Den Haag moet meer respect tonen voor de trotse politici op Saba
• 15-03-2019
• leestijd 3 minuten
Regels die logisch lijken in Den Haag zijn onzinnig voor Saba
Het was een typisch verhaal dat me werd verteld op Saba, het prachtige eilandje in de Cariben, dat sinds 2010 onderdeel is van Nederland. Na de orkaan Irma kwam de Koning op bezoek, om de schade te bekijken. Maar de Sabanen hadden al zoveel puin geruimd en schade hersteld, dat sommige bewoners zich afvroegen of Willem-Alexander nog wel een goed beeld zou krijgen. Het is een anekdote, de schade op het vulkaaneiland was wel degelijk groot, hoe flink de mensen ook hadden aangepakt. Maar het zegt iets over de trots van deze bewoners, die al eeuwenlang hard werken om hun paradijs te bewaren.
Eilandsraad Saba is een vulkanisch eiland, met een bijzonder tropisch nevelwoud (Mount Scenery), de mooiste koraalriffen ter wereld (Saba Marine Park) en een unieke bevolking van minder dan 2.000 inwoners. De Sabanen stammen oorspronkelijk af van Schotse, Ierse en Zeeuwse piraten – de voertaal is Engels. Als wij op 20 maart in Europees Nederland gaan stemmen voor de provincies, gaan ze op Saba stemmen voor de eilandsraad. Voor de eerste keer zullen de mensen op Saba (die niet onderdeel zijn van een provincie) ook kunnen stemmen voor de Eerste Kamer. Het ‘gewicht’ van deze stemmen leidt slechts tot 0,01 zetel.
De SP is de enige socialistisch partij in Nederland, zeg ik altijd, maar eigenlijk is dit niet waar. Want sinds 2010 kent ons land nóg een socialistische partij, de Saba Labour Party (SLP). Leider van deze partij is Ishmael Levenston, die met enkele onderbrekingen sinds 1975 lid is van de eilandsraad. Levenston is een markante politicus, meestal geheel gekleed in het wit, met een lange grijze baard en jongensachtige pretogen, ondanks zijn leeftijd van 78 jaar. De laatste tijd sukkelde Ishmeal met zijn gezondheid, daarom heeft hij ruimte gegeven aan de jeugd, zijn partijgenoot Monique Wilson is nu lijsttrekker geworden.
Op 20 maart mogen 1.105 Sabanen hun stem uitbrengen, voor een eilandsraad van vijf leden. Ishmael Levenston staat op twee van de lijst van de SLP. Deze ‘oppositiepartij’ heeft ook nu twee zetels. De andere drie zetels zijn voor de Winward Islands People’s Movement (WIPM), ofwel de ‘regeringspartij’. Ik zet dit tussen aanhalingstekens, omdat politieke polarisatie dit eiland vreemd is, de besluiten in de eilandsraad worden meestal met algemene instemming genomen. Door dit stabiele bestuur kunnen grote projecten worden aangepakt, zoals een groot park voor zonne-energie en de ontwikkeling van de haven.
In het nabijgelegen Sint Eustatius, eveneens sinds 2010 onderdeel van Nederland, worden geen verkiezingen gehouden, omdat het lokale bestuur door de regering buiten spel is gezet vanwege fraude en onwettelijk handelen. De meest invloedrijke politicus op dit eiland dreigde zelfs de Nederlandse militairen te vermoorden, die na de orkaan Irma kwamen helpen om de schade te hertstellen. Het contrast met het zustereiland Saba kan niet groter zijn. Ook het verschil met Bonaire is groot, waar sinds 2010 lokale politici vooral druk zijn geweest met onderling geruzie en niet met de zorgen van de mensen op het eiland.
Kleinschalig lokaal Ik hoop natuurlijk dat op Saba de SLP zal winnen, maar bij de WIPM is het eiland ook in goede handen. Veel meer zorgen maak ik me over de houding van Nederland. Het kleine Saba wordt nu grotendeels bestuurd vanuit tien ministeries in Den Haag, waar ambtenaren zitten die veel verstand hebben van wetten en regels, maar niet van kleinschalig lokaal bestuur in de Cariben. Daar kunnen die ambtenaren ook niet veel aan doen, maar op Saba worden ze er gek van. Om telkens weer te moeten uitleggen dat regels die logisch lijken in Den Haag, onzinnig zijn voor Saba. Dat bewoners veel dingen echt beter zélf kunnen.
Al in 2015 werd in The Bottom, de hoofdplaats van Saba, op mijn initiatief een ‘Saba-Summit’ gehouden, waarin Tweede Kamerleden en de lokale politici afspraken maakten over praktische dingen die Saba beter zélf zou kunnen doen, zonder afhankelijk te zijn van de stroperige bureaucratie aan de andere kant van de wereld. Elk jaar daarna zijn opnieuw beloften gedaan aan Saba, maar elk initiatief is tot op heden gestrand in de ministeries. Al die mensen op Saba tonen al vele jaren hun kunde en goede wil. Na 20 maart moet Den Haag wat meer respect tonen voor Saba en de politici hier wat meer vertrouwen geven.