Door: Arnold Bomans en Chantal het Hart
De PVV, VVD, NSC en BBB bereikten overeenstemming op hoofdlijnen. Er is echter geen overeenstemming met feiten en logica als het aankomt op een kwestie van levensbelang: het klimaat. Deze manier van besluitvorming werkt dus niet. Wat nu? Een computerprogrammeur en een buikdanseres hebben wel een idee.
Maar eerst het zogeheten hoofdlijnenakkoord. Als het over klimaat gaat, lezen we: “we houden ons aan de bestaande afspraken“. Vermoedelijk gaat dit over het Parijsakkoord, dat als meest gewenste doel heeft om wereldwijd onder de 1,5o C te blijven. Even bijpraten: de wereld zit sinds februari 2024 met het jaargemiddelde op 1.6o C volgens het Copernicus-instituut. Verder staat er: “alleen als we de doelen niet halen, maken we alternatief beleid.” Of we het 1.5o C doel gehaald hebben weten we officieel over 3 decennia, maar vele modellen voorspellen dat dit niet gaat lukken. Daarom was het beter geweest om dat alternatief beleid nu al op te nemen in het hoofdlijnenakkoord. Dat stelt daarentegen: “Er wordt stevig ingezet op klimaatadaptatie”, dat wil zeggen, aanpassen in plaats van voorkomen. Daarmee brengen we het volgende doel van het Parijs-akkoord (onder de 2o C blijven) echter niet dichterbij. Kortom, het loopt gierend mis, vooral omdat deze manier van besluitvorming toestaat om de wetten van de natuur te negeren.
Maar wat zien we daar in het hoofdlijnenakkoord? Wetten en verdragen gaan weer aan de Grondwet getoetst worden. Heel goed, waar heb je anders een Grondwet voor? Dat is echter interessant: artikelen 20 en 21 van de Grondwet moeten bestaanszekerheid, bewoonbaarheid en leefmilieu waarborgen. Dat zal niet lukken als oogsten mislukken, de Rijn geen schepen meer doorlaat en uiteindelijk de stijgende zee grote delen van het land verzwelgt. Toetsing aan de Grondwet zou dus betekenen dat veel uit dit hoofdlijnenakkoord geen wet kan worden. Dan hebben we daarmee echter nog geen beleid om naar netto nul uitstoot te gaan.
Het dilemma is dat netto-nul-beleid onze bestaanszekerheid ook zou aantasten, temeer omdat goede internationale besluitvorming nodig is. Denk aan het vestigingsklimaat. Volgens het hoofdlijnenakkoord zoekt Nederland wel de internationale samenwerking om fossiele subsidies in Europees verband af te bouwen. Dat zal echter een papieren tijger blijken, want in 2013 lag er ook al zo’n afspraak maar die is nooit uitgevoerd, integendeel.
Vergaderingen van de Verenigde Naties over het klimaat (zoals de komende negenentwintigste Conference of the Parties en de Summit of the Future) gaan ook te weinig opleveren, zo heeft de geschiedenis nu wel geleerd, onder andere omdat de landen in feite vetorecht hebben.
Dus wat nu? Als dit soort besluitvorming ons bedreigt in plaats van beschermt, dan dient die besluitvorming te veranderen. Dat moet allereerst internationaal, want de wereldwijde problemen gaan ook Nederland steeds harder raken. Laat die ‘beslisverandering’ niet aan politici over, maar put uit het vakgebied en de ervaring op het gebied van besluitvorming. Dat gebied omvat methoden van beraadslaging, stemmen en probleemanalyse. We wijzen graag op ons voorstel, namelijk, dat een organisatie een breed scala aan besliskundigen en anderen bijeenbrengt en die een procedure laat ontwerpen om wereldwijd over fundamentele zaken te beslissen. Die ‘anderen’ zijn bijvoorbeeld mensen die controleren of de experts onafhankelijk zijn, het ontwerp onderbouwd en concreet is, en de ontworpen procedure echt werkt. Met ‘fundamentele zaken’ bedoelen we de grondoorzaken van de vele problemen, die immers met elkaar samenhangen en dus integraal moeten worden aangepakt. Bijvoorbeeld, opwarming van de aarde (ook oceanen), massale uitsterving van soorten en ongelijkheid hangen samen. Daarom moet de organisatie ook voorstellen voor systeemverandering laten verzamelen, zoals voor een andere economie. De ontworpen procedure zou legitiem zijn omdat deze goed is onderbouwd en vele voorstellen in rekening neemt. Desondanks zou nog heel wat weerstand te overwinnen zijn.
Vergezocht? Nog wel – in elk geval minder illusoir dan het gaspedaal verder in te trappen op hoop van zegen.