Het Amsterdamse stadsbestuur heeft veel uit de kast getrokken om de biomassacentrale AEB te laten draaien. Zowel de vergunningen als handhaving blijken – opnieuw - niet op orde. Stillegging en intrekking van de biomassasubsidie is de enige oplossing.
Door: Fenna Swart en Maarten Visschers
De biomassacentrale hangt van crises aan elkaar. In de afgelopen weken bereikte het debat over de Amsterdamse biomassacentrale AEB een nieuw dieptepunt. De biomassacentrale zou volgens de wethouder alleen ‘twijgen, takken, kleine spaanders en zaagselresten’ gaan verbranden. Daarnaast beloofde ze dat alle biomassa afkomstig zou zijn uit Nederland. Maar de biomassa blijkt nu toch afkomstig uit de Spaanse bossen.
Direct al bij aanvang van de biomassacentrale blijkt de luchtzuivering volstrekt onvoldoende als gevolg van een ondeugdelijke afgasreiniging. Maar beloofde aanpassingen leiden niet tot verbetering en de lijst met incidenten is lang. Hiaten in de uitspraken van de wethouder zijn er volop. Zo zou, volgens de wethouder, de directie van AEB ‘alles onder controle hebben’. Maar door grootschalige chaos en onveiligheid in het bedrijf veroorzaakt door achterstallig onderhoud en gebrek aan toezicht door gemeente, stevent de AEB direct af op faillissement. Na een aantal forse kapitaalinjecties kan sluiting op een nippertje worden voorkomen. Direct hierna besluit de gemeente te verkopen. In december 2021 wordt de boel verkocht voor 450 miljoen euro aan de Rotterdamse afvalverwerker AVR, in handen van een Chinese investeringsmaatschappij. Tot op heden draait de biomassacentrale met een verouderde omgevingsvergunning en over de natuurvergunning wordt nog geprocedeerd. Ondanks herhaaldelijk en expliciete verzoeken aan de wethouder om handhaving blijven deze tot op heden om onduidelijke redenen uit.
Maar hoe groot is het probleem nu werkelijk? Dat houtige biomassaverbranding niet zo duurzaam is als aanvankelijk werd aangenomen lijkt inmiddels wel bekend. Volgens Eurostat haalde Europa in 2020 22% van de verbruikte energie uit hernieuwbare bronnen. Hiervan maakt biomassa ca 60% van het totaal uit, volgens het EU Joint Research Centre (JRC), waarvan in 2020 meer dan de helft uit hout afkomstig was. In Nederland is biomassa met 54% de grootste bron van hernieuwbare energie, gevolgd door wind (23%) en zon (14%). Het bij- en meestoken van biomassa in kolencentrales nam vorig jaar met bijna 150% toe. Voor deze vorm van ‘houtig’ biomassagebruik worden bossen systematisch gekapt in onder meer de VS, de Baltische staten, Rusland, Spanje en Portugal. In Nederland gaat het hierbij concreet om 3,5 miljoen ton houtpellets per jaar bijstook in 3 kolencentrales. Daarnaast wordt 1,5 miljoen ton hout per jaar aan Nederlands ‘resthout’ in biomassacentrales verbrand en 1 miljoen ton hout per jaar in houtkachels van particulieren. In totaal gaat het om 6 miljoen ton hout per jaar dat wordt verbrand voor energie. Dit komt overeen met 60.000 hectare gekapt bos per jaar. Oftewel jaarlijks een bos ter grootte van driemaal de oppervlakte van Amsterdam. Deze hoeveelheid resulteert in ca 12 miljoen ton per jaar meer uitgestoten broeikasgas (CO2), naast stikstof en (ultra)fijnstof. De belangrijkste reden voor deze ongekende vlucht van biomassa is dat deze ‘business’ onder het mom van ‘groene energie’ wordt aangejaagd met miljarden euro’s aan subsidies, te weten 17,5 miljard Europees geld op jaarbasis.
De publieke opinie over biomassa is sinds de presentatie van het SER advies in de zomer van 2020 omgeslagen. De stikstofcommissie van Johan Remkes, voormalig VVD-minister, stelde eerder dat biomassa ‘ten onrechte’ als CO2-neutraal wordt gezien en de Tweede Kamer nam een jaar geleden een motie aan om geen nieuwe subsidietermijnen voor biomassa open te stellen totdat er een afbouwpad is conform het SER-advies. In de introductie van het nieuwe coalitieakkoord ’Klimaat en Energie’ staat te lezen ‘we bouwen gebruik van biomassa voor energie z.s.m. af, rekening houdende met de kosteneffectiviteit’. Eind vorig jaar ging toch een nieuwe subsidietermijn op de website van de Rijksoverheid open.
De Amsterdamse gemeenteraad heeft aangegeven ‘geschokt’ te zijn en de AEB bood verontschuldigingen aan voor het ‘niet nakomen van beloften’. Maar beiden hebben boter op het hoofd. De feiten waren bekend maar de gemeente keek weg en de AEB ging door. Belangrijkste reden? De brandstof voor de biomassacentrale wordt de komende twaalf jaar voor een veelvoud van de bouwkosten gesubsidieerd door een subsidie (SDE+)-regeling van het rijk ter waarde van € 200 miljoen. Daarmee is het Amsterdamse biomassadebacle exemplarisch geworden voor een geflopt biomassabeleid op nationaal en internationaal niveau.