Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Een kabinet dat niets om mensen geeft kan beter vertrekken

  •  
25-08-2022
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
3723 keer bekeken
  •  
markrutte

De kabinetten Rutte beschermen, troosten en inspireren al jaren niet en nu ook op de grote schaal ‘brood en spelen’ worden bedreigd en tijdens die armoedeval bedrijven enorme winsten maken, is het wachten tot de bom barst.

Soms schrijf ik stukken waar niemand iets aan heeft. Ze informeren of inspireren misschien een beetje of ze vatten wat dingen samen, maar ze ontberen passie en zullen niets in beweging zetten. Dit is zo’n stuk. Ik kan beschrijven dat onder Rutte ruim 700 vluchtelingen al maanden buiten slapen en tenten en andere spullen om het wat geriefelijk te maken worden afgepakt. Ik kan ingaan op de trage afhandeling bij de toeslagenaffaire en de schade door de gasboringen in Groningen of benoemen dat angst, wantrouwen en misschien zelfs ordinair racisme de grondslag is voor het drama bij de belastingdienst, maar het zal allemaal niets veranderen. Dit kabinet zit, net als de vorige kabinetten Rutte, vrij stevig in het zadel. De coalitiepartijen dekken elkaar waardoor moties van wantrouwen nooit een meerderheid halen en ondertussen kan de afbraak van het Nederland van de gemiddelde Nederlander gewoon doorgaan. Dat laatste is misschien wel het meest tekenend in deze tijd. Volgens onze minister van Financiën kan de overheid niet heel veel doen aan de recessie en wordt iedereen armer. Behalve het bedrijfsleven en hun leiders, want zij zien hun winsten en lonen enorm stijgen. Het land kraakt op vele fronten en dat maakt de kloof extra goed zichtbaar. Bovendien toont de onverschilligheid waarmee de kabinetsleden reageren op het leed in het land aan dat ze niet geraakt worden door hun eigen beleid. Dat alles geeft een machteloos gevoel. Met opiniestukken of protesten zijn we een roepende in de woestijn. We horen elkaar en knikken instemmend, maar alles blijft zoals het is.

In eerdere stukken beschreef ik dat we als land aan de rand van de afgrond staan doordat de onderbuik reageert. Toen richtte ik me meer op de mensen die overal tegen zijn en niets opbouwends te zeggen hebben. Ze bouwen niet, maar slopen. Ze werken niet mee, maar tegen. Ik schreef over de grote groepen mensen die afkeuren wat ze niet fijn vinden en de meest gekke verhalen verzinnen om hun verhaal te onderbouwen.  Ze diskwalificeren anderen om hun eigen gelijk te halen en als het even kan hun zin door te drijven. In toenemende mate worden zo wetenschappers en journalisten voor leugenaars uitgemaakt, rechters van vooringenomenheid beticht en politici neergezet als lid van een kwaadaardige elite die samenspant om het volk te knechten. Soms zijn die verhalen zo extreem dat het beelden oproept van de heksenvervolging in de middeleeuwen. Door angst en het idee niet gehoord te worden slaat blijkbaar de fantasie op hol en worden alle instituten binnen de rechtsstaat die ons moeten informeren, inspireren of bijsturen vleugellam gemaakt. Dat is levensgevaarlijk omdat dit een land letterlijk stuurloos maakt. Een frictie tussen overheid en burgers is normaal, noodzakelijk zelfs, maar inmiddels is er een situatie ontstaan waarin amper nog samengewerkt en samengeleefd kan worden. Die status quo kan een lont in een kruitvat zijn.

En dit is dus zeker niet alleen de schuld van de burgers die piepen omdat ze even iets niet kunnen of mogen. Zij mogen dan ongenuanceerd voor hun eigen belang opkomen - bijvoorbeeld door liever bier te drinken dan rekening te houden met kwetsbare medeburgers of liever het klimaat te verzieken dan mee te werken aan oplossingen - maar de kabinetten Rutte hebben de burgers in de steek gelaten. Het aantal daklozen is de afgelopen tien jaar verdubbeld, de jeugdzorg en ggz hebben bizarre wachtlijsten, woningen zijn amper te krijgen, mensen werden en worden gemangeld en aan het lijntje gehouden in de toeslagenaffaire en bij de gasboringen in Groningen en nu de energieprijzen stijgen en de koopkracht extreem daalt biedt de overheid amper steun of troost. En ondanks dat Rutte zich ‘rot geschrokken is’ laat hij al maandenlang de eerder genoemde vluchtelingen buiten slapen. Onze premier mag dan trots zijn op dit land, maar de ravage is enorm en de inwoners raken steeds meer gefrustreerd. Artsen zonder Grenzen heeft nu zelfs een post geopend voor de vluchtelingen in Ter Apel. Als je dan nog trots bent op het land, ben je de schaamte voorbij.

Een groot gedeelte van de bende is het gevolg van beleidskeuzes in het afgelopen decennium. En die beleidskeuzes komen bijna zonder uitzondering voort uit het economisch, bedrijfskundig, technocratisch en weinig menselijk perspectief dat Rutte hanteert. We hebben al jaren een premier die het land als een bedrijf bestuurt. Dat blijkt niet alleen uit de taal die hij bezigt - hij noemt zichzelf vaak een chef die naar kantoor gaat - maar ook uit dat hij cijfers laat spreken, gelooft in het paaien van aandeelhouders en keer op keer pleit voor belastingverlaging voor het bedrijfsleven in de (ijdele) hoop dat ze hun extra winst investeren in innovatie, duurzaamheid en nieuw personeel. Hij investeert dan ook in ‘bedrijfstakken’ die hij rendabel acht en negeert domeinen die meer kosten dan ze opbrengen. In een bedrijf kan dit werken, maar in een samenleving bestaan die ‘onrendabele bedrijfstakken’ uit bijna de gehele sociale sector, met inbegrip van de eerder genoemde daklozen, kinderen en volwassenen met psychische ongemakken, ouderen en vluchtelingen.

Dit economische perspectief kan tijdelijk handig zijn om het bedrijfsleven een boost te geven en de staatskas te spekken, maar na verloop van tijd gaat het fundament van een samenleving scheuren doordat teveel mensen geen aandacht krijgen en door het ijs zakken. Inwoners van een land zijn immers geen klanten of personeel. En zeker niet zoals in een neoliberaal systeem naar klanten en personeel wordt gekeken. Daar is de klant immers een koning die zoveel mogelijk aangesmeerd moet worden en het personeel een noodzakelijk kwaad dat tegen zo laag mogelijke kosten van nut moet zijn. In de banden tussen verkoper en klant en tussen werkgever en werknemer gaat het niet om solidariteit of loyaliteit, maar om afspraken en transacties. Het gaat niet om de mens, maar om het product, niet om het welbevinden maar om de winst en uiteindelijk niet om de leefwereld maar om de kille cijfers van economische groei. Zo’n perspectief put de mens en de aarde uit. Alles wordt immers gereduceerd tot een middel om geld te verdienen en niets meer gezien als een doel op zich met een eigen waarde. Wat geen financiële waarde heeft, is waardeloos.

We zitten al met al met een overheid die de burgers niet beschermt, die niet stuurt, niet inspireert en amper geruststellende woorden spreekt. Mark Rutte is misschien een goede chef, maar geen liefhebbende vader. Als hij zich rot schrikt of buikpijn heeft van bijvoorbeeld schade door aardbevingen, buiten slapende vluchtelingen of slachtoffers van de toeslagenaffaire lijkt dat op troost, maar hij laat je daarna gewoon weer bungelen. Er is amper empathie en zelden een oprecht gevoel van urgentie. Zaken worden uitgelegd vanuit het systeem – bijvoorbeeld met woorden als ‘iedereen wordt armer’ of ‘we kunnen nu niets doen’ - en voor de leefwereld is nauwelijks aandacht. Deze tekortkomingen voeden alleen maar de onderbuik van de boze, bange en ontevreden burgers. Er is geen troost, geen sturing en voor sommigen daardoor ook geen hoop of perspectief. De overheid zorgt niet voor de burgers en dus worden die overheid en alle instituten die als haar handlanger worden gezien – zoals media, rechtspraak en wetenschap – gewantrouwd. Dat is een lont in het kruitvat. Zeker als mensen al jaren in hun portemonnee en vertier worden geraakt en nu zelfs energie en voedsel onbetaalbaar lijken te worden. Het gaat steeds meer om het verlies van brood en spelen en de Romeinen wisten al dat je een volk koest houdt door te zorgen voor eten en vermaak. Dit kabinet dreigt, vaak gedwongen door omstandigheden als het coronavirus of een oorlog, mensen keer op keer hun brood en spelen af te pakken en daarmee schiet ze zichzelf waarschijnlijk in de voet. Het water staat het volk aan de lippen, de overheid staat erbij en kijkt ernaar en ondertussen lijken de gestegen prijzen regelrecht als winst in de zakken van energiemaatschappijen en supermarktketens te verdwijnen. Dit alles zet de samenleving onder druk en het is en blijft wachten tot de bom barst. Letterlijk wachten, want er lijken niet veel mogelijkheden te zijn om het tij te keren. Tenzij er iets radicaals verandert. Als dit kabinet bijvoorbeeld vertrekt en er een zorgzaam kabinet met visie voor terugkomt of als de verantwoordelijkheid voor moeilijke dossiers via burgerraden bij de burgers wordt gelegd zodat ze in plaats van tegendenken verplicht moeten meedenken en actief betrokken worden bij besluitvorming. Zulke betrokkenheid of eigenaarschap zou de kloof wat kunnen dichten en de regie kun leggen waar het in een democratie eigenlijk hoort: bij het volk. Al zou dat volk zich dan wel goed en oprecht moeten informeren, want een volk dat hooibalen in de fik steekt, wegen afzet en provinciehuizen binnenrijdt om de zin door te drijven of hotels op wil kopen om vluchtelingen te weren, laat zien geen verantwoordelijkheid te voelen bij wat er speelt en heeft nog heel wat te doen voor ze een brug kan slaan.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.