Dat de formatie van Rutte III zo lang duurde kwam vooral door D66, moeten we helaas constateren
‘Als je begint met een regeerakkoord dat tot achter de komma is uitgewerkt, dan verzwak je de democratie,’ zegt D66-lijsttrekker Sigrid Kaag in het AD. Dat is waar. Regeerakkoorden leggen de coalitiepartners voor vier jaar vast. Omdat die partijen in de regel de meerderheid hebben, zijn veel Kamerdebatten niet meer dan toneelstukjes. Het regeerakkoord is immers heilig, nooit zullen de regeringsfracties ervan afwijken.
‘We moeten terug naar een regeerakkoord op hoofdlijnen,’ vindt Kaag daarom. ‘Zo houd je ruimte om politiek te bedrijven, om met nieuwe ideeën te komen.’ Ook waar. Als coalitiepartijen niet gebonden zijn aan afspraken, zullen ze veel vrijer discussiëren. Lang niet alle besluiten staan dan bij voorbaat vast. Nieuwe gedachten krijgen een kans. Politiek wordt weer spannend. Gedetailleerde regeerakkoorden (‘gestold wantrouwen’, noemde wijlen premier Ruud Lubbers ze ooit) verpesten alles.
De vraag is: waarom worden ze dan toch telkens weer gesloten? Waarom moeten kabinetsformaties altijd tot sint-juttemis duren? Waarom steeds zo ontzettend veel tijd besteden aan het opstellen van ‘notariële aktes’ (zoals Kaag ze betitelt) waarin alles tot ver achter de komma is geregeld?
Tja. De langste kabinetsformatie ooit was de laatste, die leidde tot het huidige kabinet. Maar liefst 225 dagen deden VVD, CDA, D66 en ChristenUnie erover om het helemaal eens te worden. En dat die formatie zo lang duurde kwam vooral door D66, moeten we helaas constateren.
De drie grootste onderhandelingspartners wilden eerst een deal sluiten met GroenLinks. Pas toen dat mislukte kwam de ChristenUnie in beeld. Het nam eindeloos veel tijd in beslag voordat D66 die orthodox-christelijke partij aanvaardde als potentiële coalitiegenoot. Pas na een etentje tussen toenmalig partijleider Alexander Pechtold en ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers gingen de Democraten overstag. En daarna kostte het nog máánden voor alle puntjes op alle i’s stonden en er op alle slakken zout was gelegd.
Ik zeg dit niet om te jij-bakken. Er hebben heel wat kabinetsformaties plaatsgevonden waarbij D66 helemaal niet betrokken was. Die duurden ook lang, érg lang soms. Blijkbaar is het ontzettend moeilijk om een regeerakkoord op hoofdlijnen te sluiten. De voorbije decennia is dat dan ook nooit gebeurd.
Eén keer sinds de Tweede Wereldoorlog is er een kabinet geweest dat niet op een Kamermeerderheid kon rekenen. Dat was Rutte I, dat bestond uit VVD en CDA (samen 52 zetels), gedoogd door de PVV (met 24 zetels). Niemand kan beweren dat het tot stand komen van dit kabinet snel gepiept was (de formatie duurde 127 dagen). Bovendien regeerde het minderheidskabinet niet alleen op basis van een (tamelijk gedetailleerd) regeerakkoord, er was ook nog een gedoogakkoord nodig, waarin weinig aan het toeval werd overgelaten.
Sommige formaties gaan een stuk sneller, zoals die van Rutte II. Het duurde slechts 54 dagen voor VVD en PvdA op één lijn zaten. Maar was het ook een goed regeerakkoord? Die vraag laten we graag door Sigrid Kaag beantwoorden. Het was in ieder geval een nogal lijvig stuk (82 pagina’s). En het bevatte bepaald meer dan alleen de hoofdlijnen.
Dat de formatie van Rutte II in 2012 vlotter verliep dan die van Rutte III in 2017 kwam volgens mij vooral doordat er maar twee partijen bij betrokken waren. Dat is – tenzij de opiniepeilers er wel heel erg naast zitten – bij de komende formatie uitgesloten. Vermoedelijk zijn er opnieuw vier partijen nodig om aan een Kamermeerderheid te komen, en we kunnen nog blij zijn als het daarbij blijft. Dan wordt het opstellen van een regeerakkoord op hoofdlijnen wel erg lastig. Want elke potentiële coalitiepartij vindt haar eigen hoofdlijnen veruit de beste. Kaag toch ook, mag ik aannemen?