Als ik naar het verscheurde Oekraïne kijk, dan denk ik aan mijn vrienden daar die dagelijks uit elkaar worden gehaald
Het stockholmsyndroom is het psychologisch verschijnsel dat inhoudt dat de gegijzelde sympathie voor de gijzelnemer krijgt.
Mijn eerste referendum ooit werd de Nijmeegse raadpleging over de herbouw van een vergane toren Donjon. Ik ben toen op zoek gegaan naar de argumenten van vóór en tegenstanders. Mijn goed overwogen “Nee” verloor.
De discussies naar aanleiding van het aanstaande referendum over associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne raken mij. Als tiener groeide ik in de jaren tachtig op in Kabul. De stad waarin de uit het hele land verjaagde dromen van een modern land gehuisvest waren. De bomaanslagen en raketbeschietingen van de gewelddadige mudjahedin die toen door het westen gesteund werden, waren gericht op de markten, scholen en ziekenhuizen. De Afghaanse vrouwen die de verworven vrijheden niet wilden opgeven, waren het voornaamste doelwit.
Niemand was blij met de aanwezigheid van de zelfverklaarde beschermer, het Sovjet-leger dat met zware tanks, door onze straten reed. Het Afghaanse volk leed aan het syndroom van Stockholm. Een deel was gegijzeld door de ideologie van de islamitische extremisten. Ander deel dacht dat Sovjets hen zouden helpen met het realiseren van hun dromen voor een ontwikkeld en democratisch land.
Na de komst van Gorbatsjov, de man van pluralisme en perestrojka, aan de macht, kreeg ik de mogelijkheid om in de Oekraïense stad Charkov te studeren.
Dat was een tijdperk van de ontmaskering van de Oost-West politiek en de smerigheden van de koude oorlog. Ik zag hoe ‘perestrojka’ velen in Oekraïne in beweging bracht. Het totalitaire systeem kon de hoop op vrijheid niet tegenhouden.
In Charkov heb ik nieuwe vrienden leren kennen die mij hun net geopende kerken en synagogen lieten zien. Vrienden die Andrej Sacharov in zijn strijd tegen de bezetting van Afghanistan steunden.
Het jaar negenentachtig werd het jaar van terugtrekking van de Sovjettroepen uit Afghanistan en het jaar van het uiteenvallen van de Berlijnse muur. Ik genoot van de blijdschap door die brokstukken.
Ik geloofde in een Europese unie als een beschaafde alternatieve macht in de wereld.
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie vergat het Westen, die in de roes van vergaren welvaart zwom, de wereld. Afghanistan werd overgelaten aan de willekeur van extremisten. Ook in vele andere regio’s in de wereld maakte het vreedzame bestaan plaats voor burgeroorlogen, dictators en vluchtelingenstromen.
Wat we nu in de wereld zien, is het gevolg van jarenlange onverschilligheid. Het beschaafde Europa werd verfrommeld in de oorlogen van neoliberale kortzichtigheden. De toenemende vluchtelingenproblematiek die deels het gevolg van mislukte interventies elders is, polariseert Europa nu. In plaats van een coherent sociaal-economisch, internationaal en veiligheidsbeleid, worden nu binnen Europa muren gebouwd.
Als ik naar het verscheurde Oekraïne kijk, dan denk ik aan mijn vrienden daar die dagelijks uit elkaar worden gehaald. De Oost-West verhoudingen van vorige eeuw zijn daar uit de kast gehaald. De Russische tanks vertrappen de grashalmen van de Oekraïense ziel. De Europese politici spreken steunbetuigingen uit aan Maidan-extremisten en maffiose oligarchen.
Het Oekraïense volk lijdt nu net als de Afghanen toen, onder het Stockholm -syndroom. Zou mijn ‘Ja’op 6 april hen helpen?
Trouwens, de neptoren Donjon is inmiddels in Nijmegen weer vergeten.