De landbouwlobby creëert een schijntegenstelling tussen de belangen van burgers, milieu, natuur en dieren aan de ene kant en de belangen van boeren aan de andere kant
Ons voedselsysteem voorziet ons van eten, maar veroorzaakt ook veel schade. Die schade kan niet langer genegeerd worden: milieuvervuiling, verwoesting van natuur, opwarming van onze aarde, onaanvaardbare aantasting van dierenwelzijn en gezondheidsproblemen: ze komen voor een aanzienlijk deel voort uit de manier waarop ons voedsel geproduceerd wordt.
Besluiten die in Brussel genomen worden door de Europese Unie, beïnvloeden in grote mate welk voedsel op ons bord belandt en hoe en waar ons voedsel geproduceerd wordt. Het is hoog tijd dat Brussel zijn invloed gebruikt om ons voedselsysteem duurzaam te laten functioneren binnen de draagkracht van onze aarde.
Het huidige EU-beleid moet daarvoor op de schop. Want in plaats van een positieve bijdrage te leveren, verergert Brussel juist actief de wereldwijde klimaat- en biodiversiteitscrisis met destructief landbouw- en handelsbeleid.
Een voorbeeld is de immense EU-steun voor vleesproductie en -consumptie. Greenpeace berekende dat jaarlijks zo’n 28 miljard euro EU-subsidie ten goede komt aan de Europese vleesindustrie. Ook betaalt Brussel mee aan reclamespotjes die erop gericht zijn mensen meer varkens, runderen en kippen te laten eten. Dit allemaal in de wetenschap dat de productie van vlees meer uitstoot veroorzaakt dan alle auto’s in Europa bij elkaar. En dat het intensief houden van dieren vroeg of laat zoönosen veroorzaakt, die kunnen leiden tot een nieuwe pandemie.
Ondertussen maken Europese handelsverdragen, zoals bijvoorbeeld het Mercosur-verdrag, de weg vrij voor steeds meer invoer van goedkoop veevoer waarvoor massaal tropische regenwouden gekapt worden. Wereldwijd is de EU de op één na grootste importeur van ontbossing. Daarnaast importeren we grote hoeveelheden vlees, eieren en andere dierlijke producten van elders, zelfs als deze geproduceerd zijn met dieronvriendelijke of milieuschadelijke methoden die in Europa verboden zijn.
Een derde voorbeeld is het giftige pesticidebeleid dat de EU voert. Besluiten die de EU neemt over bestrijdingsmiddelen, stellen vaak vooral de megawinsten van multinationals veilig, in plaats van onze gezondheid en ons leefmilieu. Jaarlijks worden in de EU zo’n 400 duizend ton aan bestrijdingsmiddelen verkocht, waarvan het overgrote merendeel wordt gebruikt in de landbouw. Dit intensieve gifgebruik is een significante bron van bodem- water- en luchtvervuiling en heeft desastreuse gevolgen voor de gezondheid van mensen, dieren en planten.
Eurocommissaris Frans Timmermans kondigde vorig jaar de Europese van-boer-tot-bord-strategie aan, waarin hij 27 broodnodige voorstellen doet om de Europese voedselketen te verduurzamen. Dinsdag en woensdag stemt het Europees Parlement over die voorstellen en geeft het tevens een advies voor aanvullende maatregelen.
De AGRO-lobby, die haar industriële landbouwactiviteiten onder druk ziet komen, schuwde de afgelopen maanden geen enkele methode om Europarlementariërs en andere mensen bang te maken voor duurzame voedselproductie. Alsof mensen bang zouden moeten zijn voor minder uitstoot van broeikasgassen, minder dierenleed en minder verlies van natuur.
Zo organiseerden de giflobbyisten van ‘Croplife’ een ‘wetenschappelijke dialoog’ over bestrijdingsmiddelen, waar vooral industrielobbyisten aan het woord kwamen. Datzelfde Croplife betaalde de Wageningen Universiteit ervoor om afgelopen dinsdag – een week voor de stemming in het Europees Parlement – een studie te publiceren die kritisch is op de Europese verduurzamingsplannen.
Collega-Europarlementariërs werden benaderd door ‘boeren bij hen uit de buurt’, met een brief geschreven door de in Brussel gevestigde industrielobbyisten van Copa Cogeca; een methode die in 2013 ook werd ingezet door de tabaksindustrie, die destijds lokale sigarenwinkels een brief liet versturen aan Europarlementariërs om anti-rookmaatregelen van de baan te krijgen.
De landbouwlobby creëert een schijntegenstelling tussen de belangen van burgers, milieu, natuur en dieren aan de ene kant en de belangen van boeren aan de andere kant. Zeer onterecht, want juist als we nu géén actie ondernemen om klimaatverandering en natuurverlies te stoppen, zullen de voedselopbrengsten wereldwijd steeds minder en van slechtere kwaliteit worden, zo waarschuwt het IPCC.
Ondanks de hevige industrielobby, lijkt een grote meerderheid van het Europees Parlement de EU-plannen voor duurzamer, gezonder, diervriendelijker en meer lokaal geproduceerd voedsel te gaan steunen. En ook akkoord te gaan met aanscherpingen op het gebied van handelsbeleid, zoals het verwerpen van Mercosur en het niet langer importeren van dieronvriendelijke producten.
Gelukkig maar, want een voedselsysteem dat functioneert binnen de draagkracht van onze aarde is zowel in het belang van dieren, natuur, milieu en onze gezondheid, als in het belang van agrarische familiebedrijven en het leefbaar houden van het boerenberoep; ook voor toekomstige generaties.