Een van de fundamenten van een vrije maatschappij minzaam wegzetten als een 'luxe' is op zijn minst vreemd
In Europa klinken steeds meer geluiden om het gebruik van contant geld in te perken of briefgeld zelfs geheel af te schaffen. Zo ook in de Volkskrant van 11 februari, waarin Peter de Waard cash framede als zijnde ‘een luxe’. “Veiligheid is een primaire levensbehoefte, privacy een luxe”,schreef hij. Hiermee gaat de columnist er vanuit dat de wereld er veiliger op zou worden wanneer we contant geld maar af zouden schaffen. Veiligheid en privacy zouden uitersten op een spectrum zijn, niet met elkaar te verenigen.
Is dat wel zo? Het veiligheidsaspect wordt er vaak bij gesleept door voorstanders van het afschaffen van cash. Het klinkt op het eerste gezicht logisch, niemand gunt het een ander om overvallen te worden. Het is bovendien makkelijk voor de geest te halen, het beeld van de hardwerkende groenteboer die onder bedreiging zijn zuurverdiende centjes moet afstaan.
Maar wil je het veiligheidsrisico verlagen voor overvallen, dan zul je consequent moeten zijn en óveral contant geld moeten verbieden. Anders verplaats je het probleem van één wijk naar de andere. En op het moment dat je contact geld gebruiken zo lastig maakt dat het bijna niet meer bruikbaar is, loop je tegen hele andere, veel grotere, veiligheidsrisico’s aan.
Privacy is namelijk absoluut geen luxe, maar een grondrecht. Zo staat het gedefinieerd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in artikel 8. (samen met artikel 5 waarin veiligheid en vrijheid in één adem genoemd worden. Waarschijnlijk omdat je zonder vrijheid geen veiligheid kunt verwachten) In ons eigen artikel 10 van de Nederlandse Grondwet, is het belang van privacy vastgelegd. En de Verenigde Naties hebben ruimte gemaakt om het belang van privacy te benoemen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Het frame dat de maatschappij er veiliger op zou worden door maar wat mensenrechten af te schaffen, is een absurde veronderstelling. Grondrechten zijn zo belangrijk omdat ze de burger in het ergste geval kunnen beschermen tegen een almachtige overheid. Op de meeste plekken ter wereld waar men streeft naar een vrije maatschappij, wordt privacy onderstreept als een primaire levensbehoefte.
Op het moment dat er een grote lobby plaatsvindt, is het dus terecht om je ernstige zorgen te gaan maken. Wanneer we niet eisen dat onze grondrechten gerespecteerd worden, begeven we ons als kwetsbare burgers op glad ijs. Een van de fundamenten van een vrije maatschappij minzaam wegzetten als een ‘luxe’, is op zijn minst een vreemd, ongeïnformeerd standpunt van iemand die het niet zo nauw neemt met het concept vrijheid. Privacy staat niet haaks op veiligheid, het ís zelf een veiligheidsmaatregel. En dat maakt veiligheid en privacy elkaar versterkende componenten.
Dat we onze samenleving veiliger zouden maken door onszelf en onze primaire levensbehoeftes, zoals eten, afhankelijk te maken van de bancaire industrie is een erg naïeve gedachtengang. Het beheer van de geldstromen ligt vanaf dat moment totaal in de handen van een financiële sector. Dat is een ontzettend machtige positie voor banken, en eentje die niet zo snel terug te draaien valt op het moment dat de gelddrukpersen afgeschaft zijn. Negatieve rente bijvoorbeeld maakt de weg vrij voor oneindige belasting. Daarmee verplaatst je de dreiging van een overval dus van de straat naar de binaire wereld, waar ook genoeg kwaadwillenden rondlopen.
Hoewel deze dreiging wellicht wat lastiger te visualiseren is dan die van een bruut met een pistool, doet dit risico absoluut niet onder voor het gevaar waar we ons aan blootstellen op het moment dat we papiergeld uit onze handen laten glippen. Met het verschil dat er vanaf dan niet eens wapens meer aan te pas hoeven te komen.