Gebaren, houdingen en uitspraken, hoe klein of (on)opvallend, kunnen weer worden erkend. En emoties worden weer geuit door mensen van vlees en bloed
In 2016 opende in De Fundatie in Zwolle de expositie ‘Embroidery’ van Rob Scholte. De kunstenaar kocht destijds voor een paar euro per stuk zo’n 932 borduurwerken op rommelmarkten. Vervolgens draaide hij deze om, voorzag ze van nieuwe lijstjes, signeerde ze en verkocht ze aan de liefhebbers voor 2100 euro per stuk.
Scholte toonde hiermee niet de voorkant van de borduursels, maar juist de ruwe achterkant, waardoor je als toeschouwer een geheel ander beeld kreeg van de afbeelding op het borduurwerk aan de voorkant. Hij was geïnspireerd geraakt door een uitspraak van kunstenaar Joseph Beuys. Scholte citeerde hem destijds in De Volkskrant: ‘Een schilderij houdt niet op bij de randen. Door iets om te draaien, krijg je een nieuwe kijk op je werk. Voor mij staat de achterkant voor het onvermoede…’
Helaas waren de afgelopen maanden voor iedereen net zo onvermoed. De maatschappij werd ongewild gereset en opgeroepen om de persoonlijke virusscanner zo zorgvuldig mogelijk te activeren. We leefden van update naar update, die in termijnen in ons systeem werden geïnstalleerd door middel van de veelbekeken persconferenties. Na de laatste persconferentie was er gelukkig wederom sprake van een versoepeling. Zo mogen onder andere horecagelegenheden en theaters weer meer mensen toelaten, kunnen sportclubs en sauna’s onder bepaalde veiligheidsvoorwaarden de deuren openen én zullen alle scholen na de zomervakantie weer volledig mogen overgaan op het aanbieden van fysiek onderwijs.
Dat is een vooruitzicht, waar het merendeel van het onderwijzend personeel en de leerlingen erg naar uitkijkt. Het online lesgeven verliep de afgelopen maanden over het algemeen succesvol. Echter, het leren en werken in de digitale leeromgeving lijkt langzaam een verzadigingspunt te bereiken. De dynamiek van de lessen, de bedrijvigheid in de school, de sociale contacten die zonder tussenkomst van een scherm worden gelegd, kortom, het voorheen zo vanzelfsprekende alledaagse wordt inmiddels op grote schaal gemist.
Het komt voor de leerlingen de laatste weken dan ook nóg meer aan op het etaleren van doorzettingsvermogen om dit hectische schooljaar naar behoren af te sluiten. De wetenschap dat het nieuwe schooljaar er hopelijk weer eentje zal gaan worden waar vanaf het begin de ontmoeting weer centraal staat, zal in veel huishoudens hebben gezorgd voor een juichstemming.
Ondertussen is iedereen het er dan ook over eens: het verzorgen van afstandsonderwijs is een prima alternatief in tijden van crisis en kan daarnaast naar wens worden ingezet om de lessen op school kracht bij te zetten. Het hoort echter een handig middel te blijven en geen doel op zich. Wat telt is het vernieuwde normaal, dat dus na de zomervakantie kan worden ingezet. De lesstof kan weer worden overgebracht en worden verwerkt in een setting waarbij we iedereen weer in de ogen kunnen aankijken. Er kan weer worden bijgestuurd en geholpen, waar nodig. Elk lesuur zal de directe interactie weer worden opgepakt. Gebaren, houdingen en uitspraken, hoe klein of (on)opvallend, kunnen weer worden erkend. En emoties worden weer geuit door mensen van vlees en bloed, in plaats van door een ludieke emoticon in een berichtje op het beeldscherm.
We kunnen ons dus langzaamaan gaan voorbereiden op een nieuw schooljaar. Een jaar waarbij de leerlingen en de leraren weer samenkomen in de onmisbare pedagogische en sociale dynamiek die kenmerkend is voor een schoolgebouw. Het verzorgen van onderwijs zal zijn glans herpakken, doordat we de leerlingen weer in de klas kunnen zien, horen en begeleiden. Er wordt geleerd, gepraat, gepresteerd, gesomberd en gelachen. En tegelijkertijd kunnen de kleine non-verbale signalen zorgvuldig worden gescand. Niet elk getoond gedrag aan de voorkant is immers vanzelfsprekend vrij van een ‘ruwe achtergrond’. Naast het lesgeven is het dan ook een taak van de leerkrachten om te allen tijde voorbereid te zijn op het potentiële onvermoede.