Een academische boycot is een groot cadeau voor Netanyahu en zijn scherpslijpers. Nederlandse universiteiten zouden hun contacten met Israël juist eerder moeten versterken.
Onder docenten in het Nederlands hoger onderwijs gaat momenteel een petitie rond om de universiteiten van Israel te boycotten. Het aantal ondertekenaars klimt momenteel gestaag naar de 500. Voor studenten is een aparte lijst toegevoegd.
De ondertekenaars menen dat het conflict tussen Israël en de Palestijnen er niet een is tussen gelijkwaardige partijen. ¨Het leidt af van de realiteit dat het de Palestijnen zijn die leven onder militaire bezetting, die ontheemd zijn, en die leven als tweederangsburgers in een systeem van segregatie dat volgens zowel B’tselem als Human Rights Watch in feite neerkomt op apartheid. Dit soort geweld en discriminatie vormen de oorzaak van de geweldsescalatie die nu plaatsvindt. De Israëlische universiteiten hebben contacten met de strijdkrachten. Dat is een goede reden om tot een boycot over te gaan. Die houdt pas op als de Palestijnen recht is gedaan.” Aldus de ondertekenaren.
Die petitie is een heel slecht idee. Ze gaat ervan uit dat Israël een monoliet is. Alle inwoners zijn medeschuldig aan het volgens de ondertekenaren gedane onrecht en moeten daarom worden aangepakt. Dat heeft natuurlijk niets met de werkelijkheid te maken. De Israëlische samenleving is zo tot op het bot verdeeld dat het al twee jaar niet lukt een meerderheidsregering te vormen. Vergeleken daarmee is de situatie aan het Binnenhof heilig. Ook op het gebied van welke manier van leven de juiste is, bestaan er grote geschillen en diepe kloven.
Aan de Israëlische universiteiten is de academische vrijheid een groot goed. Ondanks contacten met het leger – er zal best wel onderzoek gedaan worden met een militaire component – kun je de docenten en de studenten op geen enkele manier op één lijn stellen met laten we zeggen het denken van Netanyahu.
De ondertekenaars van de petitie stellen nu voor die buitengewoon diverse en kritische universitaire gemeenschappen te isoleren van de buitenwereld. Je verkleint daarmee hun slagkracht. Je geeft de tegenstanders van een rechtvaardige deal voor de Palestijnen een ijzersterk argument in handen, namelijk: “Wees niet zo naïef. Je ziet het zelf. Ze moeten je niet. Ook in het Westen. De enige veilige plek voor joden is Israël. Geloof hun vrome praatjes over gelijkwaardigheid niet.”
Een jaar of veertig geleden werd er aan de Nederlandse universiteiten actie gevoerd voor een boycot van het Indonesische hoger onderwijs. Vanwege het Soeharto regime. Daar trof je niet het regime mee maar de studenten en de docenten die op deze manier een belangrijke mogelijkheid verloren om buiten hun land een kijkje te nemen. Juist het internationale contact tussen studenten en docenten bevordert het vormen van zelfstandige én gefundeerde oordelen. Gelukkig mislukte die actie.
Een jaar of vijfentwintig geleden financierde onze overheid een klein programma voor onderzoek naar ontwikkelingsproblemen in Afrika door Nederlandse en Israëlische onderzoekers. Die gasten wisten namelijk wel hoe je verwoestijning tegengaat of functionerende coöperaties vormt, enzovoorts. De coördinator zag bovendien kans Palestijnse universiteiten hier en daar bij het onderzoek te betrekken. Zo kwamen geleerden die elkaar anders niet in een veilige omgeving hadden kunnen ontmoeten, toch met elkaar in aanraking.
Een academische boycot is een groot cadeau voor Netanyahu en zijn scherpslijpers. De Nederlandse universiteiten zouden hun contacten met die in Israël eerder moeten versterken. Dat staat een kritische houding tot wat daar gebeurt absoluut niet in de weg. Er is geen enkele reden om wat dat betreft van het academische hart een moordkuil te maken en er zijn genoeg professoren in Israël die blij zouden zijn met zulke bondgenoten. Trap ze niet weg.
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen. En de kwestie rond het Groninger aardgas evenmin.