Een ander veiligheidsbegrip is nodig, waarin machtsdenken en eigenbelang geen rol spelen
Militaire budgetten schieten snel omhoog. De Nederlandse regering zet in op een groei die naar 1,5 miljard euro extra per jaar gaat. Ook op Europees niveau gaan de sluizen open, vanaf 2021 gaat fors geïnvesteerd worden in defensie. De grote winnaar van dit alles is de militaire- en veiligheidsindustrie, die bovendien een flinke vinger in de pap heeft gehad bij de ontwikkeling van een beleid waarin steeds meer politieke of humanitaire problemen, zoals klimaatverandering en gedwongen migratie, worden neergezet als zijnde primair een veiligheidsprobleem, dat bestreden dient te worden met militaire middelen. Aan de grondoorzaken van deze problemen, en vooral het wegnemen ervan, wordt steeds minder aandacht en geld besteed.
Vorige maand publiceerde de Europese Commissie het definitieve voorstel voor een Europees Defensiefonds, als onderdeel van het hele EU-budget (Multiannual Financial Framework (MFF)) voor 2021-2027. Dit fonds, met een budget van 13 miljard euro voor de periode 2021-2027, moet militair onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe wapensystemen gaan financieren. ‘De algemene doelstelling van het Fonds is het bevorderen van het concurrentievermogen, de efficiëntie en de innovatiecapaciteit van de Europese defensie-industrie […],’ aldus het voorstel.
Het fonds is dus een rechtstreeks subsidiemiddel voor de Europese wapenindustrie. Voor deze industrie zal het sowieso feest worden. Volgens de voorstellen van de Commissie kan ze er ook op rekenen te mogen putten uit de budgetten voor onder meer de European Peace Facility, het Integrated Border Management Fund, het Internal Security Fund en het Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument. Grotendeels nieuw in te stellen instrumenten, ter financiering van EU militaire missies, het opbouwen van militaire capaciteiten in derde landen en het versterken van grensbewaking (zowel aan de Europese buitengrenzen als in derde landen) en van de binnenlandse security-infrastructuur (zowel in EU-lidstaten als in derde landen).
Extra Let wel: al deze miljarden euro’s zijn niet bedoeld als vervanging van de uitgaven van individuele lidstaten, maar moeten daar bovenop komen. Tegelijkertijd verhogen vrijwel alle EU-lidstaten ook hun eigen defensiebudgetten, waarbij voor de NAVO-lidstaten onder hen geldt dat er een afspraak ligt dat deze naar 2% van het BBP gaan. Kortom: er is sprake van een forse investeringsslag op Europees militair en veiligheidsgebied, gekoppeld aan een uitgebreidere militaire rol van de EU op het wereldtoneel.
De industrie, die hier zo van profiteert, heeft tegelijkertijd een invloedrijke rol gespeeld in de totstandkoming van het beleid. Grote wapenbedrijven, zoals Airbus, Thales en Leonardo, en hun lobby-organisaties, zitten met regelmaat aan tafel bij de Europese Commissie. Het beleid voor EU-financiering voor militair onderzoek, bijvoorbeeld, werd vrijwel een-op-een overgenomen uit een adviesrapport van een door de Commissie geïnitieerde Group of Personalities, die werd gedomineerd door vertegenwoordigers van wapenbedrijven.
Veiligheid Een belangrijke legitimatie voor dit nieuwe beleid, en de bijbehorende miljardenuitgaven, wordt gegeven met een verwijzing naar de behoefte aan veiligheid, een begrip dat overigens de laatste jaren steeds breder wordt getrokken. Ieder maatschappelijk en economisch probleem wordt momenteel geïnterpreteerd als een bedreiging van onze veiligheid. De Defensienota 2018 van de Nederlandse regering noemt daarbij in één adem: terrorisme, cyberaanvallen, migratie, drugssmokkel, natuurrampen en de oorlogen en conflicten in het Midden-Oosten en Afrika.
Dit is exemplarisch voor een trend waarbij, mede door de invloedrijke lobby van zichzelf als experts neerzettende militaire en security-bedrijven, alles als veiligheidsprobleem geframed wordt. En de reactie daarop wordt steevast gezocht in het bestrijden van gevolgen, graag met door diezelfde industrie geleverde middelen en diensten, in plaats van het streven naar het wegnemen van de oorzaken.
Sterker nog, het beleid om oorzaken weg te nemen wordt steeds meer uitgehold. In de onlangs verschenen beleidsnota voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking stelt de regering schaamteloos het eigenbelang van Nederland, en Europa, voorop. Danielle Hirsch, directeur van BothEnds, stelde terecht dat ‘het beleid zich vooral lijkt te richten op het versterken van het verdienmodel van Nederland. Voor BV Nederland valt aan armoedebestrijding en milieubescherming weinig te verdienen. Daar waar we met onze delta-aanpak opdrachten binnen kunnen halen om steden te wapenen tegen zeespiegelstijging, doen we dat graag, maar onze eigen uitstoot aanpakken is iets anders. De grondoorzaken van conflict en migratie pakken we niet aan.’
Verdienmodel Voor een gedegen aanpak van die grondoorzaken zou nu juist het westerse neoliberale verdienmodel op de schop moeten. Dat er een relatie is tussen de neoliberale ideologie en geweld, is al vaak gebleken, zoals in ontwikkelingslanden die gedwongen de neoliberale recepten van IMF en Wereldbank toepassen. De ongelijkheid die daarvan het gevolg is, leidde en leidt tot ernstige interne conflicten, waarbij het risico van repressie en geweld op de loer ligt.
Zonder een rechtvaardige en duurzame economie wereldwijd, zal geweld zich blijven voordoen. Toch wordt daarnaar niet gehandeld in veel internationaal veiligheidsbeleid. Het antwoord op de dreiging van geweld is vooral het dreigen met en inzetten van geweld. Niet op basis van behaalde successen in het verleden, maar uit een diepgewortelde reflex. Een reflex die vaak ook nog eens een belemmering is om te kijken naar de eigen rol in het ontstaan van de situaties die leiden tot geweld en het voortduren van geweld. Wanneer we spreken over veiligheid zal het dus moeten gaan over de veiligheid van ieder mens waar ook ter wereld; zolang niet iedereen veilig is, is niemand veilig.
De Europese, en Nederlandse, plannen geven blijk van een kortzichtig veiligheidsbegrip, uitmondend in een veiligheidsobsessie, die vooral de wapenindustrie dient, ten koste van mondiale vrede en rechtvaardigheid. Een ander veiligheidsbegrip is daarom nodig, waarin machtsdenken en eigenbelang geen rol spelen en waarin duurzaamheid en coöperatie leidende en organiserende principes zijn.
Akkerman schreef dit stuk samen met Greetje Witte-Rang van Kerk en Vrede