"Het belangrijkste modenummer, van het nieuwe seizoen Harper’s Bazaar is uit en staat in het teken van 'diversiteit'. Hoofdredacteur Cécile Narinx maakte in een openhartig stuk de balans op over diversiteit in de mode. ‘Anders is ook mooi’ klinkt het. Is dat zo?"
Narinx reflecteert in haar stuk op de ervaringen en kritieken bij de talkshow Pauw van april. Zo legt de modevrouw uit welke vorm het thema doorheen haar carrière is gaan aannemen, en hoe sinds recente jaren onder andere verhalen van vrouwen zoals Sylvana Simons, Anousha Nzume en Janice Deul haar mening hebben beïnvloedt. Het resultaat is een genuanceerd stuk vanwege de eerlijkheid, maar er zijn toch wat bedenkingen met deze specifieke focus op diversiteit.
Diversiteit ‘normaliseren’
De titel, zegt eigenlijk meer dan duizend woorden. Het stoort me hoe in de (mode/ media) wereld, diversiteit maar al te vaak als per definitie iets ‘vreemds’ wordt gezien. Als een onderdeel van onze samenleving dat ‘normaal’ gemaakt dient te worden of omgetoverd in iets ‘hips’. Diversiteit is gewoon heel normaal, daarvoor hebben we geen modemagazine noch iets als het BNN datingprogramma The Undateables voor nodig.
Het enige (en moeilijkste) is collectieve mentaliteitswijzing, die begint op persoonlijk vlak. En dit uit zich in wanneer je voor het eerst een gesprek met iemand hebt, je niet na de zoveelste keer wordt gevraagd waar je roots liggen. Of iets over je hoofddoek of iets anders oppervlakkig, puur over je uiterlijk. Of je nu uiteindelijk iemand bent die het wel of niet graag heeft over hebt dat ene onderdeel van zijn of haar identiteit. Met andere woorden, we moeten weg van mensen reduceren tot oppervlakkige eigenschappen.
De ‘real deal’
Modemagazines zijn een onderdeel van ‘de media’ en hebben op termijn het potentieel om de beeldvorming te corrigeren. Hun invloed zit daarom in een verscheidenheid aan kleur en ideeën over schoonheid te laten zien. Maar ondanks dit potentieel en de goodwill , moeten we niet vergeten dat uiteindelijk álle modellen op de cover het doel hebben om iets te verkopen. Dus, hoewel we meer diverse modellen zien, zijn de modellen niet de vrouwen die we in het straatbeeld zien. Modellen verkopen een zekere perfectie.
Echte vrouwen hebben zijn daarentegen imperfect perfect. Ze soms hebben acne, littekens, striae, niet het ‘ideale figuur’, haaruitval, rimpels, ze zijn niet altijd perfect opgemaakt, twijfelen soms over hun te grote neus, hebben een handicap, maar juist dat maakt ze perfect vrouw. Of beter gezegd, perfect mens. De modellen op de cover missen deze real deal. Ja logisch, kan je denken. Dat is eenmaal de industrie. Akkoord, maar daarom moeten we begrijpen dat die diversiteit in de bladen een andere soort diversiteit is dan die we dagelijks om ons heen zien.
It’s all about the money
En dat brengt me bij het laatste wat ik hierover kwijt wil. Louter, diversiteit tonen is niet genoeg. Het zal nooit genoeg zijn. De visuele aanwezigheid van diversiteit is niet zomaar democratiserend voor die ‘minderheidsgroepen’ die zo weinig in de mode / creatieve industrie worden gepresenteerd. De diversiteit-inhaalslag die in dit geval het modemagazine Harper’s Bazaar wil maken, is een waar ik een groot respect heb voor Narninx. Maar ook hier moeten we niet vergeten dat het een is die vanuit een commercieel denken voortkomt.
Hoewel het verhaal van de hoofdredacteur anders doet lijken. Want uiteindelijk in de commerciële media-industrie geldt, zoals jaren 90’ zangeres Meja zou zingen: it’s all about the money. Dat zo’n diversiteits-inhaalslag slecht is zeg ik echter zeker niet. Het is natuurlijk prima dat een modemagazine het commerciële aspect mee neemt, maar daardoor is de diversiteit altijd wel gebonden aan zekere beperkingen. Daarom is de diversiteit in de modebladen niet volledig democratiserend. Daar moeten we ons bewust van zijn.
Mooi kan ook anders
Wat maakt diversiteit dan écht democratiserend? Dan hebben het eerder over diversiteit die verder gaat dan de visuele aanwezigheid en dus op langer termijn emanciperend is. Het is de diversiteit die effectief breekt met stereotypes, met verschillende standaarden. Soms heeft deze diversiteit ook wel verschillende raakvlakken bijvoorbeeld een donker transgender model of een model met Aziatische roots en met hoofddoek, in niet de meest ‘standaard’ kleding of setting voor dergelijke modellen. Het is met andere woorden, diversiteit waar we het niet langer hebben over hoe ‘normaal’ iemands etniciteit, gender, geaardheid, religie of andere sociaal of uiterlijk onderscheidend kenmerk is. We hebben het dan over belangrijke zaken zoals talent, persoonlijkheid etc. Bovendien is deze diversiteit pas vooral mogelijk als zij die de ‘mode en media standaarden’ maken ook divers worden en divers denken. Zo lang bottom-up acties worden beperkt door top-down structuren komen we heel moeilijk verder.
Desondanks, bewonder ik toch de openhartigheid en het lef voor soms de pijnlijke zelfreflectie van mode-/ media-mensen als Cécile Narinx. Ik zeg ook niet dat het makkelijk is. Maar welke verandering was dat wel? Breken met standaarden, welke dan ook, vergt altijd een proces van moeite (van twee kanten overigens). Het betekent een spiegel voorgehouden worden, in de spiegel durven kijken en soms op moeilijke dagen, het eigen spiegelbeeld niet herkennen. Maar de (mode) toekomst is diverser dan ooit. En voor wie hoopvol blijft, mooier dan ook. Dus laten we het eerder omdraaien beste Cécile. We streven immers allemaal naar hetzelfde in onze perfecte imperfectie. Niet ‘anders is ook mooi’. Wel, ‘mooi kan ook anders’.