Van alle EU lidstaten staat Nederland in maart 2024 op een mooie zevende plaats qua omvang van de staatsschuld ten opzichte van ons Bruto Binnenlands Product (BBP) volgens een publicatie van Eurostat, het statistisch bureau van de EU.
Nederland houdt zich keurig aan de in de EU afgesproken norm dat de staatsschuld maximaal 60% mag bedragen van het BBP. Ook het kabinet Schoof zal zich conform het hoofdlijnenakkoord strikt aan die afspraak houden.
De vraag rijst waarom een groot deel van de EU-lidstaten een staatsschuld hebben die ver boven voornoemde norm van 60% ligt. Met uitschieters naar 159,8% voor Griekenland, Italië met 137,7%, Frankrijk 110,8%, Spanje met 108,9%, België 108,2% en Portugal 100,4%.
Naast voornoemde uitschieters zijn er ook nog enkele landen die een staatsschuld hebben tussen de 60%-100% van hun BBP. Dat is ook ver boven de afgesproken norm.
De huidige Nederlandse kandidaat-eurocommissaris Wopke Hoekstra was als minister van Financiën (2017-2022) een fel tegenstander van het verlenen van financiële hulp aan EU-lidstaten die de afgesproken begrotingsregels aan hun laars lapten maar ondertussen steun vroegen aan lidstaten die zich wél aan de afgesproken begrotingsregels hielden. Hoekstra werd in de coronacrisis verguisd door enkele Zuid-Europese lidstaten vanwege zijn verzet destijds tegen de door hen gevraagde steunverlening.
De huidige geopolitieke ontwikkelingen noodzaken dat de EU-lidstaten fors moeten investeren in de klimaat-en energietransitie en in de uitgaven voor defensie. Waardoor het terugdringen van de staatsschulden niet hoog op de politieke agenda van die EU-lidstaten zal staan die de grens van 60% BBP fors hebben overschreden.
De Europese Commissie heeft de bevoegdheid om overtreders van de begrotingsregels te sanctioneren en onder toezicht te plaatsen maar het is maar de vraag of die handhavingsinstrumenten feitelijk zoden aan de dijk zetten bij de grote Zuid-Europese lidstaten en Frankrijk. Landen die politiek een behoorlijke invloed in de EU hebben.
Voor Nederlandse werknemers moet het toch moeilijk te verkroppen zijn dat In Frankrijk vorig jaar de pensioenleeftijd op 64 jaar is gesteld terwijl het land een staatsschuld heeft welke groter is dan haar eigen economie.