De Volt-files: Snapt Volt het idee van een onafhankelijke pers?
Begin dit jaar zat ik in de woonkamer van Nilüfer Gündoğan. Ik ging er met enige scepsis heen. Ik had Gündoğan twee jaar eerder gesproken bij een debat rond de Europese verkiezingen. Ze stond toen op de tweede plek van de kandidatenlijst van Volt. Ik voorspelde dat het helemaal niets zou worden met haar Europese partij en dat ze er maar beter mee kon stoppen. Mijn voorspelling kwam uit: nul zetels. Vorig jaar zomer hadden we weer contact: Volt ging meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Ik zat met Gündoğan en ene Laurens Dassen op een terras. Mijn scepsis was niet bepaald weg.
In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen maakte ik een serie over nieuwe partijen. Ze zijn een interessant fenomeen: waarom zou je een partij oprichten als de kans dat je wordt verkozen klein is en er vaak al soortgelijke partijen bestaan? Zo kwam ik op de bank bij Gündoğan terecht, die me overlaadde met te sterke koffie, koekjes en twee uur later witte wijn. Ik schreef er tweestukken over. Ik mocht al mijn sceptische vragen stellen: waarom dacht Volt dat het dit keer wel zou lukken, wat maakt deze partij nou anders dan D66 en welk verschil dacht men in de Tweede Kamer te maken?
Kleine, ondermijnende stapjes Gündoğan ging op haar praatstoel zitten en zo waren we al snel uren verder. Ze is in Turkije geboren en dat land heeft haar blik op de liberale democratie gevormd. Ze vertelt uitgebreid over de afbraak van de democratie door Erdogan: journalisten zitten in de gevangenis, het aantal moorden op vrouwen, homo’s en transgenders is niet te tellen, de rechten van kinderen zijn niet goed beschermd en zo gaat de waslijst verder. Gündoğan vindt dat andere landen labbekakkerig op deze trends hebben gereageerd. De verklaring is niet zo ingewikkeld: de afbraak van de Turkse democratie en rechtsstaat ging in hele kleine stapjes.
In Nederland kan het ook zo gaan, denkt Gündoğan. De PVV tornt aan de vrijheid van godsdienst, de SGP wil de doodstraf terug, de VVD ondermijnt de sociale advocatuur en Rutte zette als staatssecretaris aan tot rassendiscriminatie. In Nederland beleven we onze grondwet niet, doceerde ze. Wetten kunnen niet aan de grondwet worden getoetst en het wordt hoog tijd dat Nederland een constitutioneel hof krijgt. Dit is een belangrijke reden waarom Volt de EU zo belangrijk vindt: deze kan in landen als Hongarije en Polen proberen de afbraak van de democratie tegen te gaan.
Dit zijn belangrijke thema’s die te weinig worden besproken. Ondermijning van zaken als de representatieve democratie, de rechtsstaat, het geweldsmonopolie, politieke gelijkheid en vrije pers vinden niet ineens plaats: het is een sluipend proces van kleine stapjes die ieder voor zich gemakkelijk te negeren zijn, maar die samen een uiterst nare trend opleveren. We zien het in Turkije, maar ook dichterbij huis. Volt vindt dat een slechte zaak en het is moeilijk de partij daar ongelijk in te geven. Het is dan ook logisch om ook in eigen land opmerkzaam te blijven.
De vrije pers Zo komen we bij de vraag hoe Volt zelf met dit soort principes omgaat.
Deze week werd bekend dat oud-VVD-Kamerlid Arend Jan Boekestijn voor Volt werkt. Dat hij met de partij sympathiseert was al genoegzaam bekend. Nu werkt hij voor de fractie. Eens zien: Boekestijn maakt podcasts bij BNR en Radio 1. Daar speelt hij een soort commentator die onafhankelijke analyses geeft over internationale en Europese politiek. Je vraagt je af hoe Gündoğan zou reageren als een Hongaarse radiopresentator parttime gaat bijklussen voor de partij van Victor Orbán. Of als een politiek commentator in Turkije ook op de loonlijst van een parlementslid van Erdogans partij zou staan.
De nieuwe baan van Boekestijn is precies wat Gündoğan beschrijft: ondermijning van een principiële zaak als de vrije pers. Het voorbeeld is op zichzelf niet zo schokkend, want wie luistert die podcasts nou? Toch is het een onmiskenbaar stapje in de verkeerde richting, officieel goedgekeurd door Volt, de partij die zo hoog van de toren blaast over de bescherming van de democratie. Orbán en Erdogan zouden hun vingers erbij aflikken: zo heb je opeens bij twee radiozenders een vazal zitten.