© Foto: Francisco van Jole
Bij de Coolhaven in Rotterdam is in razend tempo een geweldige, nieuwe hotspot ontstaan. Vlakbij de Euromast in een zich nu snel ontwikkelend gebied. En dat leidt tot problemen, maar anders dan je zou denken. Het laat zien hoe de overheid geen geluksmachine is maar een geluksverbrander.
Het is de ideale plek voor bijvoorbeeld een apéro op een zomermiddag. Ik doel op het splinternieuwe Abraham Tuchinskipark in Rotterdam-West, al moet je daar niet meteen een echt park bij voorstellen. Het is met een lengte van nog geen 400 meter en een breedte van 35 meer een groot plantsoen. Maar wel een heel bijzonder plantsoen, waar je het gevoel krijgt dat je in Parijs bent, of in Londen, of verdomd, in Rotterdam. En dat komt vooral omdat het ligt aan een fors binnenwater met magische trekjes, de Coolhaven.
Zelden is een openbare ruimte zo snel ingenomen door het publiek als het nieuw aangelegde Tuchinskipark deze zomer. De hekken van de hoveniers waren amper verdwenen of het plantsoen stroomde vol. Er wordt gerelaxt, gepicknickt, genoten. Extra bijzonder omdat het een plek is waar je tot voor kort niet dood gevonden wilde worden, al is dat in het verleden helaas een aantal mensen wel overkomen. Slechts weinig bezoekers zullen zich dat realiseren, ze komen om onbekommerd hangend op de glooiende helling en de bankjes te genieten van de zon en soms van een duik in het heldere, verfrissende water. Dat laatste maakt de plek ook zo fantastisch. Of liever gezegd maakte. Want binnen de kortste keren arriveerde de politie per speedboot om een eind te maken aan de onschuldige waterpret, tot verbijstering van iedereen, behalve de regelszijnregels-mensen.
"We zien inderdaad dat veel mensen zwemmen bij het Tuschinskipark, woensdag zijn vijftien mensen uit het water gehaald door handhavers. Je mag hier namelijk niet zwemmen. Het is verboden om te zwemmen in open water tenzij er een bord langs de kant staat waarop is aangegeven dat het wél mag. Dit is ook voor de eigen veiligheid: De Coolhaven is een druk bevaren route met veel beroeps- en pleziervaart. Zwemmers zijn voor binnenvaartschippers nauwelijks zichtbaar en als de schipper ze wel ziet, kan die niet zomaar even remmen,” verklaarde een ambtenaar van Stadsbeheer in het AD.
Er werd gedreigd met boetes van 150 euro. Er ging een schok door social media.
Wat is er met Rotterdam aan de hand? De stad die het imago van de opgestroopte mouwen koesterde. Make It Happen, luidt de slogan van de gemeente. Vergeet het maar. Make it illegal. Het lijkt wel Staphorst. Want 'mag niet' is een patroon aan het worden. Begin deze maand werd duidelijk dat de Pleinbioscoop niet doorgaat. De exploitant van het succesvolle openlucht filmfestival, dat al 35 jaar bestaat, gooide het bijltje er bij neer omdat de gemeente de evenementenregels heeft aangescherpt en nergens een uitzondering voor wil maken. Hij moet om 23 uur stoppen en dat werkt niet bij de vertoning van lange films. Theaterfestival De Parade bleef dit jaar ook al weg uit de stad omdat de vaste plek in het Museumpark nu een bouwterrein is en de gemeente geen geschikt alternatief wist te bieden. Je begrijpt, een nieuwe hotspot om de dorst te lessen was meer dan welkom in deze culturele droogte.
Het park is vernoemd naar Tuchinski, de beroemde uit Oost-Europa gevluchte immigrant die op weg naar de vrijheid van de Verenigde Staten in Rotterdam bleef hangen en hier begin vorige eeuw een indrukwekkend bioscoopimperium startte. Hij was progressief en visionair met als motto 'Niets is onmogelijk!'. Dat was een mentaliteit die Rotterdammers aansprak.
Het mocht helaas niet duren. De Rotterdamse bioscopen van Tuschinski werden aan het begin van de Tweede Wereldoorlog vernietigd door het bombardement van de Duitsers en de joodse oprichter zelf werd twee jaar later door de Rotterdamse politie opgepakt en overgedragen aan de nazi’s die hem naar Auschwitz deporteerden en daar vermoordden.
Dat is allemaal lang geleden maar een stille getuige van het oorlogsgeweld kijkt nog steeds uit over het park. Aan de noordkant staat de GEB toren, gebouwd in 1931 en tegenwoordig een studentenflat maar tot 1968 het hoogste kantoorgebouw van Nederland. Vanuit het park kun je zien dat er een wit bouwsel op het dak staat. Het was oorspronkelijk een uitkijkpost voor luchtafweergeschut, neergezet door de Duitse bezetter.
Het is niet de enige historie. Aan de oostkant wordt het park begrensd door de G. J. de Jonghweg, vernoemd naar de directeur Gemeentewerken die Rotterdam tussen 1880 en 1910 doortastend en ingrijpend veranderde. Hij legde het singelstelsel aan, het Kralingse Bos, het elektriciteitsnetwerk en de riolering maar bovenal de Rotterdamse havens. Make it happen, maar dan ook echt.
Het is nu onvoorstelbaar maar nog niet zo lang geleden was deze plek de hel op aarde. In 1984 werd de G. J. de Jonghweg officieel door de gemeente aangewezen als ‘tippelzone’. Dat is een schattig woord voor de meest afschuwelijke praktijken. Het werd een zogenaamde gedoogplek voor straatprostitutie, om die weg te houden uit de winkelstraten verderop. Heroïneverslaving was een epidemie en drukte een zwaar stempel op de maatschappij. In de praktijk kwam het er op neer dat er in de duisternis van de G.J. de Jonghweg verslaafde tienermeisjes - heroïnehoertjes werden ze genoemd - rondliepen en in hun kielzog tal van ongure gasten. Het was er extreem gewelddadig en zelfs het jachtterrein van een seriemoordenaar die vermoedelijk vijf vrouwen om het leven bracht.
Na tien jaar verhuisde de tippelzone naar een havengebied aan de rand van de stad maar de schaduw ijlde na. De G.J. de Jonghweg bleef een soort niemandsland, een verwaarloosd, desolaat gebied met veel zwerfafval. In de auto's die er parkeerden, leken zich vaak duistere zaken af te spelen en om de stemming nog verder te drukken lag er door onkruid overwoekerde tramrails die nooit gebruikt werd. Er woonde niemand en als het even kon meed je het gebied.
Totdat Little C verrees, een woon-werkblok met luxe appartementen. Het door New Yorkse bouwstijlen geïnspireerde complex werd vorig jaar opgeleverd en was meteen een groot succes. De omgeving veranderde van een troosteloze woestenij in een aangename, zorgeloze wijk. Er zijn terrasjes, er wordt gewandeld, Hugo Borst heeft er een eigenzinnige galerie en er is dus ook dat plantsoen dat de vriendelijke sfeer in de buurt verder omhoog tilt.
Aan de westrand van het plantsoen strekt zich de Coolhaven uit, geen haven in traditionele zin maar een enorme plas water. Er zijn wat aanlegplaatsen voor de binnenvaart maar het is vooral een doorgang van de Parksluizen die uitkomen op de Nieuwe Maas naar de Delfshavense Schie, een belangrijke vaarroute naar het noorden. Dat klinkt druk maar vaak is het er ook doodstil. Het water strekt zich dan als een spiegel uit, wat vooral met ondergaande zon een feeëriek plaatje oplevert. De ontwerpers van het park hebben het landschap zo ingericht dat het als het ware een tribune is voor dat uitzicht op het water. Je kunt de verleiding die daarvan uitgaat op een warme zomerdag wel voorstellen. Voeg daar nog bij dat er aanlegsteigers met trapjes naar het water de haven insteken die er uitzien als een soort duikplanken en dat de oevers glooiend zijn begroeid met gras en planten. Zelfs als je niet kunt zwemmen slaat je fantasie op hol. Toen begin augustus een hittegolf losbarstte klonk er dan ook meteen geplons en gespetter.
De overheid die de plek zelf liet aanleggen sloeg prompt op tilt. Dat zwemmen mag dus niet. En dat wist geen van de bezoekers. Er is dan ook zelfs geen verbodsbord te zien. Je zou kunnen stellen dat er sprake is van uitlokking van een verboden activiteit door de gemeente. Een lokzwemplek, om ongehoorzame burgers te betrappen, want vrijwel meteen kwam het repressieapparaat gretig in actie. Dat is een zware term maar helaas niet overdreven. Rotterdam schiet vaak in de verbodsmodus en dat gaat gepaard met 'handhaving' inzetten, zoals dat eufemistisch genoemd wordt. Wat wordt er gehandhaafd? De regels. In plaats van dat er gekeken wordt naar of die regels wel zo verstandig zijn.
Dat is niet altijd zo geweest. De tippelzone werd ooit aangewezen omdat de politiek meende dat repressie juist geen zin had. Terecht in het geval van drugsverslaving maar het leidde ook tot ongewenste situaties en een klimaat waarin onverschilligheid en onmacht overheersten. Criminaliteit nam toe en dat werd de voedingsbodem voor de opkomst van Pim Fortuyn en zijn populisme. In reactie daarop sloeg de wijzer vervolgens naar de andere kant door. Rotterdam veranderde van gedoger in de ultrastrenge handhaver. Een wijntje in het park leverde al een boete op want er gold een 'rosé-verbod'. Feestjes op een gazon werden afgebroken door de handhavers als het picknick-kleedje de toegestane afmetingen een beetje overschreed. Dat is niet alleen aan Leefbaar te wijten. Burgemeester Aboutaleb houdt ook van harde taal en lange lat als beleidsinstrument.
Het argument van het gezag is dat zwemmen in de Coolhaven onveilig is, dat er op die plek sluizen zijn, dat er binnenvaartschepen varen en bovenal dat je in Rotterdam nu eenmaal nergens mag zwemmen. Dat laatste is helaas zeker waar. Er zijn in de stad maar vijf natuurlijke plekken waar je terecht kunt en een daarvan, in Kralingen, is een besloten natuurzwembad voor de elite. Ja, je kunt naar een recreatiegebied in de buitenwijk Nesselande, maar dat ligt bijna tegen Gouda aan.
In heel Rotterdam-West, waar zo'n 80.000 mensen wonen, mag je nergens in het open water zwemmen. Er zijn voor mensen in dat stadsdeel die snakken naar een baantje trekken officieel twee publieke zwembaden beschikbaar maar dat wil niet zeggen dat je daar terecht kunt. Zwembad West is deze week drie dagen gesloten, ik verzin dit niet. In Oostervant kun je doordeweeks dagelijks enkele uurtjes vrij zwemmen maar in het weekend niet. Alleen op zondag is er ruimte voor vrij zwemmen, van 13:30 tot 15 uur. Negentig minuten. Tijdens een hittegolf. En dat terwijl de overheid volgens eigen zeggen van alles doet om mensen aan het sporten en bewegen te krijgen. Vind je het gek dat mensen een duik nemen in de Coolhaven? Ook al mag dat niet?
Gevaar moet je in perspectief plaatsen. Terwijl de politie met een speedboot achter de zwemmers in de Coolhaven aanging om hen zogenaamd te behoeden voor gevaar moesten de hulpdiensten binnen een etmaal twee keer uitrukken omdat aan de overzijde van diezelfde haven iemand te water was geraakt. Dat kan daar ook makkelijk want er staan geen hekken aan de kades, zoals vrijwel nergens in Nederland. Alleen al in Amsterdam vallen er per jaar honderd mensen in de gracht waarvan er zo'n 20 dat niet overleven. Niemand zal er voor pleiten alle kades te voorzien van hekken. Althans dat hoop ik.
In het weekend varen er in de Coolhaven traditioneel geen of vrijwel geen binnenvaartschepen. Bovendien ligt de sluis waar zij gebruik van maken aan de overzijde van het water, afgeschermd door een lange steiger. Er is gesuggereerd dat er voor de veiligheid een eenvoudig een drijvende afscherming met bolletjes kan worden aangebracht op een paar meter van de oever, waarbinnen zwemmen wordt toegestaan. Dan is het probleem opgelost. Er is ruimte genoeg voor. Je zou ook nog een badmeester of andere toezichthouder kunnen detacheren. Als ergens een lamp in een lantaarnpaal wordt verwisseld staan er ook drie verkeersregelaars bij. En vanwege de hitte van de afgelopen weken werden de bruggen permanent besproeid door speciaal daarvoor aangestelde werkers. Is een beetje toezicht regelen voor waterpret dan te veel moeite?
Bovendien, is zwemmen wel het echt grootste gevaar dat je daar loopt? Enkele weken geleden nog was er bij het nabijgelegen metrostation Coolhaven een schietpartij waarbij een man om het leven kwam. Het vuurgevecht was zo hevig dat er bij bewoners aan de overkant van het water kogels door de ruiten vlogen.
Het tegengaan van zwemlust onder de bevolking wordt nog erger want het probleem blijft niet beperkt tot de Coolhaven. In een opiniestuk in NRC beschrijven Kirsten van Santen en Elsje Jorritsma dat zwemmen in open water overal in Nederland een illegale activiteit dreigt te worden. Ze nemen de zwemrepressie aan de Coolhaven als voorbeeld en schrijven:
Het is een goed voorbeeld van wat ons te wachten staat als de werkgroep wildzwemmen onder leiding van het RIVM straks met zijn aanbevelingen komt. Die kennen we grotendeels al: er zal alléén op de officiële zwemplekken in Nederland gezwommen mogen worden, op andere plekken gaat ‘actief ontmoedigd’ worden – boetes dus, of het moeilijk maken om bij het water te komen. Dat wordt geen wet, maar een instructie aan gemeenten. En als het RIVM zijn zin krijgt, zullen gemeenten waarschijnlijk ook ‘eindelijk’ het zwemmen in grote rivieren gaan verbieden – dat wil het RIVM al jaren. In de praktijk zal dat neerkomen op een omkering van het systeem. Nu geldt in Nederland voor zwemmen; toegestaan tenzij verboden. Dat wordt dan: verboden tenzij toegestaan.
Is water geen publieke ruimte? Stel je voor dat ze hetzelfde met schaatsen zouden doen. Als het vriest mag je dan alleen schaatsen op de aangewezen plekken. Nederland zou in opstand komen. De cultuur zou in gevaar zijn. Schaatsen is vrijheid maar waarom geldt dat niet voor zwemmen? De bewegingsvrijheid die je op het land hebt in de publieke ruimte, je mag overal gaan en staan tenzij expliciet verboden, moet je ook op het water hebben.
Jorritsma en Van Santen halen de mythe onderuit dat zwemmen onveilig zou zijn. "Ieder jaar verdrinken er tegen de 100 zwemmers in dit land. Dat gebeurt waar veel mensen zwemmen, en dat is dus nog steeds veelal bij de officiële zwemlocaties. Het zijn helaas in de meeste gevallen kleine kinderen of volwassenen die niet zo goed kunnen zwemmen, bijvoorbeeld omdat ze ergens zijn opgegroeid waar zwemles niet zo gewoon is als in Nederland. En er worden ieder jaar wel zwemmers aangevaren, maar door jetski’s en motorbootjes, niet door de trage, voorspelbare binnenvaartschepen."
Je zou het ook om kunnen draaien. We verklaren zwemmen dan zo'n waardevolle vorm van vrijheid dat we niet het zwemmen maar de zaken die het in de weg staan bestrijden. Dat was bijvoorbeeld voor de autoriteiten in Noorwegen reden tot drastisch ingrijpen en daarom de walrus Freya, die in een fjord rondzwom, dood te maken. Haar aanwezigheid leverde immers gevaar op voor zwemmers die daar niet wilden wegblijven. Zij zou de zwemmers aan kunnen vallen. "Je kunt niet verwachten dat 1,6 miljoen mensen niet gaan zwemmen in het fjord van Oslo," verklaarde een zoöloog die de omstreden maatregel goedkeurde. De belangen van de zwemmers wogen zwaarder dan die van de walrus. Daar is in dit specifieke geval wat op af te dingen maar het gaat er om te laten zien dat je ook anders kunt redeneren dan de Nederlandse overheid. Waarom moeten zwemmers als vanzelf wijken voor luxe plezierbootjes? Heb je meer recht op waterpret en watergebruik als je geld hebt?
Er speelt ook iets anders. Nu ligt in Nederland bij beleid de nadruk altijd op veiligheid en het verminderen van risico's. Dat is de afgelopen twintig jaar uitgegroeid tot een hele industrie die zichzelf in stand houdt. Aangestelde adviseurs en beleidsmakers zijn voortdurend aan het bedenken hoe zaken veiliger kunnen. Het betekent ook dat gezocht wordt naar maatregelen.
Er zijn daarentegen geen vrijheidsadviseurs en ambtenaren die beleid bedenken waardoor mensen zoveel mogelijk vrijheid krijgen of behouden. Dat is meer een taak voor politici maar helaas, laten die nou net ook vooral bezig zijn met veiligheid. Want daar gaan al die alarmerende rapporten immers over.
In plaats van verbieden en tegengaan zou in een betere wereld alles draaien om het recht op vrijheid voor zwemmers, om het zwemmen mogelijk te maken en het beschermen daarvan als hoofdtaak te zien. Dat lukt alleen met een andere manier van denken. Het vereist minstens zoveel liefde voor vrijheid als dat er nu angst voor risico's heerst. Het vereist ook een andere instelling van de overheid. Die heeft zich de afgelopen jaren uit tal van voorzieningen teruggetrokken en richt zich sindsdien vooral op veiligheid en repressie. Maar je hebt niks aan veiligheid als je geen vrijheid hebt. En dat geldt niet alleen voor het zwemmen.