De BDS-beweging die campagne voert voor sancties tegen Israël is een spiegel voor de politiek – en daar wil het kabinet liever niet in kijken.
Op 26 mei debatteerde de Tweede Kamer met minister Koenders over de kwestie Israël-Palestina. De directe aanleiding voor het debat waren de richtlijnen voor correcte etikettering van producten uit Israëls nederzettingen, die de Europese Unie in november gepubliceerd heeft.
Dergelijke richtlijnen heeft de EU niet voor andere bezette gebieden, klaagde de rechtervleugel, volgens het mantra ‘Israël wordt wéér gediscrimineerd’. VVD-Kamerlid Han ten Broek vroeg retorisch:
"Waarom is het etiketteren van die fles wijn uit de Golanhoogten of een doos dadels uit de Westoever zoveel makkelijker dan het etiketteren van die trui uit Tibet of tomaten uit de Westelijke Sahara?"
Laten we wel wezen. Het gaat Ten Broeke niet om rechtsgelijkheid. Hij weet dat het consumentenrecht dat aan de richtlijnen ten grondslag ligt, al van toepassing is op producten uit Tibet en de Westelijke Sahara. De richtlijnen zijn niet meer dan een toelichting van reeds geldende wetgeving op producten uit bezet Palestijns gebied.
Wat Ten Broeke wil, is dat wij nooit maatregelen tegen Israël nemen – dat we nooit druk uitoefenen. Gemakshalve liet hij onvermeld dat de EU na de Russische bezetting van de Oekraïense Krim een veel zwaardere maatregel heeft opgelegd aan producten die daar vandaan komen: een volledig importverbod. Toen GroenLinks-Kamerlid Voortman daar fijntjes op wees en concludeerde dat Israël ten opzichte van Rusland positief gediscrimineerd wordt, stond Ten Broeke schaakmat.
Recht om actie te voeren tegen Israëls onderdrukking Partijen ter rechterzijde probeerden Israël in het debat op 26 mei ook als slachtoffer neer te zetten in de discussie over de internationale BDS-beweging, die campagne voert voor sancties, desinvesteringen en boycots tot Israël het internationaal recht naleeft. Minister Koenders herhaalde ter zake een standpunt, dat het kabinet al in november 2014 heeft geventileerd :
"Het kabinet is tegenstander van een boycot tegen Israël. Het kabinet ondersteunt niet de internationaal georganiseerde oproep tot Boycot Divestment and Sanctions (BDS). Tegelijkertijd is het onderschrijven van BDS niet illegaal en geldt vrijheid van meningsuiting."
Dat het kabinet zich zo categorisch tegen BDS afzet, is betreurenswaardig. In essentie is BDS een geweldloos maatschappelijk antwoord op Israëls gewelddadige bezetting en onderdrukking van de Palestijnen en het virulente racisme dat daarmee gepaard gaat.
BDS is tevens een symptoom van het falen van Westerse regeringen om het Israëlisch-Palestijnse conflict rechtvaardig op te lossen. BDS is dus ook een spiegel voor de politiek – en daar wil het kabinet liever niet in kijken.
Het is niet meer dan vanzelfsprekend dat het kabinet de vrijheid van meningsuiting bekrachtigt. Dat deed minister Koenders ook in antwoord op recente Kamervragen van GroenLinks:
"Uitlatingen of bijeenkomsten betreffende BDS worden beschermd door de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering, zoals onder meer vervat in de Nederlandse Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens."
Het is zaak dat Europa zich niet door dergelijke reacties op sleeptouw laat nemen. Gelukkig hebben ook de Ierse en Zweedse regeringen het recht op BDS-activisme bekrachtigd. Moge dat de collectieve Europese lijn worden.
Ex-premier Barak waarschuwt: Israël geïnfecteerd door ‘zaden van fascisme’ In plaats van zich te distantiëren van BDS, zou Europa eindelijk de confrontatie met de regering-Netanyahu moeten aangaan. Enkele dagen geleden trad de extremistische minister Lieberman met zijn Yisrael Beiteinu-partij tot Netanyahu’s regering toe.
Die stond al bekend als ‘Israëls meest rechtse regering ooit’. Door Lieberman aan zijn coalitie toe te voegen, heeft Netanyahu er nog een schepje bovenop gedaan, zodanig dat voormalig Israëlisch premier Barak waarschuwde dat Israël besmet is geraakt door ‘zaden van fascisme’.
Lieberman heeft niet zomaar een ministerspost gekregen – hij werd benoemd tot minister van Defensie. Dat is niet alleen politiek bezwaarlijk, maar ook gevaarlijk. Lieberman heeft in het verleden veel ernstige dreigementen geuit. Zo heeft hij gepleit voor de totale vernietiging van Gaza en voor het onthoofden van Palestijnse burgers in Israël die niet loyaal zijn. De moedige vaandeldragers van Breaking the Silence noemde Lieberman “mercenaries who sold their soul to Satan”.
Kunt u zich voorstellen dat onze minister van Defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert, met deze man gaat samenwerken bij het intensiveren van de militaire samenwerking tussen Nederland en Israël?
Kabinet, steun Frans vredesinitiatief op basis van internationaal recht Om verwarring te zaaien, lieten minister Lieberman en premier Netanyahu zich deze week positief uit over het Arabische Vredesinitiatief uit 2002. Veertien jaar heeft Israël dat historische initiatief genegeerd en verworpen, dat voorziet in vrede met Israël in ruil voor volledige terugtrekking uit bezet Palestijns gebied. Nu zou premier Netanyahu daar ineens over willen praten?
Waar het Netanyahu om te doen is, is het Franse vredesinitiatief torpederen. Netanyahu wil de Palestijnen in bilaterale onderhandelingen blijven kleineren en controleren. Het Frans initiatief voorziet juist in een internationalisering van het Israëlisch-Palestijnse vredesproces, op basis van principiële parameters die Europa omarmt: een twee-statenoplossing langs de grenzen van ’67, met Jeruzalem als gedeelde hoofdstad van Israël en Palestina. Netanyahu en zijn voltallige regering wijzen die uitgangspunten rigoureus af.
Deze vrijdag zijn in Parijs 28 landen bijeen om het Franse vredesinitiatief te bespreken. Aan die bijeenkomst neemt ook minister van Buitenlandse Zaken Koenders deel. Ik roep hem op zich dan sterk te maken voor wat alle EU-lidstaten gezamenlijk in januari hebben verklaard :
"The EU recalls that compliance with international humanitarian law and international human rights law by states and non-state actors, including accountability, is a cornerstone for peace and security in the region."
Dat moet ook gelden voor het Israëlisch-Palestijnse vredesproces. Onder Frans leiderschap doet zich nu een kans voor op een vredesinitiatief op basis van het internationaal recht. Nederland moet die kans met alle kracht grijpen en steunen – als hoeder van het internationaal recht en omdat het Franse initiatief de laatste kans zou kunnen zijn om de twee-statenoplossing te redden.