big Brother, toen kandidaten wisten waar ze aan begonnen. Recenter voorbeeld is ‘Dit is mijn lijf’, waar een corpulente dame met te grote schaamlippen die niet naar de huisarts durft, wijdbeens voor de camera gaat zitten.
Kortgeleden deed het programma ‘Echt Scheiden’ nog een hoop stof opwaaien. In de eerste aflevering vertelde papa zijn kinderen van twee en vier dat hij niet meer van mama houdt en bij zijn vriendin gaat slapen. “Je moet dit kinderen niet willen aandoen”, zei CDA-Kamerlid Hanke Bruins Slot. “Hebben die ouders weleens aan het belang van hun kinderen gedacht?”
Emotioneel exhibitionisme in entertainmentprogramma’s hebben we aanvaard. Het ‘dit moet je niet willen’-gevoel beperkt zich echter niet meer tot de natuurlijke habitat van reality-entertainment, maar heeft z’n entree gemaakt in de journalistiek. Ik hoorde een juf in Het Journaal vertellen dat ze moeite had met orde houden. Vroeger zat ze als haar leerlingen binnenkwamen weggedoken achter haar computerscherm, nu wacht ze hen bij de deur op. In diezelfde week hoorde ik bij Pauw & Witteman twee moeders van door Robert M. misbruikte kinderen hoe M. met hun kinderen omging. “Mijn zoontje zei: ‘Ik mocht als enige altijd op z’n schoot zitten. Ik vond hem altijd heel erg lief.’ Daarna begon hij heel hard te huilen en heeft hij ’s nachts in z’n bed geplast.”
Waarom willen mensen dat op televisie vertellen? De twee moeders om duidelijk te maken dat M. een perverse man is? Dat weten we toch allemaal. Om het proces te beïnvloeden? De rechters kennen de verhalen beter dan wie dan ook. Los van de vraag waarom, je moet het als ouder toch vooral niet willen. Over een paar jaar zegt een klasgenootje: “Mijn moeder zegt dat jouw moeder op tv heeft verteld dat jij bent misbruikt.” Dat je als BN’er of deskundige bij Pauw & Witteman een loopje met je laat nemen met je emotie, ach, daar kies je voor. Maar als juf of ‘moeder van’ valt er niets te winnen.
Hoe opmerkelijk dergelijke optredens ook moge zijn, het past in de tijdgeest. Mensen delen alles op sociale media. Als ik naar mijn eigen Facebook-vrienden kijk, weet ik wie van hen een alcoholprobleem heeft, wie bepaalde pillen slikt en wie financieel aan de grond zit. Maar ook media veranderen. Media in het algemeen en serieuze media in het bijzonder. Een van de duidelijkste voorbeelden is NRC, dat steeds vaker de grenzen van het toelaatbare opzoekt. Onder andere met het ski-ongeluk van prins Friso.
Het is overigens niet zo dat televisie en gevoelige onderwerpen per definitie niet samen gaan. Er zijn programma’s die daar heel discreet mee omgaan, zoals ‘De Vijfde Dag’ van de EO. Mensen die aan dergelijke programma’s meewerken, geven aan het te doen om anderen troost te bieden en omdat het onderdeel is van hun verwerkingsproces. Mocht het nodig zijn kun je als betrokkene invloed uitoefenen op de eindmontage. Bij Het Journaal of Pauw & Witteman is dat onmogelijk.
Natuurlijk is het in principe de verantwoordelijkheid van de geïnterviewde zelf om ergens wel of niet aan mee te werken. Zeker als het gaat om entertainmentprogramma’s. Bij journalistieke programma’s kun je je afvragen of dat anders ligt. Waar ligt de ethische grens tussen het belang van de samenleving (middels journalistieke verslaggeving) en het belang van het individu? Bij Pauw & Witteman kreeg ik een sterk ‘dit moet je niet willen’-gevoel. Het kwam op mij over als journalistiek scoren over de rug van geëmotioneerde ouders en vooral hun kwetsbare kinderen. En zo’n programma heeft geen winnaars.