Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Een dag van kwetspieten

  •  
17-11-2019
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
224 keer bekeken
  •  
roetveeg_300-1
De roetveegpieten handelden uit zelfoverschatting, uit een gevoel van eigen voortreffelijkheid tegenover het domme volk dat vast houdt aan Zwarte Piet.
Zwarte Piet was natuurlijk al lang van kleur verschoten als Quincy Gario destijds een andere leus had verzonnen dan “Zwarte Piet is racisme”. Hij associeerde daarmee de kindervriend met het absolute kwaad in deze eeuw en daarmee ook iedereen in Nederland die de mooiste herinneringen koestert aan de tijd dat hij of zij nog hartstochtelijk geloofde in dit mythologische tweetal uit overoude Europese tradities.
Wie in dit land van minderheden door andersdenkenden gehoord wil woorden, moet ze in hun waarde laten en niet met het kwaad associëren. In dit geval bijvoorbeeld door te verklaren dat het misschien wel een beetje ouderwets is om in onze veelkleurige tijd uitsluitend met zwarte Pieten te opereren, omdat tenslotte de mooiste baan van Nederland voor elk kind ongeacht kleur of afkomst bereikbaar hoort te zijn. Dan had iedereen gelachen en was Sint Nicolaas de eerste geweest om zijn personeelsbeleid te wijzigen. Maar nu dus niet.
Aan de leuze “Zwarte Piet is racisme” ligt de gedachte ten grondslag dat iedereen die op deze planeet zijn gezicht zwart schildert dat altijd en overal doet met de bedoeling om personen van Afrikaanse afkomst te beledigen en belachelijk te maken. En dit alleen omdat er in de eerste helft van de negentiende eeuw in het Zuiden van de Verenigde Staten een trend in het amusement ontstond, waarbij blanke zangers en acteurs zich vermomden als slaven om vervolgens met allerlei grappen en grollen (en vaak heel goede muziek) de vooroordelen te versterken die tegenover hen leefden: zij zijn tegelijk dom en leep, ze zijn onbetrouwbaar en leugenachtig, zij zijn in hun komische overdrijving uiteindelijk toch onschuldig. En ze zijn nog het beste af als zij door de superieure blanken overheerst worden. Daarom zorgden deze blackface-artisten er ook altijd voor om ondanks de schmink als blanken herkenbaar te blijven, bijvoorbeeld door een gebiedje rond hun lippen wit te laten. Kijk maar eens naar het slot van Babes on Broadway met Judy Garland en Mickey Rooney uit 1941.
Een opvatting uit je eigen cultuur wereldwijd geldig verklaren heet etnocentrisme en dat leidt tot veel wanbegrip en ellende. Alsmede het meten met twee maten.
Zo bleek de goedheiligman tijdens zijn door de televisie geregisseerde intocht te Apeldoorn vergezeld te worden door grote groepen ongewassen lieden die met hun rare lachjes en bizarre capriolen de blanken van Nederland belachelijk maakten. Ze zeten een frame neer, als zouden die blanken aan onvoldoende lichaamshygiëne doen en bovendien constant proberen de boel in de maling te nemen. Deze discriminatoire attitude vinden wij al in de zeventiende eeuw terug. Toen vertelden hun Aziatische zakenpartners dat de VOC-kooplieden naar zweet, urine en fecaliën stonken, omdat ze de mandi-bak meden. Een verre echo daarvan vinden wij in de Curaçaose uitdrukking voor etnische Nederlanders macamba stinki. Dit vooroordeel werd zaterdagmiddag op de televisie bevestigd terwijl honderdduizenden kindertjes voor de televisie met de ouders erbij hun eigen minderwaardigheid bevestigd zagen. In een aantal Nederlandse steden werd net zo’n vertoning opgevoerd, meestal op sterk aandringen van de gemeenteraad. Grote delen van de bourgeoisie en de daarmee verbonden media leken dit alles nog toe te juichen ook. Zo was de zestiende november met recht een dag van kwetspieten.
Of niet soms?
Alle gekheid op een stokje. De stelling dat mensen zich uitsluitend als roetveegpiet vermommen om blanken belachelijk te maken is te gek voor woorden. En dat zou dan wel steevast het geval zijn als zij hun gezicht zwart maken? Kom nou toch gauw.
Nu volgt de tegenwerping: ja maar die roetveegpieten zijn zelf blank. Dan mag het wel. Kijk maar naar het n-woord. Dat mogen de personen die met dat n-woord worden aangeduid zelf wel gebruiken, zelfs op grote schaal, maar mensen met een andere huidskleur mogen dat niet. Consequentie van dit standpunt is overigens dat alleen personen van Afrikaanse afkomst in dat geval Zwarte Piet kunnen spelen waarmee alle problemen zijn opgelost, maar dit terzijde.
Het wringt natuurlijk op een verschrikkelijke wijze. Het maakt de zaken bovendien nog erger: professor Herman Pleij heeft destijds in zijn proefschrift over carnaval in de middeleeuwen aangetoond dat de potsenmakers uit de stedelijke burgerij kwamen en dat zij met hun gedrag en hun vermommingen hun eigen voortreffelijkheid en superioriteit wilden onderstrepen. Hoe deden zij dat dan? Door op een komische wijze de mensen na te doen die zij verachtten: boeren en het gewone volk. Dat miste namelijk elke kennis en beschaving. Dat liet zich uitsluitend regeren door hun hartstochten en hun emoties. Dat was van nature dom. Die les prentten de carnavalsvierders zichzelf nog eens extra in. En de rest van het jaar ging de knoet erover. De roetveegpieten handelden uit zelfoverschatting, uit een gevoel van eigen voortreffelijkheid tegenover het domme volk dat vast houdt aan Zwarte Piet.
Geen speld tussen te krijgen als je het KOZP-denken loslaat op het gebeuren van afgelopen zaterdag. Two can play this game. Dat is altijd het geval met maatschappijbeschouwingen die ervan uitgaan dat de grote maatschappelijke tegenstellingen langs lijnen van ras, volk en huidskleur lopen, cultureel en etnisch van aard zijn, niet economisch. Sla er de geschiedenis van de laatste twee eeuwen maar op na.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.