Als je uitzoomt, als je van buitenaf naar de situatie kijkt, dan zie je hoe verziekt en onhoudbaar de hele veesector is
Niemand wil beelden van dierenleed in de veehouderij zien: ze worden weggeklikt, op Twitter en Facebook aangemerkt als ‘gevoelige content’, ze worden niet getoond in zogenaamd ‘transparante’ inkijkjes in het productieproces. Maar als dierenactivisten protesteren tegen het dierenleed waarvan iedereen wegkijkt, stuiten ze op een muur van zwijgen. Wat moeten ze dan?
Een greep uit het recente nieuws over onze veeindustrie: fraude met mest en mestverwerking , Nederland wereldwijd in de kopgroep van stikstofuitstoot , effecten op ons drinkwater , gevolgen van fijnstof voor longaandoeningen, weer een stalbrand, weer een langeafstandstransport met halfdode dieren, misstanden bij het toezicht in slachthuizen door de NVWA , een bezetting en undercover opnamen van dierenleed. Is het het allemaal waard?
Verziekt en onhoudbaar In tegenstelling tot wat minister Carola Schouten suggereerde met haar opmerking dat veehouders “ons voorzien van ons dagelijks voedsel”, is het grootste deel van ons vlees en onze zuivel voor de export. Met het ruime aanbod van gezonde plantaardige alternatieven hebben we vlees in feite ook niet meer nodig voor eigen land. De productie kost onevenredig veel landbouwgrond en door onze export worden kleine lokale boeren elders in de wereld kapot geconcurreerd. Ook onze eigen kleine boeren kunnen ternauwernood het hoofd boven water houden.
Als je uitzoomt, als je van buitenaf naar de situatie kijkt, als je er niet geleidelijk in was meegezogen, dan zie je hoe verziekt en onhoudbaar de hele sector is – zeker vanuit alle kennis die we nu hebben: over de effecten op natuur, milieu, klimaat, over de emoties van dieren zoals bijvoorbeeld onlangs benoemd door Frans de Waal , waardoor we weten dat ze lijden net als wij – en dat allemaal om via een dier planten om te zetten in voedsel, terwijl we die plant ook rechtstreeks tot voedsel kunnen verwerken zonder tussenkomst van een dier.
Ik ben geen voorstander van illegale acties, maar ik heb begrip voor de Meat the Victims-activisten die de varkensstal in Boxtel bezetten. De beelden die zij van de dieren hebben gemaakt spreken voor zich. De meeste mensen begrijpen intuïtief wel dat een dier niet een soort bloemkool is waarvan je zegt dat ie het goed doet als ie groeit, maar een wezen met een eigen karakter, een eigen natuur; met een diepgewortelde oerdrift om, net als wij, z’n omgeving te exploreren, te bewegen, een eigen nestje te bouwen, in een groep te leven met soortgenoten van alle leeftijden, eigen kinderen te zogen, verzorgen en knuffelen. Instincten die ieder dier heeft, niet anders dan bij ons.
Als je dat beseft, en je ziet de beelden van een zeug in Boxtel , ingeklemd tussen stangen, nauwelijks in staat tot bewegen of tot contact met haar biggen, dan breekt je hart. Dit is verschrikkelijk. En de schaal waarop we dit doen is zo enorm, en iedereen kijkt zó de andere kant op – ik denk dat generaties na ons zullen zeggen: ‘Het is niet te bevatten dat mensen dit deden, en waarvoor? Als het nou een enorm probleem oploste, maar nee, het gaf nog veel meer problemen!’
Arrogantie van de macht Maar als je nu wijst op het lijden van dieren en hun recht op een dierwaardig bestaan, word je volstrekt genegeerd door de powers that be. Carola Schouten, die stelde dat we als mens het recht hebben deze dieren te gebruiken, zweeg toen ik haar vroeg (in een ingezonden brief in Trouw ) of landbouwdieren niet ook Gods schepselen zijn en mededogen verdienen.
De grootste investeerder Rabobank zweeg, toen ik vroeg hoe investeringen in deze bedrijfstak te verenigen zijn met haar dierenwelzijnsbeleid. De Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde zweeg, nadat ik op hun verzoek om de ‘dialoog’ aan te gaan een stuk schreef om de feiten op een rij te zetten.
De undercover beelden uit stallen zijn dermate schokkend dat ze op sociale media steevast worden aangemerkt als gevoelige content, maar de NVWA constateert ijskoud dat er geen overtredingen te zien zijn. Dus dat waarvan wij allemaal vinden dat het te erg is om naar te kijken, is dagelijkse gang van zaken voor miljoenen dieren in Nederland. Politici van CDA en VVD, die altijd klaar staan om te zeggen dat het dierenwelzijn hier zo goed geregeld is: ze zwijgen wanneer je op Twitter vraagt wat ze van deze beelden vinden.
Die muur van zwijgen als reactie op zulk flagrant onrecht typeert de gekmakende, kwaad makende arrogantie van de macht. Het heeft tot gevolg dat mensen wanhopig worden. Ze zien het dierenleed, ze zien mensen en organisaties die wegkijken en het geen lor kan schelen, en alles wat ze proberen om gehoord te worden stuit op die kille muur van onwil.
Onze politici staan te popelen om te luisteren naar boze burgers die voor hun eigenbelang opkomen. Maar niet naar deze mensen: dierenbeschermers die worden gedreven door empathie en compassie; die een beroep doen op onze moraal en beschaving, niet voor hun eigenbelang maar voor weerloze dieren die niet voor zichzelf kunnen opkomen. Mensen die hun hart laten spreken en die ook nog eens alle wetenschappelijke feiten aan hun zijde hebben. Dat de zittende macht deze mensen zo ijzingwekkend de rug toekeert, illustreert een welbewuste keuze om blind te blijven voor de ongekende schandvlek waarvoor ze verantwoordelijk is.