Denemarken schrapt christelijke feestdag om geld vrij te maken voor defensie

Denemarken schaft de Grote Gebedsdag (Store Bededag), een nationale christelijke feestdag die op de vierde vrijdag na Pasen valt, af. De regering wil op deze manier meer belastinginkomsten binnenhalen. Dat geld moet naar defensie. Net als andere Europese landen voert Denemarken de defensieuitgaven op sinds met de invasie in Oekraïne voor iedereen duidelijk is dat Rusland niet terugdeinst voor een oorlog om de politieke wensen van Poetin te realiseren. "Denemarken is van plan om de Navo-doelstelling van 2 procent voor defensie-uitgaven tegen 2030 te halen - drie jaar vroeger dan gepland," schrijft De Standaard.

De maatregel werd met een aanzienlijke meerderheid  (95-68) aangenomen door het parlement na langdurige debatten. Onder meer vakbonden protesteerden tegen het plan van de regeringscoalitie van sociaaldemocraten en conservatieven. Economen twijfelen of de maatregel wel het beloofde effect zal hebben. In ruil voor het verlies van de vrije dag krijgen werknemers met een vast contract een salarisverhoging van 0,45 procent. 

DeStore Bededag werd in 1686 ingevoerd. Het is de samenvoeging van een verzameling minder belangrijke katholieke feestdagen die werd ingesteld nadat de protestanten de macht overnamen in het land.