Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Doet minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) aan struisvogelpolitiek?

  •  
06-05-2024
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
2588 keer bekeken
  •  
vergroenen

Door: Jan Berghuis en Roel Berghuis

“Groene industrie wordt onmogelijk gemaakt in Nederland,” kopte de Federatie Metaal en Elektronische Industrie-ondernemersorganisatie (FME) onlangs in haar persbericht. De klaagzang over de overheid vanuit de FME is de laatste maanden sterk toegenomen. Dat is begonnen met het stopzetten van de Indirecte Kosten Compensatie (IKC) van duurzame elektriciteit, door minister Rob Jetten (Klimaat en Energie).

Bedrijven komen hierdoor zwaar in de problemen. Hoewel voor grote elektriciteitsbedrijven de IKC inmiddels hersteld is, blijft, volgens de FME,  de Voorjaarsnota van het kabinet een zoetzure nasmaak uitademen. De Nederlandse technologische industrie zal blijven meebetalen aan de verhoging van de Energiebelasting op gas. In andere landen worden de bedrijven al langer actief gesteund met compensaties en subsidies en in Nederland gering. Volgens de FME is het kabinet ziende blind en horende doof.

De ministers Van Weyenberg van Financiën en Jetten, beiden van D66, zijn hier verantwoordelijk voor. Want zij moeten het mogelijk maken om rendabel groen te opereren in Nederland. De FME verwijt de bewindslieden aan struisvogelpolitiek te doen. Terwijl ze er voor zouden moeten zorgen dat er een eerlijk gelijk speelveld komt in Europa. Je hoort wel eens uit Haagse kringen dat vooral de D66-ministers van mening zijn dat de “oude” industrie afgestoten moet worden en dat er dan een “nieuwe” industrie kan worden opgebouwd. Als dat het motief zou zijn van Jetten en Van Weyenberg dan spelen zij met de werkgelegenheid en toekomst van honderdduizenden werknemers in Nederland.

Geef prioriteit aan uitvoering plannen duurzame maakindustrie
Het in januari uitgebrachte advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over de verduurzaming van de maakindustrie gaf al aan om gezamenlijk actie te ondernemen om de klimaatdoelstellingen te behalen. Het SER-advies onderstreept de urgentie van het nieuw te vormen kabinet om de verduurzaming van de maakindustrie tot topprioriteit te maken. De maakindustrie is verantwoordelijk voor ongeveer een derde van alle emissies van broeikasgassen in Nederland. De SER onderschrijft de doelen van de klimaatwet om de nationale CO2-uitstoot in 2030 met ten minste 55 procent terug te dringen ten opzichte van 1990, als tussenstap naar een CO2-neutrale economie in 2050. Deze visie wordt gedeeld door werkgevers en werknemers. 

Wirwar aan klimaat subsidieregels
In Nederland is er een wirwar aan subsidieregels rond het vergroenen/verduurzamen van bedrijven. Binnen het budget van de zogenaamde maatwerkafspraken is in totaal nog 800 miljoen euro beschikbaar, wat verdeeld moet worden onder de 20 grootste industriële uitstoters. Zo is er een regeling Stimulering Duurzame Energie ++ met 11,5 miljard euro, waar bedrijven en non-profitorganisaties - die grootschalig hernieuwbare energie opwekken of CO2 uitstoot verminderen - een aanvraag voor kunnen doen. Er is een regeling Versnelde klimaatinvesteringen in de industrie waar ondernemers een beroep op kunnen doen om CO2-besparende maatregelen te nemen vanwege de hoge investeringskosten. Het maximale subsidiebedrag is 30 miljoen euro. En ten slotte is er nog een Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie. Deze kan klimaatprojecten rond CO2-reducerende technologieën ondersteunen. In deze pot zit een budget van 242 miljoen euro.    

Wat kunnen we leren van Duitse industriepolitiek?
De Duitse regering heeft eerder al een groot steunpakket gepresenteerd om de industrie de komende vijf jaar te helpen met de hoge elektriciteitskosten. In dat plan staat dat voor sommige bedrijven de belasting op stroom wordt verlaagd en dat de energie-intensieve bedrijven extra subsidie krijgen. In totaal zullen ongeveer 350 bedrijven extra hulp krijgen en zo’n 2500 andere energie-intensieve bedrijven profiteren van de lagere stroomprijs. Komend jaar wordt zo’n 12 miljard euro vrijgemaakt. Berlijn geeft daarnaast ook miljardensteun voor de transitie naar een productieproces waarbij dankzij de inzet van groene waterstof amper nog broeikasgas vrijkomt. Hierbij krijgt Salzgitter 1 miljard euro, Saarstahl 2,6 miljard euro, Thyssen Krupp 2 miljard euro en Arcelor Mittal 1,3 miljard. Niet dat iedereen tevreden is. Er is ook veel onzekerheid bij werknemers bij deze groene transitie. In Duisburg laat de machtige vakbond IG Metall flink van zich horen. Want baanverlies dreigt.

Groene waterstof
Salzgitter, het staalbedrijf uit Nedersaksen, heeft bij de groene transitie besloten om niet op aardgas in te zetten maar op groene stroom. Afkomstig van wind en zon. De (deel) staat Nedersaksen heeft 26,5 % van de aandelen van Salzgitter in handen. Salzgitter gaat vanaf 2026 op groene waterstof staal produceren. Gunnar Groebler, CEO van Salzgitter, vindt dat je hiermee voorop moet lopen en dan gaat het ook lonen. Salzgitter steekt zelf 2,3 miljard euro in de vergroening. In de eerste fase maar er zijn later meer miljarden nodig. De Duitse industriepolitiek is een voorbeeld voor Nederland en de groene koers van staalconcern Salzgitter is het voorbeeld voor de staalfabriek in IJmuiden. Theo Henrar, de baas van de FME, zou voor zijn pleidooi om in Nederland ook ‘Duitse industrie politiek’ te voeren best wat meer steun mogen krijgen van de FNV en andere vakorganisaties.

Jan Berghuis is voormalig FNV-bestuurder in de metaalindustrie
Roel Berghuis is voormalig FNV-bestuurder bij de Nederlandse Spoorwegen en Tata Steel Nederland

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.