De werkorganisatie van de FNV is boos op het bestuur van de FNV. Het Algemeen Bestuur en zijn Algemeen Secretaris heeft de Directeur van de FNV ‘voor de bus gegooid’ in het Ledenparlement d.d. 7 oktober jl. waarop het Ledenparlement een motie van afkeuring aannam over het handelen van de Directie en het Algemeen Bestuur.
In politieke zin ben je dan meer dan ‘aangeschoten wild’. De Algemeen Directeur werd hier letterlijk ziek van. Het Algemeen Bestuur bleef in functie en zit nu met enorme brokken. Binnen de organisatie vliegen de verwijten over en weer.
FNV-soap
Het conflict draait om een Regeling Gewenst Gedrag die al jaren binnen de FNV wachtte op vaststelling. In de werkorganisatie werd deze uiteindelijk vastgesteld in overleg met de ondernemingsraad, zoals dat hoort. Het Ledenparlement zou zijn eigen regeling vaststellen voor de vereniging. Maar de uitleg van de Algemeen Secretaris was dat de Algemeen Directeur van de FNV een bijzonder laakbaar besluit had genomen, ook voor de vereniging en het Ledenparlement, wat niet zo was. Het leidde tot de genoemde motie van afkeuring. Het ziet er incompetent uit! Een soort van ‘soap’ met ernstige gevolgen.
De vertegenwoordigers van FNV Personeel zijn nu ongekend boos op het Algemeen Bestuur van de FNV. Het personeel krijgt een brief van het Algemeen Bestuur waarin de werkorganisatie onder curatele wordt gesteld. Waardoor de werkorganisatie feitelijk onbestuurbaar wordt gemaakt. Het personeel raakt hierdoor nog meer in opstand en stelde in ledenbijeenkomsten van FNV Personeel een pakket samen met eisen voor een veilige en bestuurbare werkorganisatie. Het interne conflict haalde de verschillende media. “Bij de vakbond FNV is het een grote puinhoop, zegt FNV”, schreef Martin Visser in zijn column in de Telegraaf, als ongemakkelijke waarheid.
Governance structuur
Het conflict staat niet op zichzelf. Er is, al jaren lang, veel rolonduidelijkheid in de aansturing van de FNV met een hopeloze governance structuur. Het leidt elke keer tot diepgaande conflicten. Het zijn steeds andere symptomen met de zelfde structuurfouten. De onverzettelijkheid en de strijdbaarheid die de vakbondsbestuurders buiten aan de dag leggen, wordt ook intern ingezet. Het ledenparlement dat uitsluitend uit vakbondsvrijwilligers bestaat, wil zich maar al te graag bemoeien met de werkorganisatie, processen en bedrijfsvoering. Dat wordt feitelijk ook gestimuleerd door het FNV bestuur met: ‘jullie hebben het voor het zeggen en zijn De Vakbond’.
Als het over het functioneren van het 102 koppige Ledenparlement gaat dan is het kernprobleem ‘dat de slager zijn eigen vlees keurt’. Want het Ledenparlement zelf stelt het beleid vast en het moet het daarna ook weer controleren dat het uitgevoerd wordt. Dit is in het kader van ‘good governance’ een ernstige omissie.
Sectoren en generiek FNV-beleid
De FNV-organisatie heeft gekozen voor een zogenaamd governance verenigingsmodel. Het werkt niet omdat er forse weeffouten in de structuur zitten en het sectorbelang ‘dichtbij vakbondsleden’ is onvoldoende geborgd in de organisatie. Waardoor sectoren zich onvoldoende herkennen in het generieke FNV-beleid. Hierdoor zie je dat bijvoorbeeld FNV Spoor, Metaal, Havens en Tata Steel hun eigen vakbond opbouwen met veel vakbondsleden en afstandelijker opereren van de FNV. Het is in mijn ogen van eminent belang dat de vertegenwoordigende werking van de sectoren gebruikt gaat worden als centraal aangrijpingspunt om de gewenste slagkracht te krijgen.
De huidige FNV-structuur is een krampachtige en mislukte poging om de FNV ‘ongedeeld’ te laten lijken. De FNV zou enorm aan kracht winnen als de sectoren en bedrijfsgroepen, die dichtbij de vakbondsleden staan, verregaande bevoegdheden krijgen om vanuit hun eigen positie te onderhandelen en zo nodig te strijden met de werkgevers. Maak dus van de diversiteit en deskundigheid je kracht. Daar past ook een ledenraad bij - voor onder andere eventuele nationale kwesties - die bevolkt wordt door afgevaardigden uit de bedrijven en sectoren die direct en veel sneller verantwoording kunnen afleggen aan hun vakbondsleden in de bedrijven en sectoren.
Als de interne conflicten blijven dan is de vakbeweging ten dode opgeschreven, terwijl zij meer dan ooit nodig is in de samenleving!