Wat kunnen we anders verwachten als we studenten de voordelen en logica van eigenbelang blijven onderwijzen?
Ik moet toegeven dat ik mezelf en mijn vrienden de economen goed onder de loep heb genomen.
Dat deden ze met een simpel experiment, waarbij een tweetal deelnemers de rol toebedeeld kregen van zender en ontvanger van informatie. De zender zat in zijn eentje voor een scherm waarop een blauwe of een groene cirkel te zien was. Hij of zij vertelde vervolgens de kleur van de cirkel aan de ontvanger, die noch de kleur, noch de zender kon zien. Zenders ontvingen 15 euro elke keer dat ze een groene cirkel doorgaven en slechts 14 als ze doorgaven dat de cirkel blauw was. De ontvangers kregen 10 euro, ongeacht de kleur, en hadden er dus geen belang bij of de zenders eerlijk of oneerlijk waren.
De zenders hadden dus vier mogelijke strategieën:
!: De waarheid spreken als een groene cirkel te zien was en zo het maximale bedrag opstrijken 2: Liegen bij een groene cirkel en zo een lagere betaling kiezen 3: De waarheid spreken bij een blauwe cirkel en zo een lagere betaling kiezen 4: Liegen als je een blauwe cirkel ziet en zo een extra euro binnenhalen
Als de zenders een groene cirkel te zien kregen, was er niets aan de hand, de waarheid spreken leverde de maximale hoeveelheid cash op ( je kan je voorstellen dat de tweede optie nogal impopulair was). Maar wat als ze een blauwe zagen? Ze hadden twee opties: de waarheid spreken en een euro verliezen, of liegen en meer betaald krijgen. De onderzoekers gingen er van uit dat zenders met een aversie voor liegen altijd de waarheid zouden spreken, ongeacht de kleur, terwijl zenders die worden gemotiveerd door winstmaximalisatie altijd groen zouden zeggen.
De deelnemers, met een grote diversiteit aan sociaal-economische en religieuze achtergronden, werden ook uit verschillende studierichtingen gerecruteerd. De onderzoekers bundelden hen in drie categorieën: business en economie, geesteswetenschappen en de rest (bètastudies, technische studies, psychologie). De uitslagen lieten weinig verschil in eerlijkheid zien tussen de socio-demografische karakteristieken of het geslacht. Maar de studierichting maakte wel degelijk verschil. Het bleek dat de studenten geesteswetenschappen, die het eerlijkst waren, in iets meer dan de helft van de gevallen de waarheid spraken. De brede groep ‘overig’ was iets minder eerlijk, met ongeveer 40%. En hoe zat het met de business- en economiestudenten? Zij bleven achter met 23% eerlijkheid.
Bedenk wel dat dit één studie was van één groep mensen. Maar het geeft wel aan dat de studie economie maakt dat mensen minder snel de waarheid spreken, omdat is wat ze willen. En daar zit ook wel wat in, economisch gesproken: 1 euro heeft een heldere en meetbare waarde, je kan het inwisselen voor een aantal zaken. Het voordeel van de waarheid vertellen heeft in deze situatie geen geldelijke waarde (waarmee ik niet zeg dat liegen in de financiële wereld niet kostbaar is -dat is het overduidelijk wel). Maar het rationaliseren, iets wat we allemaal doen, zou makkelijker kunnen zijn voor degenen die denken in termen van alternatieve kosten en winstpercentage.
Dit alles verbaast me niets in de context van het vak economie, dat wel is gekarakteriseerd als de studie van het egoïsme. Het idee van ‘de onzichtbare hand’ (inherent aan de notie van zichzelf corrigerende markten) gaat ervan uit dat mensen zich egoïstisch gedragen (hun winsten maximeren) en dat de markt al hun acties samenbrengt met een efficiënte uitkomst. Ook al is het waar dat markten soms zonder falen een serie gedragingen kunnen accommoderen, als we doorgaan met studenten de voordelen en logica van eigenbelang te onderwijzen, wat kunnen we dan anders verwachten?