Het verminderen van de ongelijkheid is geen kwestie van individuele inspanning
De liberalisering en individualisering schiet steeds verder door in verschillende maatschappelijke sectoren en dat zien we terug in de politieke verdeeldheid. Intussen lijkt iedere groep zijn eigen partij te hebben; een partij voor witte Henk en Ingrid, of nog extremer een voor borealen, en een partij voor Turken of Marokkanen. Een partij voor christendemocraten, een voor echte christenen en een voor conservatieve christenmannen. Een partij voor niet-blanken, een partij voor ouderen, een voor sociaal-liberalen, voor conservatieve liberalen, voor pseudo-liberalen. Een partij voor het milieu, een voor dieren, en een voor boeren en boerinnen. En ga zo maar door.
Er is ook nog een partij voor de sociale democratie, maar de vraag is wat haar achterban nog bindt. Vroeger, toen de arbeider nog arbeider was, was het belang duidelijk, maar inmiddels lijkt het of niemand zich nog met de sociaal democratie kan identificeren. Ze kunnen wel zeggen dat ze voor verbinding is, maar dat lijkt niet meer te passen bij de huidige sterke liberale stroming in de samenleving, waarin het steeds meer draait om het individuele belang. Daar wringt de schoen het meest. In ons ontpolderd landje heeft de politiek inmiddels meer het karakter van een public relations-bureau dan van een vertegenwoordiging van het algemeen belang.
Zelfs in coronatijd, waar we toch gezamenlijk zouden moeten optrekken om de virusvijand te bestrijden was er sprake van versnippering. GGD’s en RIVM moesten spitsroeden lopen om weerwoord te bieden aan diverse groepen die zichzelf maar al te graag in de etalage wilden zetten, waaronder hoogleraren die zich blijkbaar moeten profileren. Niks samen problemen oplossen, maar eerder elkaar de loef afsteken. Grote, mondiale problemen zoals de CO2-uitstoot, de opwarming van de aarde, de overstromingen, grote branden, vluchtelingen, maar ook nationale problemen zoals de sociale woningnood, verschraling van het onderwijs, tekort aan arbeidskrachten, toenemende vergrijzing, vragen om een tegenbeweging van een krachtige overheidsregie als antwoord op de liberale stroming die het belang van de happy few voorop stelt.
Gedeelde belangen vereisen veel meer gezamenlijke gerichtheid op zorg en gezondheid voor iedereen, in plaats van het bevoordelen van de gefortuneerden door bijvoorbeeld de zorgverzekeraars of de werkgevers. Het verminderen van de ongelijkheid is geen kwestie van individuele inspanning, zoals de liberalen ons willen doen geloven, maar van maatregelen die de gelijkheid bevorderen. Gedeelde belangen betekent dat we ons realiseren dat goed funderend onderwijs voor iedereen cruciaal is; dat een gezamenlijke verzekering voor de kosten van de zorg ons allemaal een veilig gevoel geeft; dat een collectief pensioenstelsel ons in staat stelt de onzekerheden van ieders toekomst gezamenlijk aan te gaan. Dat een passende woning voor iedereen een grondrecht en basis is voor een gezond leven.
Er is een partij nodig die de gemeenschappelijke waarden en gedeelde belangen weer centraal stelt! Ook in de landbouw moeten collectieve oplossingen worden gevonden voor het stikstofprobleem, de voedselveiligheid en gezonde voeding, waarbij de lasten van maatregelen niet steeds op individuele boeren worden afgewenteld.
De conclusie is dat Nederland politiek niet verder moet versnipperen, maar dat het juist nodig is om een beweging naar voren te schuiven die zich inzet voor gedeelde belangen en daarbij de regie pakt. Een gebundelde sociaaldemocratische beweging zou die functie moeten vervullen, door zich te profileren als partij die staat voor gedeelde belangen en het werken aan een sterk fundament van samenwerken aan samenleven.