De bazen van de banken, Schiphol, KLM, Shell, Tata en andere grote bedrijven, plus de LTO en andere agrarische clubs, kunnen onder alle omstandigheden direct met Rutte en andere bewindslieden bellen
We hebben het weer over lobbyen. De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen om bewindspersonen die overstappen naar het bedrijfsleven aan een afkoelperiode van twee jaar te onderwerpen. Een onafhankelijke toetsingscommissie moet beoordelen of hun voorgenomen overstap aan de regels voldoet. Deels om de Europese anticorruptiewaakhond Greco tegemoet te komen, die al jaren aandringt op verscherping van de regels voor de ‘draaideur’ die politici gebruiken om in het Haagse circuit van functie te veranderen. Anderzijds omdat Helma Lodders sinds 8 mei dit jaar voorzitter is van de lobbyclub Vee&Logistiek Nederland, ruim twee maanden na haar afscheid van de Tweede Kamer en Cora van Nieuwenhuizen per 1 oktober voorzitter van de energielobby wordt. Hun partij, de VVD, stemde uiteraard tegen de motie, net als het CDA. Onder andere Bot, Benschop, Verhagen, Eurlings, De Vries, Balkenende, Bruins, Snel en Van Rijn gingen de dames al voor, waardoor we hopen dat te hunner tijd D66 en PvdA de rug recht houden.
Natuurlijk lobbyt het bedrijfsleven – decennia geleden glashard ontkend door de merkwaardige sociaaldemocraat Anne Vondeling: ‘Denkt u echt dat het bedrijfsleven hier op het Binnenhof…?’ En waarom niet? Milieuactiegroepen en hartpatiënten lobbyen toch ook?
Dat laatste toont al direct waarom een georganiseerde lobby van grote spelers niet strookt met de principes van een democratische rechtsstaat. Ongelijke kansen, namelijk. De bazen van de banken, Schiphol, KLM, Shell, Tata en andere grote bedrijven, plus de LTO en andere agrarische clubs, kunnen onder alle omstandigheden direct met Rutte en andere bewindslieden bellen en zien elkaar geregeld in allerlei informele gremia. Wat onder andere de aantrekkelijkheid van studentencorpora en golfbanen verklaart. Waarom zou er anders een old boys (m/v) netwerk bestaan?
Deze grote spelers oogsten direct succes, net als bijvoorbeeld Bernhard jr., maar de ‘lobbyisten’ tegen Lelystad International Airport of massale bomenkap, dan wel voor de sectoren onderwijs, cultuur en zorg hebben het nakijken. Veel grote spelers – die kapitalen aan lobbyen te besteden hebben en uiteraard beschikken over wagonladingen aan experts – schrijven bovendien soms mee aan de wetten die hun zelf aangaan.
Bij lobbyen gaat het niet alleen om voormalige ministers en staatssecretarissen, maar ook om departementsambtenaren die naar het bedrijfsleven overstappen. Naar de industrie, naar IT-bedrijven en adviesbureaus. Het kan ook in de omgekeerde richting, ambtenaren en bestuurders die gerekruteerd worden uit het bedrijfsleven.
Een paar voorbeelden van geslaagde lobby’s bij de overheid. De regering negeerde bewust het advies van haar eigen Voedingscentrum om minder vlees te eten op te nemen in een overheidscampagne om burgers klimaatbewustzijn bij te brengen. ‘Te controversieel’ volgens Wiebes en Schouten. Voor de boeren.
Met een uitgekiende lobby beïnvloedde Shell het Nederlandse standpunt over Nord Stream 2. De Tweede Kamer wilde dat Brussel de oplevering en exploitatie van de controversiële gaspijpleiding zou gaan controleren. In plaats daarvan volgde het kabinet stilletjes de agenda van Shell, dat de controle juist zoveel mogelijk in handen wilde houden van zijn Russische zakenpartner Gazprom.
We blijven nog even in Brussel. Follow the Money heeft de afgelopen tijd met een beroep op de Wob veel boven water gehaald.
Minister Van Nieuwenhuizen had vorig jaar aan de Kamer geschreven dat vanwege Europees consumentenrecht een luchtvaartmaatschappij in geval van vluchtannulering verplicht bleef om een alternatieve vlucht aan te bieden aan passagiers, of hen het ticketgeld terug te betalen. Maar later bleek zij op een videoconferentie de Eurocommissaris te hebben verzocht om tijdelijk het desbetreffende consumentenrecht buitenspel te zetten, zodat luchtvaartmaatschappijen hun passagiers met een voucher zouden kunnen afschepen. Dat vernam de Kamer pas twee weken later.
Dan was er het duwtje in de rug dat minister Henk Kamp van Economische Zaken in 2016 onopgemerkt gaf aan het omstreden taxiplatform Uber. Bijgestaan door voormalig Eurocommissaris Neelie Kroes, die direct daarop een betaalde adviesfunctie bij het taxibedrijf zou verwerven.
Jarenlang lobbyden de ambtenaren van minister Schouten in de Brusselse achterkamertjes om het pesticideproducenten en -gebruikers niet te moeilijk te maken. Het ministerie van Defensie en kennisorganisatie TNO verstrengelden hun belangen inzake nieuwe Europese subsidiepotten voor de wapenindustrie.
Mark Rutte was onderdeel van de lobby om het Europese voorzorgsbeginsel te ondermijnen, zodat de tabaks- en chemiebedrijven niet te streng zouden worden gereguleerd, lang voordat de Kamer ook maar iets daarover te horen had gekregen.
De betrokken bedrijfssectoren wisten intussen wel van meet af aan wat er achter de schermen speelde, door de Nederlandse ambtenaren nauwkeurig op de hoogte gehouden.
Neoliberale partijen hebben natuurlijk niets tegen lobbyen, ze zetten zelfs de overgestapte partijgenoten – Brinkman, Hermans, Rinnooy Kan – na een tijdje graag in de Eerste Kamer. Die wordt ook wel de Lobby-kamer genoemd.
Als het proces zelf maar onzichtbaar blijft. Wat dat betreft had Vondeling gelijk.
Tom-Jan Meeus, die in 2015 de naar deze PvdA-politicus genoemde prijs won, was een stuk minder naïef. Hij noemde het Binnenhof bij die gelegenheid ‘een wereld van professionals die moeiteloos van functie wisselen – dan politicus, dan adviseur, dan lobbyist – met als voornaamste constante dat hun inkomen stijgt.’
Een lobbycratie is geen democratie. Een Rutte IV zal daaraan niets veranderen.