Volgende maand is het 75 jaar geleden dat de inwoners van het Britse mandaatgebied Palestina voor een voldongen feit werden geplaatst. Het Palestijnse volk moest boeten voor de misdaden tegen de menselijkheid die witte Europeanen in de Tweede Wereldoorlog hadden gepleegd: de genocide op de Joodse Europeanen.
De emigratie van Joodse Europeanen naar Palestina was al in de eerste decennia van de twintigste eeuw op gang gekomen, als direct gevolg van het groeiende antisemitisme in Europa. Meteen na de Tweede Wereldoorlog waren de landen die vandaag claimen democratie hoog in het vaandel te hebben staan, leidend in het indienen van VN-resolutie 181. Volgens dit verdelingsplan zou zo’n 55% van Palestina naar de toenmalige Joodse minderheid gaan, inclusief de gebieden waar zich de grootste economische rijkdommen bevonden. De Palestijns-Arabische meerderheidsbevolking werd circa 42% toebedacht. Jeruzalem zou onder administratie van de VN moeten vallen.
Aan de inwoners van Palestina zélf werd niets gevraagd.
Het plan werd ontwikkeld vanuit de toen nog gangbare koloniale mentaliteit. Hoewel de initiatiefnemers de onjuistheid van het voorstel snel begrepen, was het kwaad al geschied. Joodse leiders aanvaardden de voor hen gunstige verdeling, Palestijnse leiders wezen de onrechtvaardige verdeelsleutel logischerwijs af. Het geweld dat daarna uitbrak kostte aan ongeveer 15.000 mensen het leven. En de staat Israël werd niet alleen uitgeroepen in de gebieden die volgens het verdelingsplan naar de Joodse minderheid zouden gaan; oorlog tussen de nieuwe staat Israël en de Arabische buurlanden resulteerde ook in de inname door Israël van een fors deel van het gebied dat de Palestijnse Arabieren was toebedacht.
Het nieuwe land Israël besloeg uiteindelijk ruim 77% van het vroegere mandaatgebied Palestina. De kleine 23% die voor de Palestijnen overbleef, kwam onder bestuur van Jordanië en Egypte. De separate entiteit Jeruzalem werd, in weerwil van resolutie 181, verdeeld tussen Israël en Jordanië: West-Jeruzalem werd ingenomen door Israël, Oost-Jeruzalem door Jordanië.
De Palestijnen waren toen al grotendeels uit hun vaderland verdreven. Joodse troepen hadden immers plunderend en moordend in Palestijnse dorpen huisgehouden. Met geweld en dreiging van geweld waren naar schatting 750.000 Palestijnen op de vlucht geslagen. Ongeveer 150.000 Palestijnen bleven achter. Honderden Palestijnse dorpen werden vernietigd.
De etnische zuivering van Palestina was een feit.
Joodse Europeanen die de verschrikkingen van de Holocaust hadden overleefd, werd de leugen van ‘een land zonder volk voor een volk zonder land’ voorgehouden. Een deel van deze Holocaust-overlevenden werd, zonder het zelf te weten, gehuisvest in woningen die Palestijnse vluchtelingen hadden moeten verlaten.
Ook konden de zwaar getraumatiseerde Joodse Europeanen gebruik maken van Palestijnse instituties die eveneens in beslag waren genomen door Israël: banken, postkantoren, theaters en nog veel meer.
Palestijnen werden de slachtoffers van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Fast forward naar 2023
Van het oude Palestina is weinig meer over. Na de door Israël begonnen juni-oorlog van 1967 werden ook Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en Gaza ingenomen, de gebieden die sinds 1948, eveneens in tegenspraak met het verdelingsplan, onder beheer van Jordanië en Egypte stonden.
De Oslo-akkoorden van de jaren negentig zijn op een compleet fiasco uitgelopen. De daaruit voortgekomen ‘autonome’ en inmiddels ondemocratische Palestijnse regeringen in Ramallah en Gaza zijn machteloos. Vandaag leven miljoenen Palestijnen feitelijk onder een Israëlische dictatuur.
De overgrote meerderheid van de onder deze Israëlische dictatuur levende Palestijnen heeft nooit vrijheid gekend: een leven lang bezetting. Daarbij volgen alle besluiten van achtereenvolgende Israëlische regeringen consequent één en dezelfde richting: jaar in jaar uit méér Palestijns land definitief inlijven. Het doel van de meerderheid in het Israëlische parlement is dan ook helder: het vroegere Britse mandaatgebied Palestina zal volledig aan Israël toebehoren - hierbinnen zal nooit een onafhankelijke Palestijnse staat mogen worden gevestigd.
Zelfs als de huidige Palestijnse regeringen in Ramallah en Gaza in recente jaren wél democratisch zouden zijn gekozen, hadden zij aan deze flagrante schending van het internationaal recht waarschijnlijk weinig kunnen veranderen. Simpelweg omdat deze schending impliciet wordt gesteund door de VS en de EU. Niet zozeer met woorden, maar wel met daden. Zie bijvoorbeeld de jaarlijkse miljarden aan militaire steun van de VS aan Israël. Of de toch al sterke banden tussen de EU en Israël, die volgens EU-president Von der Leyen nog verder moeten worden verstevigd, de Palestijnse slachtoffers vollédig negerend. En de militaire samenwerking tussen ons eigen Nederland en Israël, een samenwerking die door maar liefst 126 Kamerleden werd gesteund en daarmee impliciet legitimiteit verschaft aan bezetting en onderdrukking.
Bovendien: is het écht realistisch te denken dat het vormen van een democratische en autonome Palestijnse regering überhaupt mogelijk is onder het juk van een door de VS en EU impliciet gesteunde Israëlische dictatuur?
‘Evenwichtige’ berichtgeving
Amnesty International benoemde onlangs de hypocrisie van de EU en de VS. Zo staat de wijze waarop we terécht Oekraïne steunen in hun strijd tegen de Russische agressie in schril contrast met de gelatenheid en passiviteit van de EU en VS ten aanzien van de Israëlische misdaden. Een relevant deel van de journalistiek deelt in deze malaise. Ook in Nederland.
Israël/Palestina is een thema waar veel mediamakers de vingers niet aan durven te branden. En gebeurt dat wel, gedwongen door de actualiteit, dan resulteert dat veelal in een geforceerde, ongemakkelijk aanvoelende poging tot ’evenwichtige’ berichtgeving. Slechts zelden worden Palestijnen daarbij uitgenodigd om hún kant van het verhaal te doen.
Ook ik heb me jarenlang niet uit durven te spreken over Israël/Palestina. De angst om ten onrechte te worden beschuldigd van antisemitisme vond ik simpelweg te groot. Maar nu ik in mijn dagelijkse werkzaamheden op het gebied van inclusieve marketing en communicatie merk hoezeer de onvrede binnen onze multiculturele samenleving groeit over het niet willen benoemen van zóveel onrecht, heb ik anders besloten. Mijn persoonlijke ervaringen tijdens enkele reizen naar Israël/Palestina en omringende landen spelen daarin ook mee.
De angst voor onterechte beschuldigingen van antisemitisme leeft niet alleen bij mij. Het beïnvloedt de journalistieke berichtgeving. De in 2016 geïntroduceerde en omstreden IHRA-definitie van antisemitisme is een van de oorzaken: zeven van de elf in deze definitie genoemde voorbeelden van antisemitisme refereren aan kritiek op de staat Israël. Deze zware focus op Israël dreigt bovendien het zicht te ontnemen op de daadwerkelijke oorzaken van de Holocaust en de gevaren van het demoniseren van burgers op grond van ras, godsdienst, genderidentiteit, seksuele gerichtheid en beperking.
Bij kritiek op Israël draait het om kritiek op de politiek van de staat Israël, niet om de Joodse achtergrond van de machthebbers. Desondanks leidt de veelal onjuiste koppeling van kritiek op Israël aan antisemitisme geregeld tot zelfcensuur binnen de media. Daadwerkelijk evenwichtige verslaggeving wordt daarmee vaak onmogelijk gemaakt.
Daar komt bij dat de taal van de onderdrukker van het Palestijnse volk zodanig zit vastgeroest in onze journalistieke berichtgeving, dat we het niet eens meer in de gaten hebben. Zo gaan veel van onze media grotendeels voorbij aan de dagelijkse vernederingen die de Palestijnen moeten ondergaan. Daarentegen zijn ze er vaak als de kippen bij zodra een individuele wanhoopsdaad Joods-Israëlische slachtoffers maakt. In weerwil van de dagelijkse realiteit worden Palestijnen hiermee onbewust als ‘dader’ in plaats van ‘slachtoffer’ neergezet: Palestijnen die ‘aanvallen’ en de Israëliërs die ‘vergelden’.
Ook moet volgens veel nieuwsplatforms niet zozeer de veiligheid van de Palestijnen worden gewaarborgd, maar primair die van Israël. Individuele Palestijnen die onschuldige Israëlische burgers doden worden geregeld terroristen genoemd; maar Israëlische kolonisten die onschuldige Palestijnse burgers doden, krijgen dat terroristen-stempel zelden opgedrukt.
En wanneer Israëlische militaire of politie-eenheden hardhandig en eenzijdig inhakken op Palestijnen, zijn er zogenaamd ‘rellen’ uitgebroken tussen Palestijnen en Israëliërs. Zelfs wanneer de agressor overduidelijk zichtbaar is, dan nóg wordt op een onnodig opzichtige en geforceerde manier ‘evenwichtigheid’ nagestreefd.
Gezien in het licht van de weerzinwekkende misdaden in de Tweede Wereldoorlog tegen Joodse Europeanen is deze gekunstelde keuze voor ‘evenwichtigheid’ misschien te begrijpen, maar vanuit het perspectief van de Palestijnse slachtoffers is dit vertekende beeld van de werkelijkheid simpelweg niet te verkroppen.
De invloed van social media
Dit jaar zijn er alweer ruim honderd Palestijnen door Israëliërs gedood. Het merendeel van de slachtoffers pleegde niet eens gewapend verzet. Tot de dodelijke slachtoffers behoren ook bijna twintig kinderen. En wat te denken van al die Palestijnen die komen te overlijden omdat ze door ommuringen en controleposten niet op tijd een beroep kunnen doen op de zo noodzakelijke medische hulp? En dan vergeet ik nog de paar duizend Palestijnen die dit jaar door de Israëlische agressie gewond zijn geraakt, alsook de massa-arrestaties. Bovendien zitten vandaag circa duizend Palestijnen in een Israëlische gevangenis zónder aanklacht of strafproces. Hieronder bevinden zich ook kinderen. Zo’n administratieve detentie kan maanden en zelfs jaren duren.
De ontmenselijking van het Palestijnse volk valt mede toe te schrijven aan het anti-Palestijns racisme dat inmiddels in een fors deel van de Israëlische samenleving zit geworteld. Anti-Palestijns racisme dat ook in Europa geregeld de kop op steekt, alsook discriminatie van hen die opkomen voor de rechten van het Palestijnse volk; zeker in buurland Duitsland, waar overheid en media het schuldgevoel over de Holocaust nogal eens omzetten in ongefundeerde verdachtmakingen van Palestijnse Duitsers en anderen die zich solidair verklaren met het Palestijnse volk. In het Verenigd Koninkrijk werden zelfs tientallen Joodse leden van de Labour Party beschuldigd van antisemitisme. Talloze Joodse leden zijn vanwege hun pro-Palestijnse sympathieën Labour uitgezet.
Gelukkig laten mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en Amnesty International zich niet langer intimideren. Hun gedegen onderzoeksrapporten laten niets aan duidelijkheid te wensen over. Bovendien maken technologische ontwikkelingen van de laatste decennia de facts on the ground zichtbaarder dan ooit. De vernederingen waaraan Palestijnen onder de Israëlische dictatuur worden onderworpen, komen dagelijks op onze socials voorbij. Kinderen die in elkaar worden geslagen. Huizen die worden vernietigd. Journalisten die worden vermoord. Dorpen die door Joodse kolonisten - beschermd door Israëlische militairen - worden aangevallen. Dagelijks vernederende behandelingen bij Israëlische controleposten. En zelfs standrechtelijke executies. Geweld tegen Palestijnen is de praktijk van alledag.
Geholpen door de steeds grotere zichtbaarheid van al dit onrecht op social media, zien we dat zich in de VS en Europa onder nieuwe generaties een steeds grotere solidariteit met het Palestijnse volk ontwikkelt. De invloed van de traditionele nieuwsmedia neemt onder jongere bevolkingsgroepen immers af. Al in 2021 noemde een kwart van de Joodse Amerikanen Israël een apartheidsstaat, terwijl bijna de helft van de op de Democratische Partij stemmende Joodse Amerikanen deze mening is toegedaan. En zelfs een deel van de jonge evangelicals in de VS neemt al afstand van de misdaden van de staat Israël.
Israëlische politici zijn de grootste vijanden van Israël
De recente demonstraties in Israël zijn gericht tegen het door de huidige Israëlische regering geïnitieerde afbrokkelen van de democratische rechtstaat voor Joodse Israëliërs. Ze zijn veelal niet gericht tegen het ontbreken van democratie voor de onder een Israëlische dictatuur levende Palestijnen in Oost-Jeruzalem en de overige sinds 1967 bezette en de-facto geannexeerde gebieden. Bedenk daarbij dat een ‘democratie’ die is geworteld in de onderdrukking van miljoenen burgers op de lange termijn niet levensvatbaar is.
Zij die het apartheidsstempel verwerpen, doen dat met het argument dat de nakomelingen van de Palestijnen die in 1948 in Israël zijn achterbleven stemrecht hebben, momenteel zo’n twintig procent van de in Israël woonachtige bevolking. Daarbij vergeten ze gemakshalve dat dit stemrecht de institutionele discriminatie van deze minderheid in de wettelijk zo omschreven ‘Joodse natiestaat’ op geen enkele wijze ongedaan maakt.
En kijken we naar bezet Oost-Jeruzalem, illegaal geannexeerd door Israël, dan wordt het stemrecht voor de Knesset nadrukkelijk onthouden aan de daar woonachtige honderdduizenden Palestijnen. Om nog maar te zwijgen over de miljoenen burgers in de overige Palestijnse gebieden, die niet officieel maar wel de-facto zijn geannexeerd.
De gedachte dat het dagelijks vernederen van het Palestijnse volk in het belang is van de veiligheid van de staat Israël is absurd. De woede over de door Israël gepleegde misdaden neemt dan ook toe, niet alleen in de bezette Palestijnse gebieden, maar ook daarbuiten.
De haat die door de Israëlische dictatuur wordt gezaaid kan vroeg of laat tot een uitbarsting komen. Het voortbestaan van de staat Israël wordt daarom niet primair bedreigd door het Palestijnse volk, maar door de Israëlische politiek van onderdrukking en vernedering. De grootste vijanden van de staat Israël zijn de Israëlische politici zélf, en ál die internationale regeringsleiders en parlementariërs, waaronder Nederlandse, die deze onderdrukking en vernedering faciliteren en impliciet legitimeren.
Excuses als randvoorwaarde voor een vreedzame toekomst
Gedane zaken nemen geen keer. Eenieder die is geboren en getogen in Israël/Palestina mag niet worden gestraft voor fouten die door anderen zijn gemaakt. Fouten die niet alleen resulteerden in onschuldige Palestijnse slachtoffers, maar uiteraard ook in onschuldige Joods-Israëlische. Bezetting en onderdrukking leiden immers altijd tot tegengeweld van degenen die worden onderdrukt.
Een half miljoen Israëlische kolonisten heeft zich illegaal in de sinds 1967 bezette Westelijke Jordaanoever gevestigd. Speciaal voor deze kolonisten heeft Israël een apartheidsinfrastructuur aangelegd, waaronder apartheidswegen. Daarmee heeft Israël zélf de tweestatenoplossing praktisch onmogelijk gemaakt. De route naar een binationale staat Israël/Palestina lijkt de enig overgebleven weg naar een vreedzame toekomst, dezelfde route die al in 1948 had moeten worden bewandeld. Binnen zo’n binationale staat hoort ook plaats te zijn voor Palestijnse vluchtelingen uit omringende landen en elders in de wereld. Mochten sancties tegen Israël noodzakelijk zijn om die moeilijke route te bewandelen, dan moet daar al vandaag mee worden begonnen.
Israël en Palestina, waaronder Fatah en Hamas, moeten met elkaar in gesprek. Aan de Arabische buurlanden de taak om hún invloed op de ondemocratische bestuurders van Fatah en Hamas aan te wenden. Voor de landen die de misdaden tegen het Palestijnse volk hebben gefaciliteerd, is daarbij een nóg belangrijkere rol weggelegd. Het is hún plicht Israël te dwingen de route naar de binationale staat Israël/Palestina te bewandelen; zíj zullen Israël naar de onderhandelingstafel moeten sturen. Er is geen ruimte meer voor het toegeven aan de Israëlische leugen dat er geen partner voor vrede zou zijn.
“We know too well that our freedom is incomplete without the freedom of the Palestinians,” aldus Nelson Mandela in 1997. Om deze vrijheid voor het Palestijnse volk te bewerkstelligen, vormen excuses een belangrijke randvoorwaarde. Excuses van al die landen die leidend waren in het ontwikkelen van het onrechtvaardige VN-verdelingsplan. Excuses van al die landen die Israël in de gelegenheid hebben gesteld hun misdaden tegen het Palestijnse volk te begaan.
En vooral, excuses van Israël zelf.