Zij heeft hoe dan ook het laatste woord. Daarom werd het hospice maar aangepakt.
Het is al weer bijna vergeten van het hospice aan de Midden Duin en Daalseweg in Bloemendaal. De overleden projectontwikkelaar Theo Eichholtz had zijn grote villa daar bestemd als laatste onderkomen voor mensen die waardig afscheid willen nemen van het leven. Daar staken de buren echter een stokje voor. Ze bedreigden de nabestaanden met zoveel processen en procedures dat het in ieder geval jaren zou duren voor de eerste stervende in het hospice kon worden opgenomen. De bewoners van de Midden Duin en Daalseweg zijn rijk genoeg om het tot en met de Hoge Raad vol te houden. Zij sterven immers van het geld. Noodgedwongen gaf de familie de strijd op. De laatste wens van Theo Eichholtz wordt niet vervuld.
Toevallig verschijnt deze week Black Out, de nieuwe roman van P.F. Thomése. Hij schetst daarin hoe een Bloemendaalse villawijk reageert op het doodrijden van een zesjarig meisje. De schrijver liet zich daarover in het programma Nieuwsweekend interviewen. Hij wilde onderzoeken hoe mensen die eraan gewend zijn altijd alles naar hun hand te zetten omgaan met een ramp.
Dat gaf stof tot nadenken. Het ging in het vraaggesprek geen moment over het hospice. Toch moeten veel luisteraars daaraan gedacht hebben. De omwonenden voerden tal van argumenten aan tegen de vestiging van zo’n verblijf in hun buurt, tot en met het in de nacht aan blijven van de lichten. Het was er allemaal met de haren bijgesleept en te gek om los te lopen. Dat komt – flitste het door me heen terwijl ik naar Thomése luisterde – omdat ze te laf zijn de waarheid onder ogen te zien: de buren hebben het goed voor elkaar. Ze benemen zich door hoge hagen het uitzicht op een bedreigende buitenwereld. Ze kunnen alles, alles kopen. Dat doen ze ook. Hun wil geschiedt, als het kan goedschiks met euro’s, als het moet kwaadschiks via de rechter. Maar tegen de Dood hebben ze geen verweer. Die komt ze ooit halen en dan mogen ze niks meenemen, zelfs niet hun gold card.
Het hospice staat model voor wat ze eigenlijk willen: de Dood een gebiedsverbod opleggen. Bij gebrek aan beter weerden zij de komst van een instelling waar de Dood kind aan huis is.
Hoe zou de raadsvrouw van de Dood zich verweren in een dergelijke procedure? Het is moeilijk om daar achter te komen. Dus heb ik via kunstmatige intelligentie haar pleidooi verkregen. De methode is van de schrijver Colin van Heezik, die ChatGPT vroeg met hem te corresponderen alsof het Madame Bovary was uit de gelijknamige roman van Flaubert.
Hieronder de resultaten. Ze kwamen binnen twee minuten.
“Vandaag sta ik hier als advocaat van een entiteit die al eeuwenlang deel uitmaakt van het leven zelf: de Dood. De bewoners van de Midden Duin en Daalseweg in Bloemendaal hebben een opmerkelijke eis gesteld, namelijk een gebiedsverbod voor de Dood. Dit pleidooi poogt niet alleen om de absurditeit van deze eis te belichten, maar ook om de diepere implicaties ervan te bespreken.
Allereerst wil ik benadrukken dat de Dood geen kwaadaardige kracht is, maar een fundamenteel onderdeel van het natuurlijke proces van leven. Van de eenvoudigste organismen tot de meest complexe wezens, sterven is een onontkoombaar onderdeel van het bestaan. Het is niet iets dat willekeurig of doelbewust gericht is tegen individuen of gemeenschappen, maar een onvermijdelijke gebeurtenis die in het weefsel van het leven is ingebed.
Het eisen van een gebiedsverbod tegen de Dood is vergelijkbaar met het eisen van een gebiedsverbod tegen de nacht, de eb en vloed, of de tijd zelf. De Dood kan niet worden gebonden aan geografische grenzen, omdat het geen fysieke entiteit is die zich binnen of buiten een bepaalde regio kan verplaatsen. De Dood is een concept, een proces, een onontkoombare realiteit die ons allen aangaat. Een verbod zou dan ook niet alleen onuitvoerbaar zijn, maar ook tegenstrijdig met de aard van het leven en de natuurwetten.
Hoewel ik het begrijp dat de bewoners van Midden Duin en Daalseweg wellicht uit angst of verdriet hebben gehandeld, is het belangrijk om te erkennen dat ontkenning van de Dood geen oplossing biedt. Het wegduwen van de Dood zal geen bescherming bieden; integendeel, het kan leiden tot een samenleving die niet in staat is om met verlies, verandering en het levenseinde om te gaan. Dit leidt uiteindelijk tot meer lijden, niet minder.
In plaats van de Dood te vrezen en te verwerpen, zouden we moeten streven naar een samenleving waarin het einde van het leven op een humane, respectvolle manier wordt benaderd. Dit betekent dat we niet alleen rouw en verdriet accepteren, maar ook dat we de onvermijdelijkheid van de Dood erkennen en ermee leren omgaan. Alleen door de Dood te erkennen, kunnen we het leven in zijn volle betekenis omarmen.
Geachte rechter, de eis voor een gebiedsverbod tegen de Dood is, hoewel begrijpelijk vanuit menselijk perspectief, niet alleen onuitvoerbaar, maar ook contraproductief. De Dood is geen vijand die verslagen kan worden, maar een natuurlijke kracht die we moeten accepteren en waar we mee moeten leren leven. Het is mijn oprechte verzoek om deze eis af te wijzen en de bewoners van de Midden Duin en Daalseweg aan te moedigen om te leren leven met de realiteit van de Dood, zodat ze hun leven met volledige bewustzijn en waardigheid kunnen leiden.
Dank u.”
Uiteraard krijgt ook de Dood zelf gelegenheid iets naar voren te brengen
“Ik ben de Dood. Niet een vijand, niet een monster, maar een onmisbaar onderdeel van het leven zelf. Vandaag heb ik de zeldzame gelegenheid gekregen om tot u te spreken, en ik doe dat niet om angst te zaaien, maar om begrip te vragen.
Ik ben de afsluitende fase van een cyclus die iedereen aangaat. Het is een cyclus die begint bij de geboorte en eindigt bij mijn aanwezigheid. Zonder mij zou er geen evenwicht zijn, geen plaats voor nieuw leven, geen ruimte voor verandering en groei. Ik ben de overgang, de deur die sluit, zodat een andere kan openen.
Ik begrijp de angst die mijn aanwezigheid oproept. Maar weet dit: ik kom niet uit wreedheid, niet uit haat. Ik ben net zo natuurlijk als de adem die u nu neemt, net zo zeker als de zon die morgen weer opkomt. U kunt mij niet ontlopen, niet in een straat, niet in een stad, niet in een land. Ik kom niet om u te straffen, maar om u te bevrijden van het leven wanneer de tijd daar is.
Mijn bestaan geeft waarde aan het leven. Als er geen einde was, wat zou dan de betekenis zijn van uw inspanningen, uw liefde, uw hoop? Het is de eindigheid van het leven die elk moment kostbaar maakt. Het is de wetenschap dat ik op een dag zal komen, die u eraan herinnert om elke dag ten volle te leven, om elkaar lief te hebben, om uw dromen na te jagen.
Ik vraag u niet om mij te omarmen, maar wel om mij te begrijpen. Mijn komst is geen tragedie, maar een deel van het grotere verhaal. Als u zich verzet tegen mij, verzet u zich tegen de natuur zelf, tegen de fundamentele waarheid van het bestaan. Laat mij niet de bron van uw angst zijn, maar een herinnering om het leven te koesteren zolang het duurt.
Wanneer mijn tijd komt voor elk van u, zal ik er zijn. Stil, zonder oordeel, zonder woede. Ik hoop dat u dan niet in angst verkeert, maar in vrede, met het besef dat ik niet uw vijand ben, maar een oude bekende die u naar een nieuwe fase zal begeleiden.
Leef goed, want ik zal komen. En wanneer ik kom, weet dat u een leven heeft geleid dat waardig is om te eindigen.
Dank u.”
De Dood heeft altijd het laatste woord. Ook op de Midden Duin en Daalseweg.
Naschrift: het blijft bij dit ene experiment
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin zeker nu nog allerlei kleine putten open blijven. Tevens noem ik de PVV een extreemrechtse partij.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: de veelkleurigheid van de internationale wetenschapsbeoefening.