Het onweten rukt op. Wilders presenteert een A4-tje met alleen maar onzin. Het heeft niets meer met serieuze politiek te maken.
Ik ben geen cultuurpessimist maar ik geef toe, dat wordt met de dag lastiger. De wereld gaat er aan, vroeger was het beter, alles wordt slechter, het zijn gedachten die niet aan mij besteed zijn. Niet omdat ik een rasoptimist ben maar omdat het onzinnig is. Klagen over verval is al zo oud als de Grieken. Maar aan de andere kant: de Grieken zijn ook niet meer wat ze ooit waren. Dus misschien toch.
Nu werd ik weer overvallen door een vlaag van pessimisme toen ik dit fragment bekeek van een Amerikaans presidentskandidaat die niet weet wat Aleppo is. A leppo?
Eerst is er de verbijstering maar als je dat probeert te rationaliseren, grijpt naar de eeuwige pijnstiller van de nuance en denkt, ach dat valt wel mee, kan gebeuren, en wie is die kansloze nou eenmaal, dan zie je vervolgens een oud-diplomaat een soortgelijke blunder begaan. Weer verbijstering en dan komen de constateringen dat Aleppo nu meer in het nieuws is vanwege die blunder dan vanwege de verschrikkingen daar. Amusement wint het van informatie. Het recept voor de ondergang.
In dat verband: Idiocracy is een Amerikaanse sci-fi comedy uit 2006 die met het jaar meer gaat lijken op een documentaire. Het verhaal gaat over twee mensen die in 2005 via een militair experiment 500 jaar verder in de toekomst belanden. De samenleving die ze aantreffen is compleet gedebiliseerd met louter amusement, graaizucht en populisme. De bevolking kijkt de hele dag televisie op stoelen met ingebouwde wc-pot. Niemand weet meer iets. De president is een tv-worstelaar en het drinkwater is net vervangen door frisdrank omdat de dienst voor de volksgezondheid wordt geleid door een limonadefabrikant. Dat soort dingen.
De film is nooit echt bekend geworden, onder meer omdat filmmaatschappij 20th Century Fox merkwaardig genoeg weigerde er reclame voor te maken of er op een andere manier publiciteit voor te zoeken. Volgens de meest positieve verklaring omdat ze geen idee hadden hoe ze Idiocracy aan het publiek moesten verkopen. Want dat publiek wordt nogal belachelijk gemaakt.
Ik denk de laatste tijd vaak aan de film terug als ik over Trump lees of z’n optredens zie. Weet niks, kan niks, wil niks. Vergeleken met Trump wordt pakweg Dion Graus ineens een baken van licht. Hoe duisterder de wereld wordt hoe blijer je bent met het zwakste schijnsel.
Het onweten rukt op. Wilders presenteert een A4-tje met alleen maar onzin. Het heeft niets meer met serieuze politiek te maken. Hij weet dat, de media weten dat, iedereen met een beetje hersens weet dat, maar niemand durft het meer te zeggen, bang om de immer verbolgen kiezers voor het hoofd te stoten. Als Wilders morgen verklaart dat de wereld plat is dan analyseren de politiek commentatoren dat er inderdaad een stroming is van kiezers die er zo over denken, en dat het misschien vooral een gevoel is maar dat gevoelens ook feiten zijn want kijk maar naar de opiniepeilingen. Twee jaar later wordt Columbus als een oplichter neergezet.
Die verbolgen kiezers willen niets met politiek te maken hebben omdat het ze niets interesseert. Te ingewikkeld. Die kiezers willen zelfs niets meer weten. Die willen alleen nog maar horen wat ze zelf al vinden. Sociale media hebben dat een stuk makkelijker gemaakt.
Toen internet op kwam had iedereen het over het ontstaan van de kennismaatschappij. Ik zette daar tegenover dat de kennismaatschappij zou bestaan uit mensen die niks weten. Omdat alles op ieder moment opgezocht kan worden, zou parate kennis zoiets worden als hoofdrekenen, een achterhaalde vaardigheid.
Ik fantaseerde over hoe denksport populair zou worden om de geest nog een beetje actief te houden. Zoals we ook naar de sportschool gaan om te compenseren dat we ons dankzij vergaande automatisering nog maar amper hoeven bewegen.
Ik was te optimistisch. Ik dacht dat het onweten een logisch gevolg van de informatietechnologie zou zijn en we dat gingen bestrijden. Ik kon niet bevroeden dat we niks meer zouden willen weten omdat we dat nu eenmaal lekkerder vinden. Zoals we liever frisdrank drinken dan water. Neem nog een leppo.