Kinderen die niet in het schoolsysteem lijken te passen, ik ken er zo
veel. Wie gaat er voor hen vechten die dat zelf niet goed kunnen?
Mijn oudste dochter kreeg haar HAVO-diploma vorige week donderdag. Ze is dit schooljaar niet zo veel op school geweest. Vaak viel ze pas tegen de ochtend in slaap vanwege pijn in haar lijf. Een schouder die niet helemaal in de kom zit, polsen en handen die zoveel pijn doen dat ze niet weet hoe ze ze neer moet leggen en ga zo maar door.
Daarnaast is ze dit schooljaar begonnen met revalideren. Twee tot drie keer per week moet ze met de taxi naar Zwolle om diverse therapieën te volgen. Het revalidatiecentrum stuurt iedere week de planning voor de volgende week. Als revalidant heb je je aan te passen aan de agenda’s van de behandelaars, dus ook dat was vaak onder schooltijd. Ze heeft een enorm gevecht moeten voeren op school om ondanks haar hoge verzuim toch gewoon examen te mogen doen. Sommige docenten waren behulpzaam, anderen vonden het niet kunnen dat ze ‘zomaar’ wegbleef in hun lessen.
Nou is mijn oudste dochter een eigenwijs ding en zal ze hier en daar flink tegen een irritatiespier hebben getrapt, maar de bereidheid om mee te bewegen met een ziek kind is mij tegengevallen. Uiteindelijk kwam alles goed hoor. Ze kreeg extra tijd tijdens de schoolexamens, mocht af en toe een stukje lopen omdat drie uur zitten niet te doen is, kreeg een bureaustoel in plaats van die akelige schoolstoeltjes en sommige examens mocht ze met een laptop maken omdat schrijven te pijnlijk is. Toen haar diploma uitgereikt werd noemde haar mentor haar een enorme doorzetter, omdat ze ondanks haar ziek zijn en het revalideren met prachtige cijfers geslaagd is. En dat is ze ook. Gelukkig hielp op het laatst de zorgcoördinator goed mee en ook sommige docenten hadden begrip voor haar situatie, maar het meeste heeft ze toch alleen moeten bevechten.
Mijn zoon kreeg eergisteren zijn TL-diploma. Hij is dit schooljaar niet vaak op tijd geweest. Zijn mentor die hem zijn diploma uitreikte prees niet alleen het aantal, maar ook de creativiteit van de smoesjes die hij verzonnen heeft gedurende zijn carrière op dit onderwijsinstituut. Wij konden daar wel om lachen. Zoon zit in Zwolle op school. Ook hij was begonnen in Kampen. Op dezelfde school als zijn zussen, maar daar wilde het niet lukken. Hij was zijn boeken, agenda, fietssleutel en huiswerk om de haverklap kwijt of vergeten.
De school heeft van alles geprobeerd, maar het lukte hen niet om mijn zoon in het systeem te laten passen. Uiteindelijk konden ze hem niet langer houden. De school in Zwolle is een zogenaamde bovenschoolse voorziening. Dat betekent dat (een deel van) het rugzakgeld van een aantal omliggende scholen deze school financiert. Op deze school kijken ze naar het individuele kind. Wat is er nodig om hem of haar zijn diploma te laten halen? Daarnaast wordt er geïnvesteerd in gedrag. Veel kinderen waren als persoon enorm gegroeid in de jaren hier op school, zeiden hun mentoren bij het uitreiken van de diploma’s. Wat een fijne school. Het is geen speciaal onderwijs, maar de klassen zijn kleiner, de meeste leraren ‘chill’ (aldus zoon) en er is een intern begeleider in dienst. Deze laatste is zijn gewicht in goud waard.
Na afloop van de diploma-uitreiking heb ik afscheid van hem genomen. Drie dikke zoenen kreeg hij. En een hoeveelheid veren in zijn achterste waar een pauw jaloers van zou worden. Hij was de eerste die, na het fiasco op zijn vorige school, geloofde in mijn zoon. Hij was degene die mij steunde en sterk maakte in alle gesprekken die we hebben gevoerd. Hij was degene die ook kon confronteren, waardoor mijn zoon leerde meer verantwoordelijkheid te nemen. “Ik ben zó FAN van die jongen!”, riep hij dinsdagavond. “En ik heb zo voor hem gevochten hier op school. Ik heb er zelfs ruzie over gehad met collega’s. Maar hij heeft het mooi waargemaakt, of niet.” Vervolgens kwam zoon er bij staan. Ze namen afscheid. Schudden elkaar de hand en gaven elkaar een mannenknuffel. “Ik vind dit moeilijk, moet even een peukje roken buiten”, zei de intern begeleider en weg was hij.
Ook met zijn mentor van het derde leerjaar heb ik gesproken. Voor hem en alle andere medewerkers was deze avond een beetje dubbel. De school gaat namelijk sluiten. Een aantal van de participerende schoolbesturen denkt de zorg voor deze bijzondere leerlingen zelf te kunnen bieden. Vorig jaar zijn al veel leerlingen teruggestroomd naar het reguliere onderwijs. Voor slechts een enkeling was er plek in het speciaal onderwijs. Komend schooljaar zijn er nog maar zeven medewerkers in dienst. De rest is op zoek naar een andere baan of heeft al wat gevonden. Deze zeven zullen de laatste twee klassen begeleiden naar het eindexamen. “Als mijn zoon niet op deze school had gezeten denk ik dat hij nu geen diploma had gehad”, zei ik tegen zijn oud-mentor. Deze beaamde dat en zei dat dat niet alleen voor mijn zoon geldt, maar voor heel veel leerlingen. Het slagingspercentage was dit jaar maar liefst 96,2 procent! Uitzonderlijk hoog.
Ik ben trots op mijn beide geslaagde kinderen. De een heeft voornamelijk zelf geknokt, de ander had supporters op zijn school. De een blijft nog even revalideren en de ander begint straks op het MBO, de opleiding jeugdzorg. Misschien wordt hij later ook wel zo’n kei van een (intern) begeleider. Die van hem was in ieder geval toen hij jong was minstens zo’n rotjoch als mijn zoon, dus het moet kunnen.
Ik ben trots op mijn kinderen, maar heb zorg over het onderwijs. Bovenschoolse voorzieningen sluiten, speciaal onderwijs wordt enorm gekort. Iedereen moet weer ‘gewoon’ naar school, maar sommige scholen kunnen gewoon (nog) niet bieden wat deze kinderen nodig hebben. Ik heb dat gezien aan mijn eigen kinderen en hoor het te vaak om me heen. Kinderen die niet in het schoolsysteem lijken te passen, ik ken er zo veel. Wie gaat er voor hen vechten die dat zelf niet goed kunnen? Wie blijft in hen geloven, ook al lijken ze een tijd lang onhandelbaar? Maar de belangrijkste vraag van alle: wie maakt dat er anders gekeken wordt naar kinderen en naar onderwijs, wie leert scholen dat niet het kind in het systeem, maar dat het systeem om het kind moet passen?