Bij gebrek aan respect lonkt de weg van geweld: if you can’t join them, beat them!
We weten waardoor jihadgangers hun heil bij geweld zoeken. Gegeven die kennis hoeven we ons niet af te vragen of bestaande deradicaliseringsprogramma’s zinvol zijn. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) vroeg het zich wél af, zo meldt het weekblad Elsevier (4 oktober). NCTV weet nu ook dat een effectief ‘medicijn’ nog niet bestaat en praktisch wensdenken is.
Diagnose Met een indringende belangstelling bracht de terrorismedeskundige Jessica Stern jaren door bij militante groeperingen in de islamitische wereld, analyseerde hun gedrag, handelen en de achterliggende motieven. Zij kwam tot een overtuigend inzicht en legde haar bevindingen neer in de overrompelende studie Terror in the Name of God (2003). In een interview vatte ze de voedingsbodem van het probleem als volgt samen: ‘Mij lijken gevoelens van vernedering en vervreemding de kern van het probleem. Ik zou daarom een oorlog tegen de vernedering willen afkondigen, maar hoe doe je dat?’ Stern is niet de enige die nadrukkelijk heeft gewezen op de rol van schaamtevolle ervaringen als uitzonderlijk krachtige brandstof voor geweld. Ook internationaal vermaarde wetenschappers als Hans Magnus Enzensberger, Roy Baumeister, Abram de Swaan en Olivier Roy trekken strakke lijnen tussen (de angst voor) vernedering en geweldsuitbarstingen. Je kunt ook bij mijn De terreur van schaamte (2015) en Schaamrood (2017) terecht om nader geïnformeerd te worden.
Schaamte Hoe overtuigend de diagnose van Stern en anderen ook mag zijn, ze geven geen antwoord op de vraag hóe om te gaan met wat we in het dagelijks leven ‘schaamte’ noemen: die vernedering en vervreemding én de angst voor herhaling ervan. Het is mogelijk ook teveel gevraagd om zowel een algemene diagnose als de remedie aan te bieden. We hebben inmiddels echter de nodige sociologische, sociaalpsychologische en neurologische kennis van wat schaamte behelst, hoe het ontstaat én wat het kan uitrichten. We weten met welk ingrijpend sociaal-emotioneel fenomeen we te maken hebben. Daarmee wordt het mogelijk om hulpverlening, preventie en interventies realistischer vorm en inhoud te geven. Zo weten we dat de ernstigste vormen van schaamte worden opgedaan in de eigen sociaal-culturele groep, in onderhavig geval, die waartoe de jihadgangers behoren: de moslimgemeenschap. Dit werd zeer recentelijk nog eens nadrukkelijk onderstreept door Souad Mekhennet in haar journalistieke zoektocht I was told to come alone; My journey behind the lines of jihad (2017).
Schaamte-ervaringen staan in onze ziel gegrift als letters in marmer: voor de rest van ons leven. Ze zijn onuitwisbaar, uiterst pijnlijk en vormen de ader van een vrijwel onverzadigbare verlangen naar het zo dikwijls gehoorde ‘respect’, dat wil zeggen geborgenheid, waardering en bewondering. Bij gebrek daaraan lonkt de weg van geweld: if you can’t join them, beat them!
Respect Vernedering verlangt respect ter compensatie – goedschiks of kwaadschiks. Meer dan eens is het ondoenlijk om dat respect te verkrijgen in de eigen moslimgroep en in de bredere maatschappelijke context. Een rechtvaardiging voor een gewelddadige (uit)weg is vervolgens gemakkelijk te vinden. De jihadganger is – in de eigen beleving – slachtoffer van het decadente Europa en van de eigen moslimgroep die de leer van de Koran verzaakt. Respect wordt vervolgens in de koesterende jihadgroep wél gevonden, hoe kortstondig die soms mag zijn in dit aardse leven. Wie meent die koestering te kunnen aftroeven hier in Europese landen met werk, een woning en de druk van de familie en de imam, weet niet wat schaamte-ervaringen uitrichten.
Het opdoen van ernstige schaamte-ervaringen in het eigen verleden, een gebrek aan koesterende geborgenheid in het heden en een ontbrekend toekomstperspectief worden door de jihad ruimschoots goedgemaakt. Als jihadstrijder weet je je geborgen tot in het hiernamaals. Met gewelddadige agressie wreken de jihadstrijders de eigen opgelopen schaamte. Het is een betoverend (droom)beeld dat strijders zichzelf en lotgenoten in de Europese landen voorhouden. Die reis en de oorlogservaringen zijn vervolgens voor de jihad-spijtoptanten tot een nieuwe en extra belastende schaamte-ervaring verworden. Hierbij voegt zich ook nog het deserteren uit de gewelddadige jihad.
Drieluik Kunnen de Europese landen in het algemeen en de moslimgemeenschappen in het bijzonder het broodnodige respect garanderen voor de potentiële jihadspijtoptant? Die moslimgemeenschap en Westerse samenleving bezorgden hem of haar juist de schaamte-ervaringen die het afreizen naar Syrië en Irak voedden. Het drieluik is zichtbaar dat voor het afkicken ingekleurd moet worden, namelijk a] een regulier acceptabele geborgenheid in het heden; b] een duurzaam toekomstperspectief; c] een evenwichtige emotionaliteit, d.w.z. het verwerken van de gemankeerde, door schaamte aangestuurde emotionaliteit die in het (recente) verleden werd opgelopen.
Ga er maar aanstaan! Het is dan ook praktisch een retorische vraag of de eigen moslimgemeenschappen en de Westerse samenlevingen een afdoende alternatief (kunnen) vormen voor de terugkerende jihadganger en zodoende zal deradicaliseren. Het betreft feitelijk niets anders dan wensdenken om ons gemoed gerust te stellen.
Toch maar eens kennisnemen van de explosieve reikwijdte van schaamte. Gegeven een onbevredigend alternatief voor de jihad zijn en blijven de schaamte-ervaringen een kruitvat met een lontje dat gemakkelijk aangestoken kan worden. Niet voor niets bouwen we al eeuwen het kruithuis zo ver mogelijk buiten de woonkernen. Of, in stijl met het onderwerp, vertrouw op Allah, maar bind eerst je kameel vast.