Hoe helpen we werkgevers en overheid van hun flexverslaving af?
Maar weinig mensen geven het openlijk toe als ze er last van hebben. Seksverslaving. Het excessief kijken van porno en dwangmatig uitvoeren van bepaalde seksuele handelingen. Om van zo’n verslaving af te komen helpt alleen een helder protocol. Checklist invullen ‘heb ik het?’, deskundige begeleiding zoeken, en met behulp van positieve doelen de verslaving achter je laten.
Dat geldt voor seksverslaving. Maar hoe zit dat met de flex verslaving van werkgevers en overheid? Die kunnen ook maar niet ophouden met het dwangmatig degraderen van werk. In plaats van iets waarmee je respect, zelfwaardering en een stabiel bestaan kunt verwerven, verwordt werk hierdoor tot wegwerpproduct in de vorm van nulurenbaantjes, oproepwerk of tijdelijke contracten.
In geen ander enkel land is dit zo extreem. In 2019 had een kwart (2,5 miljoen van de 9,5 miljoen) van de werkenden in Nederland onzekere inkomsten als flexwerkers of zelfstandige (zzp’er). De overheid heeft dit volop gestimuleerd, via wetgeving. Ze heeft er ook volop van geprofiteerd. En doet dat nog.
Want als de GGD plotseling duizenden callcenter medewerkers nodig heeft voor bron- en contactonderzoek vanwege corona, dan is het te begrijpen dat ze die mensen op een tijdelijk contract aanneemt. Typisch geval van piek en ziek. Niet logisch is echter dat deze tijdelijke krachten worden aangenomen op een contract waarmee ze geen pensioen opbouwen en nog geen tientje per uur verdienen – amper het laagste minimumloon.
Als het maar even kan, alle risico’s afwentelen op de zwakkere partij. De gedetacheerde, de zelfstandige, de uitzend- of oproepkracht. Dan hoef je geen pensioenpremie of sociale lasten af te dragen en het bedrijf draagt geen risico van ziekte of gebrek aan werk. Dat is de kern van flexverslaving.
De voorbeelden zijn legio. Steeds meer werk, ook voor de grootste werkgever van Nederland, de overheid, wordt door flexwerkers gedaan. Bedrijven, waaronder hele grote zoals Albert Heijn en Jumbo, maar ook sectoren als de bouw, de land- en tuinbouw en de distributie, stellen alles in het werk om met afspraken en constructies belastingen maar ook sociale lasten te ontwijken en ontduiken. Zo onthouden ze ons hun bijdrage aan onze samenleving waar ze wel volop van profiteren. Om bij de vergelijking met de seksverslaafde te blijven: het slachtoffer wordt niet alleen seksueel misbruikt, het moet ook nog eens zelf alleen opdraaien voor de kosten van alle kinderen die uit de ongelijke verbintenis voortkomen.
Dit leidt tot een gapende loonkloof tussen vaste krachten en mensen met onzeker werk. Daarmee doen werkgevers niet alleen de mensen met onzeker werk tekort. Die krijgen gemiddeld één derde minder dan hun collega met een vast contract. Elk jaar gaat het om een bedrag van 35 miljard euro dat deze werknemers en zelfstandigen door de neus geboord wordt. Maar ook de samenleving verliest. Want als het werk op een normale manier betaald zou worden, dus inclusief lasten en premies, levert dat de schatkist jaarlijks 10 miljard euro extra op. Tel uit je winst.
Kenmerk van een verslaving is dat je er alleen vanaf komt als je ten eerste je situatie eerlijk onder ogen ziet. In een rapport over de arbeidsmarkt, van precies een jaar geleden, waarschuwt ex-topambtenaar en lid van de Raad van State Hans Borstlap voor een ‘tweedeling tussen goed beschermde en goed toegeruste werkenden en slecht beschermde en slecht toegeruste werkenden.’ Veel flexwerk is ook slecht voor onze productiviteit, ook al omdat werkgevers niet hoeven te investeren in de scholing en ontwikkeling van flexwerkers. Ook in Den Haag en onder werkgevers geeft men schoorvoetend toe dat hier iets aan moet gebeuren. Dat biedt perspectief op een eerste stap: erkenning van het probleem.
Maar om echt van een verslaving af te komen is een harde aanpak nodig. Ik solliciteer met de FNV graag naar de rol van flextherapeut om onze samenleving voor werkenden een stuk zekerder maken. Flex is immers gevolg van jaren bewust beleid in de politiek. En bewust beleid kan dit ook weer terugdraaien. Daarom wil ik met de FNV de komende vier jaar de boer op met een één-miljoen-vaste-banen-plan.
Dat kan op drie manieren:
Door nieuwe banen zoveel mogelijk aan te bieden als vast werk. De overheid moet hierbij om te beginnen het goede voorbeeld geven.
Door bestaande onzekere contracten om te zetten in vast werk. Bij cao’s zetten we als FNV hierop ook volop in. Flex moet gereserveerd blijven voor piek en ziek en daarom juist meer kosten.
En tenslotte moeten we door wetgeving de werkenden met onzeker werk meer bescherming geven. Dus voor alle werkenden dezelfde wettelijke zekerheid bij ontslag, werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid en pensioenbescherming.
Een apart hoofdstuk is hierbij zzp. Zelfstandige professionals worden nu vaak tegen elkaar uitgespeeld door grote concerns of opdrachtgevers. Denk aan freelance journalisten tegenover grote uitgeverijen, fysiotherapeuten tegenover zorgverzekeraars, en tolken tegenover hun grootste opdrachtgever, de overheid. Zij zouden veel meer mogelijkheden moeten krijgen om te onderhandelen over collectieve afspraken over behoorlijke tarieven. Tegelijkertijd moet de belastingdienst bedrijven streng gaan controleren op schijnzelfstandigheid. Wie dag in dag uit structureel het werk doet van een werknemer en moet doen wat de baas zegt, is over het algemeen geen zzp’er. Ook accountants moeten hier scherper op zijn.
Afkicken van een ernstige verslaving is een kwestie van maanden, zo niet jaren. Als wij serieus werk willen maken van één miljoen vaste banen erbij, dan moeten we als FNV de komende jaren vasthoudend zijn en flink druk op de ketel houden met een slimme strategie. Op de werkvloer en in sectoren om onzeker werk om te zetten in vaste contracten. Maar zeker ook in Den Haag, om met wettelijke bescherming zeker werk voor alle werkenden te realiseren. Samen krijgen we dat voor elkaar.