Denemarken trekt de verblijfsvergunningen in van Syrische vluchtelingen en treft voorbereidingen hen uit te zetten. Volgens de Deense overheid zijn delen van het door oorlog verscheurde Syrië “ aanzienlijk verbeterd ” en veilig genoeg om naar terug te gaan. Een aantal Syriërs is in afwachting van hun uitzetting in detentiecentra geplaatst. Het gaat vooral om vrouwen en ouderen.
Sinds afgelopen zomer hebben zo’n 189 Syrische vluchtelingen te horen gekregen dat hun verblijfsvergunning niet meer wordt verlengd. De status van nog eens 500 Syriërs wordt momenteel geëvalueerd. Het gaat vooral om mensen die uit Damascus of de directe omgeving van de Syrische hoofdstad zijn gevlucht voor het regime van dictator Assad.
Dat Assad nog altijd de scepter zwaait in het land, is voor de Denen geen reden om terughoudend te zijn in het uitzetbeleid. De redenatie is dat Assad de grip op het overgrote deel van Syrië terug heeft en er vooral nog in het noorden van het land wordt gevochten. En geen gevechten, betekent een veilige terugkeer, zo meent de Deense overheid. De Raad voor Vluchtelingen in Denemarken is met stomheid geslagen. Zij wijzen erop dat niet alleen de Verenigde Naties noch enig ander land Syrië tot veilig terugkeergebied hebben bestempeld, maar dat het uitblijven van bombardementen bij lange na niet betekent dat de vluchtelingen er geen gevaar meer lopen.
Volgens de Raad is een van de voornaamste oorzaken dat mensen vluchten nog altijd springlevend, namelijk de reden voor het uitbreken van de zogenoemde Arabische lente waarbij de bevolking massaal in opstand kwam: Bashar al-Assads gevreesde geheime dienst. Die dienst is verantwoordelijk voor het oppakken en martelen van meer dan 100.000 Syriërs sinds de oorlog in 2011 uitbrak. Veel van de slachtoffers verdwenen zonder ook maar enig spoor. Mensenrechtenorganisaties waarschuwen voor willekeurige massademonstraties, vooral in gebieden die voorheen in handen waren van rebellen.
Behalve het gevaar altijd en overal zonder enige aanleiding opgepakt te worden, is ook de infrastructuur in het land nagenoeg vernietigd. In veel gebieden waar de afgelopen tien jaar hevig gevochten is, is nog geen enkel begin gemaakt met een wederopbouw. Hele wijken liggen in puin, water en elektriciteit zijn schaars. Nadat vorig jaar de Syrische munt instortte, zijn voedselprijzen met 230 procent gestegen.
Volgens de Deense vluchtelingenorganisatie Vluchtelingen Welkom hebben vooralsnog zo’n dertig Syriërs hun zaak definitief verloren. Rechtstreeks deporteren kan echter niet, omdat de regering in Kopenhagen geen diplomatieke banden onderhoudt met die in Damascus. Tot daar een oplossing voor is gevonden, zijn de Syriërs in detentiecentra geplaatst en is het voor hen niet langer mogelijk te werken of studeren en zijn ze uitgesloten van het Deense zorgstelsel. Het betreft vooral ouderen en vrouwen, die veelal gescheiden worden van hun kinderen. Mannen worden vooralsnog niet met uitzetten bedreigd, omdat de Deense overheid erkent dat gevaar lopen in Syrische militaire dienst te moeten, of dat zij worden gestraft omdat ze dienstplicht hebben ontlopen door te vluchten.
In Denemarken verblijven in totaal zo’n 35 duizend Syrische vluchtelingen. Behalve het intrekken van verblijfsvergunningen, biedt de Deense overheid Syriërs ook een “oprotpremie” van zo’n 25 duizend euro bij een vrijwillige terugkeer. Slechts 137 mensen hebben daar gebruik van gemaakt, de rest verkiest veiligheid boven geld.
Het regeringsbeleid ten aanzien van vluchtelingen en migratie in het algemeen, is de afgelopen jaren verhard. Dat heeft mede te maken met de opkomst van de extreemrechtse Deense Volkspartij. De centrum-linkse regeringscoalitie voert een harde lijn op het gebied van immigratiepolitiek, omdat het naar de gunst van de werkende klasse hengelt die in toenemende mate zijn heil zoekt bij extreemrechts. In 2016 raakte de Deense overheid wereldwijd in opspraak nadat een wet werd doorgevoerd waarmee bezit van vluchtelingen bij de grens kon worden afgepakt. Wie Denemarken in wilde moest geld of sieraden inleveren om voor het verblijf te betalen. Een maatregel die velen deden denken aan het Duitsland van de jaren dertig van de vorige eeuw.