De minister van Sociale Zaken, van Hijum (NSC), stelt dat de huidige mogelijkheid tot zwaar-werkregelingen wordt voortgezet. Het is helaas niet de waarheid. De minister wil een maximum aan het aantal mensen dat gebruik kan maken van de regeling. Om die absurde eis te goed te praten stelt hij dat er ook regelingen getroffen worden voor mensen die bibliotheken en verzekeraars werken. Het is mist optrekken om te verhullen dat hij de mogelijkheid voor het afsluiten van zwaar-werkregelingen wil verslechteren.
De mogelijkheid eerder op te houden dan de AOW-leeftijd is zeer nodig. De AOW-leeftijd is hoger in Nederland dan in de ons omringende landen. De AOW-leeftijd is 67 jaar en gaat naar 67 jaar en 3 maanden in 2028.
De huidige regeling houdt in dat het verbod van de overheid op collectieve regelingen om eerder op te houden dan de stijgende AOW-leeftijd, is opgeheven tot 2026. Dat wil zeggen tot maximaal 3 jaar voor de stijgende AOW-leeftijd. Omdat de overheid geen definitie voor zwaar werk heeft, is besloten dat vakbonden en werkgevers die per CAO-regelingen kunnen maken. In een dergelijke regeling betalen de werkgevers een bedrag per jaar aan de werknemer die gebruik maakt van de regeling ter hoogte van de AOW-uitkering. De zwaar-werkregelingen moeten overigens door vakbonden per CAO bevochten worden.
Als er ook een paar regelingen zijn waarbij werknemers afvloeien via de regeling terwijl die volgens de minister geen zwaar werk deden, is dat volgens mij geen probleem. De werkgever betaalt immers en niet de maatschappij. Een echt probleem is dat werknemers die zwaar werk doen en niet het hoogste salaris verdienen, lang niet altijd een regeling hebben. Bovendien kost het die werknemers ook een deel van het pensioen. Vakbonden willen een permante mogelijkheid om zwaar-werkregelingen te sluiten. Ook willen ze dat daarbij meer door de werkgever betaald mag worden dan een bedrag gelijk aan de AOW-uitkering.
In de haven van Rotterdam is een systeem ontwikkeld door vakbonden en werkgevers, met behulp van UWV-gegevens, waar zwaar werk en het recht daarop uit volgt. Dat systeem is door vakbonden ook voorgesteld, als oplossing voor de weigerachtige minister. De minister heeft deze definitie echter afgewezen.
Het is niet voor niets dat werknemers gaan staken voor een rechtvaardige zwaar-werkregeling. Het geeft geen pas dat de minister zich verschuilt achter een paar beroepen die hij niet zwaar vindt. Een maximumaantal vaststellen betekent verslechtering van de huidige regeling en zal ongetwijfeld weer te koste gaan van mensen die met hun handen werken.