Binnen een democratische rechtsstaat hebben ook minderheden inspraak
Zwarte Piet is overgebleven symboliek uit het koloniale tijdperk. Het is een karikatuur van de zwarte Afrikaan, bezien vanuit de tijdsgeest van de slavernij. In het buitenland is het een voldongen feit dat het Sinterklaasfeest als zodanig niet deugt. Maar velen in Nederland willen dat niet erkennen. De weerstand in de maatschappij om het feest aan te passen komt echter niet voort uit liefde voor het kinderfeest zoals sommigen beweren. Het maakt kinderen namelijk niet uit welke kleur Piet heeft. De aversie tegen verandering komt voort uit de gedachte ‘wij Nederlanders bepalen’. De grimmige sfeer omtrent deze maatschappelijke discussie staat dan ook niet op zichzelf. De discussie etaleert enkel datgene wat onderhuids altijd aanwezig is geweest. Er is namelijk een breed gedragen weerzin tegen nieuwe Nederlanders, die gebruik maken van hun grondrechten.
Het is een mentaliteit die als katalysator dient voor de verharding en verruwing in een maatschappij waarin afkomst allesomvattend is geworden. Deze dédaine attitude werkt alleen maar averechts. Er is namelijk een zelfbewuste derde en vierde generatie nieuwe Nederlanders opgestaan (niet te vergelijken met de variant excuusallochtoon). Zij hebben meer verstand van wat de democratische rechtsstaat behelst, dan team ‘rot op naar je eigen land’ en leggen daarnaast steeds vaker de vinger op de zere plek. Figuren als Rachid el Ghazoui, Quinsy Gario en Nourdin El Ouali.
Zo noemde El Ouali, fractievoorzitter van Nida, ‘Zwarte Piet een erfenis van een achterlijke tijd en een achterlijke cultuur’. Een gedurfde uitspraak, ondanks het gegeven dat nieuwe Nederlanders constant op dergelijke wijze geadresseerd worden. Immers van links tot rechts binnen het politieke spectrum doen politici uitspraken als ‘Marokkaanse jongeren hebben een etnisch monopolie op straatoverlast’, ‘Marokkanen die niet willen deugen moeten vernederd worden’ en ‘willen jullie minder, minder, minder Marokkanen’. Ook satire is tegenwoordig verworden van een middel om op humoristische wijze maatschappijkritiek te uiten tot een instrument waarmee je discriminatoire uitspraken kunt doen.
De uitspraak van El Ouali blijft gedurfd. Een nieuwe Nederlander die zich op zo’n manier uitlaat loopt het risico om geframed te worden als een onruststoker, extremist of een persoon met een eigen agenda. Zoals nu ook gebeurt met de Anti-Zwarte-Pieten-beweging. Maar deze generatie denkt in termen als ‘je maintiendrai’ en deinst niet terug om veranderingen af te dwingen met de middelen, die een democratie ter beschikking stelt. Zoals de vrijheid van meningsuiting, het recht om te demonstreren en het kunnen agenderen van maatschappelijke onderwerpen.
Essentie De essentie van de democratische rechtsstaat is niet dat de meerderheid beslist. Dat is hoe men tot besluitvorming komt. Binnen een democratische rechtsstaat hebben ook minderheden inspraak. In casu is de uitspraak ‘de meerderheid is voor het behouden van Zwarte piet’ dus een drogreden. Het lijkt een plausibele uitlating, maar het is geen democratische gedachte. Er is een minderheid (die overigens niet alleen bestaat uit nieuwe Nederlanders), die stelt dat er een discriminerend effect uitgaat van Zwarte piet. Het stereotype figuur heeft op zijn minst de schijn tegen, vandaar dat andersoortige Pieten recent hun intrede hebben gemaakt. Het besef is er wel degelijk. En de verwachting is dat deze ontwikkeling geleidelijk, maar gestaag voort zal zetten. Culturen zijn veranderlijk en tradities kun je aanpassen. Het Sinterklaasfeest is hierop geen uitzondering.
Tweespalt De ophef en tweespalt in de maatschappij naar aanleiding van de Zwarte-Piet-discussie is ongekend. De pis loopt langs de enkels van ouderen in verzorgingstehuizen, de AOW-leeftijd blijft stijgen, de kwaliteit van het onderwijs is tanende, onze regeringsleiders krijgen de waarheid omtrent MH17 niet boven water. Dat wordt allemaal gedwee geaccepteerd, maar ter bescherming van Zwarte Piet staat de ene helft van de bevolking het andere gedeelte naar het leven. Team ‘dit land is ons land’ voorop in de strijd. Men is zo bevreesd geraakt om de Nederlandse identiteit te verliezen, zo bang voor nieuwe Nederlanders, zo angstig voor het tempo waarin dit land veranderd is, dat de gedachte om Nederland en haar identiteit opnieuw vorm te geven, niet eens bij hen is opgekomen. Angst verlamt. Nederland, ooit progressief en vooruitstrevend, is nu kleinzerig, angstig en verscheurd geraakt wegens de kleur van Piet.
Toekomst Het is belangrijk om weer naar elkaar te luisteren, niet enkel om te kunnen reageren, maar om elkaar te kunnen begrijpen. Elkaar benaderen op basis van gelijkwaardigheid. Op die manier en alleen op die manier kan dit land samen en als eenheid verder. In een gezonde maatschappij is de oorspronkelijke afkomst , het electorale gewin, de commercie of eigen achterban van secundair belang. Er is sprake van wederzijds respect, er vinden dialogen plaats en men heeft het welzijn van de gehele maatschappij als doel.