© cc-foto: H.P. Brinkmann
De energiemarkt is tekortgeschoten en de privatisering is mislukt, zo klinkt het steeds luider sinds de gas- en elektriciteitsprijzen de lucht in schieten. Daarom herleeft het idee om energiebedrijven weer te nationaliseren. Maar is de keuze inderdaad binair: privaat of staatsbezit? Ik opper een alternatief: democratiseer energiemaatschappijen! Het biedt een weg uit de energiecrisis en naar een eerlijke energietransitie.
Een schaarste is op de gasmarkt ontstaan, onder andere door de oorlog in Oekraïne. Hierdoor boeken energieproducenten recordwinsten, zonder in duurzame alternatieven te investeren of minder afhankelijk van het buitenland te worden. Zo behaalden Shell en Vattenfall in het vorige kwartaal hun hoogste winst ooit, respectievelijk 11,5 miljard dollar en 570 miljoen euro. De schaarste stuwt niet alleen de gas- en elektriciteitsprijzen op, maar maakt ook allerhande producten duurder. Met hoge inflatiecijfers als gevolg, waarbij zowel huishoudens als diverse productiebedrijven moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen.
Eerder gaf minister van Financiën, Sigrid Kaag, aan dat financiële compensatie onmogelijk is voor hen in economisch zwaar weer, want ‘we moeten beseffen dat we samen stukje armer zullen worden’. Toch besluit de overheid een prijsplafond in te stellen, wat de regering een astronomisch groot bedrag kost, namelijk 23,5 miljard euro. SP-fractievoorzitter Lilian Marijnissen noemde dit besluit immoreel en stelde voor om de Nederlandse energiesector te nationaliseren. Zo is er volgens haar meer grip op betaalbaarheid, duurzaamheid en leveringszekerheid. Dit voorstel werd echter verworpen omdat de meerderheid van de Tweede Kamer van mening is dat het tekort aan gas op deze manier niet wordt opgelost. Bovendien wordt het overheidsorganisaties vaak verweten inefficiënt te zijn en kan de centrale besluitvorming als risicovol worden beschouwd.
Democratie op de werkvloer
Private energiebedrijven lijden momenteel onder dezelfde problemen als de meeste bedrijven in ons huidig economisch systeem waarbij financiële markten en investeringsmaatschappijen het liefst oneindige groei zien, zodat er zo hoog mogelijke dividend kan worden uitgekeerd aan aandeelhouders en CEO’s. Zodoende stegen de beloningen van CEO’s met 120% tussen 2005 en 2020, zo wijst een analyse van Het Financieele Dagblad uit. Dit terwijl in dezelfde periode de cao-lonen slechts met ongeveer 30% toenamen. Mede hierdoor is de economische ongelijkheid de afgelopen 10 jaar enorm verslechterd en was alleen mogelijk doordat besluitvorming gecentraliseerd in de bestuurskamer plaatsvindt. Dit selecte gezelschap lijkt minder oog voor de samenleving en het klimaat te hebben, waardoor een moreel kompas grotendeels ontbreekt. Een systeemverandering waarbij ouderwetse nutsbedrijven de maatschappij dienen is dus hard nodig.
Er is genoeg bewijs dat het huidige kapitalisme uit zijn voegen treedt. Hierom komt onder andere de vrijemarkteconomie onder vuur te liggen, maar hier wil ik in dit stuk niet de nadruk op leggen. Waar ik me op wil focussen is de herstructurering en -organisatie van energiebedrijven. De torenhoge gasrekeningen en klimaatverandering kunnen worden geadresseerd door democratische principes te introduceren in het bedrijfsleven. Deze aanpassing is helemaal niet zo’n gek idee als je beseft dat we democratische waarden zo hoog waarderen in onze samenleving, maar dat deze zelfde waarden niet in economische verhoudingen worden gereflecteerd.
Gekozen managers en delen van de winst
David Schweickart, professor filosofie aan Loyola University Chicago deed in 1996 al een voorstel in zijn boek Against capitalism hoe zo’n democratisch bedrijf eruit zou kunnen zien. In zijn model staan de participatie van medewerkers en het delen van de winst centraal. Schweickart beschouwt een democratisch georganiseerd bedrijf als een gemeenschap die wordt bestuurd door zijn medewerkers. Dit betekent dat managers democratisch worden gekozen en de medewerkers collectief verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse bedrijfsprocessen, zoals productietechnieken en winstverdeling. Het uitgangspunt is dus dat medewerkers net zo capabel zijn om te stemmen op een manager als op een politicus.
Daarnaast gaat alle winst naar de medewerkers, nadat alle niet-arbeidskosten en belastingen zijn afgetrokken. Hierdoor staat niet winstmaximalisatie voor aandeelhouders centraal in de bedrijfsvoering, maar gaat de winst naar de mensen die in het bedrijf zelf werkzaam zijn en wordt een breder belang gediend. Mede hierdoor zijn democratische georganiseerde bedrijven vaak efficiënter en productiever dan ‘gewone’ organisaties. Dat tonen diverse onderzoeken aan van onder andere David Levine en Laura Tyson, en onderzoek van Derek Jones en Jan Svejnar. Wanneer medewerkers worden meegenomen in besluitvorming resulteert dit juist in lange termijn investeringen en winstgevendheid. Logisch, want de inkomsten van medewerkers zijn direct afhankelijk van de prestaties van hen zelf en hun managers en het succes van het bedrijf in zijn geheel.
Bovendien worden milieukwesties vaker aangedragen en meegenomen in besluitvorming in een democratische organisatie dan in een privaat bedrijf, zo toont onderzoek van Richard Wolff aan. Ook zijn werknemers zich meer bewust van hun sociale rol en intrinsiek gemotiveerd om duurzamer te handelen, omdat zij meer worden blootgesteld aan de gevolgen van klimaatverandering dan een klein clubje bestuurders die genoeg kapitaal heeft om deze consequenties te ontvluchten. Zo laten ook medewerkers van democratische fabrieken in het Baskische dorp Mondragon zien, die meer gemeenschapszin ervaren door hun betrokkenheid bij de bedrijfsvoering. Dus niet alleen het belang van de medewerkers en klanten geldt, maar ook dat van de samenleving in zijn geheel, inclusief dat van het klimaat, het milieu en de biodiversiteit.
Een eerlijke en groene toekomst
Hoewel een democratisch georganiseerd bedrijf de energiecrisis niet op korte termijn kan oplossen door een schaarse grondstof op een magische wijze te vermenigvuldigen, is het wel een succesformule voor een eerlijke en duurzame toekomst. Dit omdat democratische energiebedrijven vaker kiezen voor een eerlijkere verdeling van de winst, meer langere termijn beslissingen nemen en vaker milieukwesties meewegen in hun besluitvorming dan private energieproducenten.
Bovendien gaat deze aanpassing niet ten koste van de efficiëntie en vindt er decentrale besluitvorming plaats, waardoor een democratisch bedrijf beter zou kunnen functioneren dan een nutsbedrijf. Deze herstructurering zal de economie en het klimaat ten goede komen. Enerzijds doordat economische ongelijkheid zal afnemen. Anderzijds omdat investeringen in duurzame alternatieven dan meer waarschijnlijk zullen zijn, waardoor Nederland minder afhankelijk van het buitenland wordt voor de energievoorziening.
cc-foto: H.P. Brinkmann