Turkije zal met gepaste trots een voorbeeld voor de regio zijn door te laten zien dat vrede in het Midden-Oosten wél mogelijk is
Het voert wekenlang de boventoon in de Turkse media: de vredesonderhandelingen met de PKK. Na de rellen over Kobani waarbij Koerdische betogers eisten dat Turkije optrad tegen IS, leek vrede ver weg maar beide partijen zoeken weer toenadering tot elkaar.
De kersverse premier Ahmet Davutoglu heeft gezegd dat een definitief vredesakkoord met de PKK ‘binnen 6 maanden’ haalbaar is, inclusief de ontwapening van de PKK. De gevangen PKK leider Abdullah Öcalan zei eerder in een verklaring, die vrij is gegeven door HDP, hoopvol te zijn nu ze ’15 oktober’ zijn gepasseerd wat door velen als een deadline werd gezien. Tevens had hij de Koerdische HDP partij als de regering opgeroepen om afstand te doen van hun ‘koppigheid’.
De gevangen leider laat zien van toegevoegde waarde te zijn in het dialoogproces nadat de PKK leiding op het slagveld haar hoop had opgegeven op de “cözüm süreçi” (vredesonderhandelingen) en zowel de HDP als de Erdogan-regering al begonnen waren met het vingerwijzen, lijken er nu toch deuren open te staan.
Ook is er gehoor gegeven aan de oproep van Öcalan tot kalmte na de massa demonstraties van 6 – 7 oktober waarbij minstens 35 mensen om het leven kwamen. De demonstranten vonden dat de Turkse regering niets deed om hun broeders en zusters in Kobani te beschermen tegen IS. De Turkse Koerden voelen zich zeer verbonden met inwoners van deze grensstad waar leden van dezelfde familie verspreid over de twee landen wonen en Koerdische vertegenwoordigers hebben de regering meermalen opgeroepen om hun broeders op dezelfde wijze te beschermen als de regering Turkmenen in Irak beschermt.
Eveneens hebben de milde woorden van premier Ahmet Davutoglu bijgedragen om de rust enigszins te herstellen: Davutoglu zei dat de Koerden wél een staat hebben en dat is de Turkse republiek. Ook omwille van Kobani was Davutoglu milder: “Kobani was altijd belangrijk voor ons, we wilden alleen geen onderdeel van de strijd worden”.
Ankara heeft tevens woord bij daad gevoegd en lijkt te zijn gezwicht door druk van binnen- en buitenland: Turkije zal haar grondgebied nu wel toestaan om als uitvalsbasis te laten gebruiken door de Peshmarga (Iraakse Koerden) die via Turkije de grens met Syrië mogen oversteken om hun broeders te helpen met het gevecht tegen IS.
Hoewel er deze week dus bevorderende stappen zijn genomen, zijn er eveneens veel uitdagingen die de vredesonderhandelingen in gevaar kunnen brengen en het republiek verder kunnen destabiliseren.
De kritiek op Turkije dat ze te passief zouden zijn tegen IS is enigszins overtrokken als er vanuit Turks perspectief wordt beredeneerd. Wapenleveranties aan de PYK, de Syrische zusterorganisatie van de PKK, wordt gezien als een bedreiging aangezien deze wapens ook in handen van de PKK kan vallen en mocht de çözüm süreçi falen, dan zullen deze wapens tegen Turkije gebruikt worden. Daar komt bij dat er vanuit de Turkse zijde de vrees bestaat dat de Syrische Koerden hun onafhankelijkheid kunnen uitroepen.
Een ander factor wat de stabiliteit in gevaar brengt zijn de onderlinge verhoudingen. Zo zijn er verscheidene keren rellen uitgebroken tussen aanhangers van de seculiere PKK en de Koerdisch-Islamitische partij Huda Par, die sympathie toont voor IS, waarbij doden zijn gevallen. De vrees na de rellen van 6 – 7 oktober was dat de PKK in gewapend conflict zou raken met zowel het Turkse leger als de Hezbollah guerilla-beweging (staat los van de Libanese Hezbollah) die aan de Huda Par is gelieerd en dat het land een terugslag zou maken naar de ‘horror jaren 90’, toen het gewapend conflict tussen de PKK en Turkije haar hoogtijdagen kende. De PKK heeft zich overigens internationaal geprofileerd door de strijd met IS aan te gaan, zo hebben ze bijvoorbeeld bescherming geboden aan de Yezidi’s in Irak. Deze krediet is Turkije een doorn in het oog. President Recep Tayip Erdogan heeft gezegd dat wapenleveranties aan de PKK onacceptabel zijn. Het vrije Syrische leger en de Peshmarga kunnen beter geholpen worden in de strijd tegen IS, aldus Erdogan. Het probleem wat hierbij komt kijken is dat deze groepen zonder de PKK IS niet kan verslaan aangezien PKK militair gezien de sterkste is.
Mocht IS de slag om Kobani winnen, zal het wantrouwen van Koerdische onderdanen jegens Ankara verder toenemen met alle gevolgen van dien. De rellen van 6 – 7 oktober is voor de regering-Erdogan eveneens aanleiding geweest om een pakket aan maatregelen aan te kondigen waarbij de politie meer bevoegdheden zal krijgen. De HDP noemde deze maatregelen een stap die Turkije zal transformeren in een ‘open gevangenis’.
De staat van democratie en stabiliteit in het land hangt voor een groot deel af van de lopende vredesonderhandelingen: een succesvol verloop zal zowel het wederzijds Turks-Koerdisch vertrouwen doen toenemen als het vertrouwen in de rechtsstaat. Het zal de Koerdische minderheid meer culturele rechten geven en hiermee zal het land een serieuze stap naar een volwassen democratie maken. Turkije zal met gepaste trots een voorbeeld voor de regio zijn door te laten zien dat vrede in het Midden-Oosten wél mogelijk is. Tot die tijd is de realiteit van de dag aan de orde.