Discriminatie op de arbeidsmarkt is geen fabeltje

Migrantenjongeren worden het zwaarst getroffen door de crisis. De werkloosheid onder niet-westerse jongeren is inmiddels opgelopen tot 28 procent, van de autochtone jongeren zit 10 procent zonder werk. Dit zijn de keiharde cijfers die het Sociaal Cultureel Planbureau gisteren bekend maakte. Cijfers waar je stil van wordt, cijfers die te denken geven.

Naast verklaarbare oorzaken zoals schoolprestaties of het arbeidsverleden, is er meer aan de hand. De crisis lijkt ook andere bijwerkingen te hebben. Op een arbeidsmarkt waar werkgevers keuze te over hebben lijken (on)bewuste vooroordelen en discriminatie een belangrijke rol te spelen. En dat laatste is onverteerbaar.

Discriminatie op de arbeidsmarkt is geen fabeltje. Of je nu ouder bent, homo, van niet-westerse afkomst, het kan je zomaar gebeuren. Recent is het in Arnhem wederom aan het licht gekomen. Jeffrey solliciteerde bij een electronica zaak en hij werd afgewezen. Per ongeluk kwam hij achter een pijnlijke reden van afwijzen:

        

Dat meer niet-westerse jongeren werkloos thuis zitten was in Rotterdam al langer bekend. Jongeren die afwijzingen alleen wijten aan hun afkomst, drukken wij op het hart dat dat niet per sé zo is. Hupsakee: ‘niet in een slachtofferrol zitten, maar de schouders eronder’ is ons devies. Echter, berichten zoals die uit Arnhem helpen weinig. Meteen belden wij naar het bedrijf waar Jeffrey solliciteerde. Zij waren erg geschrokken van de enorme media-aandacht vertelden zij ons, maar ze zouden nog goed contact met Jeffrey hierover opnemen. Wij drukten hen op het hart dat te doen. Toen wij vorige week belden naar het bedrijf voor een stand van zaken, meldde de organisatie dat zij op advies van hun advocaat niets meer konden zeggen.

Wij zijn absoluut geen voorstander van omgekeerde discriminatie. Mensen moeten beoordeeld worden op basis van hun capaciteiten en ervaring, niet bevoordeelt op basis van hun afkomst. Maar bedrijven die bewust bezig zijn met diversiteitsbeleid zouden wel een streepje voor moeten hebben wat ons betreft. Niet alleen omdat in bijvoorbeeld Rotterdam ondernemen, inhoudt dat je een bedrijf voert in een van de meest multiculturele steden van de wereld. Waar wij onwijs trots op zijn. Maar ook omdat het meer creativiteit, sociaal gevoel en wellicht omzet genereert om een goede afspiegeling van je omgeving op de werkvloer te hebben.

Rotterdam heeft op voordracht van de Partij van de Arbeid in 2007 een diversiteitsbeleid ontwikkeld. Kern van de aanpak: diversiteit als kwaliteit. Een wereldstad als Rotterdam met bijna 180 nationaliteiten kun je alleen goed besturen als je weet wat er in de samenleving speelt en respect hebt voor een ander. Daarom was het zo belangrijk dat ook onze eigen ambtenaren een goede afspiegeling vormen van de stad.

We zijn blij dat het kabinet onlangs heeft aangekondigd te onderzoeken hoe discriminatie op de arbeidsmarkt verder aangepakt kan worden. Discriminatie in welke vorm dan ook is onacceptabel. Maar ook voor de gemeente Rotterdam zien we nog kansen om een stap verder te gaan, bijvoorbeeld met ons inkoopbeleid. Als gemeente stellen we eisen aan onze partners waarbij we inkopen. Wat ons betreft voegen we hier als voorwaarde een goed diversiteitbeleid aan toe. Zo bouwen we positieve prikkels in voor bedrijven om ook hier mee te bouwen aan een mooier Rotterdam. Een Rotterdam waarin iedereen volwaardig meetelt. Want het is te gek voor woorden dat anno 2014 in ons Rotterdam, een van de meest multiculturele steden ter wereld, het nog steeds uitmaakt of er Jan of Mohammed boven een sollicitatiebrief staat.

Fatima Talbi (kandidaat raadslid PvdA Rotterdam)

Peggy Wijntuin (kandidaat raadslid PvdA Rotterdam)