In Benin worden in het presidentieel paleis kunstwerken tentoongesteld die Franse kolonisatoren in de 19e eeuw uit het land hebben geroofd. De 26 waardevolle objecten waren beland in Franse musea en onderdeel geworden van de kunstschatten van het land. 130 jaar later zijn ze weer te zien in het Westafrikaanse land. Frankrijk beschikt net als andere koloniale machten over immense verzamelingen kunst uit de voorheen bezette landen. Alleen al in het Musée du Quai Branly–Jacques Chirac in Parijs zijn 70.000 Afrikaanse objecten te vinden.
President Patrice Talon verklaart dat het niet de bedoeling is dat alle geroofde kunst terugkeert naar het land van oorsprong. Hij ziet de tentoonstelling in musea over de hele wereld ook als een manier om het land bij een groot publiek bekend te maken. “Maar de belangrijkste stukken horen hier.” De tentoonstelling waaraan ook 34 hedendaagse kunstenaars bijdragen is onderdeel van een heropwaardering van de culturele infrastructuur van het land.
In Nederland worstelt bijvoorbeeld het Nationaal Archief met de vraag of voorwerpen die nu te zien zijn in het Rijksmuseum op de tentoonstelling over de Indonesische vrijheidsstrijd teruggegeven moeten worden aan de rechthebbenden. Adviesorgaan de Raad voor Cultuur moet zich over de eventuele teruggave buigen.