Hoe vaak ontmoet men in het alledaagse bestaan een echte ‘Don Quixote’? En daarmee bedoel ik niet de literaire held die tegen molens vocht en de liefde van zijn geliefde Dulcinea nastreefde maar die enkeling die zijn rug recht houdt en zijn oprechte doel met hart en ziel verdedigt.
Een kleine twintig jaar geleden ontmoette ik zo’n man, al kon ik toen nog niet vermoeden hem ooit met deze eretitel te zullen bejegenen. In een horecagroothandel verkondigde een zeer geestdriftig persoon zijn boodschap aangaande het belang van spruitgroente (cress), de zeer jonge vorm van groenten waarin alle kracht en maximale voedingswaarde besloten ligt.
Hoewel behoorlijk onderlegd in voedingsleer, voedingswaarde en biochemie overtroefde deze man mij totaal. Ook zijn rotsvaste geloof in de toekomst van deze ‘gastronomische franje’ en de toepassing van het nieuwe fenomeen in de betere horeca deelde ik totaal niet. Een geinige, hippe noviteit, meer niet. Erg lekker maar ‘veel te kostbaar en derhalve gedoemd te falen’ was mijn kortzichtig oordeel. Nu, in 2024, haalt Rob Baan alle kranten met zijn gevecht tegen de fiscus, en wel op zeer bijzondere grond.
Zijn bedrijf Koppert Cress is een gezond bedrijf dat een gezond product levert en derhalve maakt Baan zich ook hard voor een gezonde werknemer. Dat klinkt logisch en getuigt van goed werkgeverschap maar daar denkt de fiscus anders over. In een notendop: Baan verstrekt gratis, gezonde lunches aan zijn personeel. Dat is verkapt loon zegt de wetgever en de fiscus belastte Baan vervolgens met een naheffing van maar liefst 80(!)%.
Baan voelde zich zowel onheus belast als bejegend. Hij staat voor het principe van gezondheid en daar hoort een vergaande gezonde visie bij. Die missie bracht hem tot aan de Hoge Raad die hem uiteindelijk, deels, in het gelijk stelde. Baan beriep zich namelijk op heel andere wetgeving, namelijk die van de Arbo, en was succesvol. De Raad stelde in de eerste plaats dat het “..Algemeen bekend is dat gezond eten de kans op ziekten vermindert en dat het herstel na een ziekte daardoor kan worden bevorderd”.
Bij mijn weten spreken de handhavers van de wet zich hier voor het eerst uit over het belang van goede voeding maar die kop heb ik nog in geen krant terug gezien. Interessante gevolgtrekking: “..het verstrekken van gezonde maaltijden kan dus deel uitmaken van het beleid van een werkgever ter voorkoming van ziekteverzuim, en kan dus onderdeel zijn van het Arbobeleid van de werkgever”. Dit precedent wordt vervolgens afgerond met eindconclusie: “De Arbowet bepaalt dat een werkgever moet zorgen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers met betrekking tot alle met de arbeid verbonden aspecten..”.
Dat dient ruim uitgelegd: “..ook beleid ter voorkoming van ziekteverzuim daartoe kan worden gerekend, ook als dat beleid slechts meer in algemene zin het welzijn en de gezondheid van werknemers bevordert en niet specifiek gericht is op met de arbeid verbonden aspecten van hun gezondheid”.
Een unieke uitspraak en bij Koppert Cress ging de vlag uit. Baans principes werden onderschreven en daar was het allemaal om te doen geweest. Hulde, en moge Baan vaandeldrager zijn van een nieuwe generatie werkgevers die zijn zienswijze zullen volgen en hun beleid ten aanzien van een ‘gezonde werknemer’ zullen implementeren in eigen bedrijf.
Domper voor deze moderne Don Quixote is dat de wetgever deze ‘loophole’ inmiddels heeft gedicht en met ‘een verduidelijking op de Arbowet’ enige nuances aanbracht: “Werkgevers kunnen alleen verplichte Arbo-voorzieningen gericht vrijgesteld en dus onbelast verstrekken aan hun werknemers. Met verplichte Arbo-voorzieningen worden alleen de voorzieningen bedoeld die een werkgever op grond van de Arbowet ook geen werknemersbijdrage mag worden gevraagd. Gezonde lunchmaaltijden zijn geen verplichte Arbo-voorziening”.
En zo konkelt en kronkelt een staatssecretaris zich uit de discussie die uiteindelijk de volksgezondheid negatief treft. Integer ondernemerschap wordt in Nederland dus bestraft, bureaucratie ten top en een schandelijke misvatting betreffende de toepassing van ‘Het Recht’.
Mocht u deze zomervakantie verlegen zitten om vormende literatuur, grijp dan vooral naar dat meesterwerk van Miguel de Cervantes van ‘de vernuftige edelman van la Mancha’ (El Ingenioso Hidalgo Don Quixote de la Mancha), 1100 pagina’s puur leesgenot. In de woorden van vertaalster Barber van de Pol: “..aan Cervantes bestede tijd is welbestede tijd”. Een gezond advies.