Je begeeft je op hete kolen als je kritiek uit op Lale Gül of haar boek, terwijl dat nimmer het geval zou moeten zijn. Net zo min als dat zij bevreesd zou moeten zijn voor het schrijven ervan.
De afgelopen weken heb ik, terwijl ik het boek las want ik voelde mij verplicht het hele verhaal te kennen voordat ik zomaar een mening geef over een vrouw die zich beklemd en gekwetst voelt, het vuurwerk rond Lale Gül en haar debuutroman aanschouwd. Normaal heb ik geen last van een writer’s block, maar dit keer was het moeilijk kiezen in welk water ik zou duiken. Schilder mij niet af als een met de Turkse vlag wapperende nationalist, ook al was het een Turkse moskee waar ik op mijn veertiende voor het eerst binnentrad. Zie mij evenmin als een haatdragende internetimam, ik was op school tijdens het Suikerfeest de enig aanwezige Marokkaan. Het was nota bene mijn eigen moeder die op jonge leeftijd voor haar strikte ouders uit huis vluchtte, met als gevolg dat er bij ons wekelijks andijviestamppot op tafel staat en echt helaas nooit en te nimmer couscous of tajine. Maar het was diezelfde moeder die mij bepaalde waarden meegaf: eerlijkheid, zorgvuldigheid en een kritische blik.
Het boek van Lale is goed geschreven, humoristisch en taalverrijkend. Dat heeft, Lale, overigens niks te maken met mijn ‘etno-taalkundig bewustzijn’. Het is jammer dat de studierichting Nederlands wordt geschrapt aan de VU, zoals het ook jammer is dat we het bijna alleen maar hebben over de politiek-culturele naweeën van dit boek en niet over de literaire kunsten van de schrijfster.
We willen er allemaal voor deze vrouw zijn. Dat geldt ook voor mij, onomstotelijk. We zouden allemaal het liefst zelf de bedreigers die het op Lale gemunt hebben het leven zuur willen maken. Maar dat ik mij genoodzaakt voel deze ‘disclaimer’ af te geven voordat ik weerwoord lever, zegt veel. Te veel. Je begeeft je op hete kolen als je kritiek uit op Lale Gül of haar boek, terwijl dat nimmer het geval zou moeten zijn. Net zo min als dat zij bevreesd zou moeten zijn voor het schrijven ervan.
In een oer-Hollands debat zou je zonder omwegen, vrees of vele passwordreset-mailtjes, moeten kunnen zeggen dat je Lale Güls boek soms een beetje tegenstrijdig of op z’n minst ambigu vindt. Bijvoorbeeld wanneer ze vertelt over Denk-Kamerlid Kuzu die volgens haar op de Turkse TV onwaarheden vertelt als hij zegt dat Nederland soms in strijd met de Grondwet handelt bij mensen van kleur. Terwijl er toch net een kabinet is afgetreden vanwege de toeslagenaffaire waar dat precies aan de hand was. Of wanneer ze vertelt dat de islam de man als hoger beschouwt dan de vrouw, terwijl de moeder drie keer boven de vader staat en in de Koran “gezegd wordt” dat het paradijs onder de voeten van je moeder ligt. Of wanneer haar zusje nog in de zomer zogenaamd chocoladeletters en zwartepiettekeningen ziet liggen in de Albert Heijn. Of als ze beweert dat docenten nooit allochtone kinderen expres een te laag schooladvies geven, terwijl dat onomstotelijk bewezen is. Wanneer ze blij constateert dat Nederland geen religieus orkest kent en ze in Turkije vijf keer per dag de ‘klaagzang’ van de moskee moet aanhoren, terwijl hier 48 keer per dag kerken hun klokken luiden. Of wanneer ik lees dat de man volgens de islam het recht heeft de vrouw te slaan.
Ik vind dat toch allemaal lastig om te lezen, die pertinente onwaarheden. Maar lezer, ik zwijg er verder over. Mijn prille kinharen staan mij nog niet toe om een cyberimam te worden. Dus ik houd mijn lippen stijf op elkaar over alle stereotyperingen, goed en slecht, in haar verhaal dat volgens eigen zeggen autobiografisch is en allemaal echt gebeurd. U zult mij niet horen over de onderdrukte Koerdische klasgenoot, de misogyne neef, de racistische haat van allochtonen naar donkere mannen, de PVV-stemmer die bij nader inzien toch echt lief blijkt te zijn terwijl twee moslima’s juist vrouwenmishandeling goedpraten. Je hoort me ook niet over de vrouwonvriendelijke, nota bene Marokkaanse, hangjongeren, niet over de vader die zijn dochter dwingt om op Denk te stemmen, niet over de beschreven homohaat onder allochtonen, niet over de antisemitische baas en ook niet over de prietpraat, om maar een understatement te gebruiken, over niet de zo volle onschuld van vrouwen bij verkrachting. Ik blijf muisstil.
Ik zie hoe ze alom en kritiekloos wordt geprezen in de media, ook al schildert ze vwo-scholieren van islamitische scholen af als kortzichtige vrijheidsbestrijders, ze Turkse agenten en islamitische huisartsen als levensgevaarlijke problemen neerzet en ze wereldwijd moslims op het matje roept en bespot omdat deze afstand nemen van een of andere gestoorde die een aanslag pleegt uit naam van de islam. En ik zwijg ook als ze de toekomstige kinderen van mij en mijn generatiegenoten neerzet als ‘domme mensen met geen etno-taalkundig bewustzijn en een verwaterde identiteit’ en delicate discussies over genderneutraliteit en transgenderheid anno 2021 afdoet als ‘gekkigheid.’.
Wanneer je ziet dat rechts Nederland een nieuw paradepaardje heeft gevonden en dat ook nog eens gebruikt als stok om mee te slaan, dan weet je dat er iets mis is. Dan zie je onder meer dat het antagonisme, het tweekampen-denken, ook hier definitief zijn intrede definitief heeft gedaan.
Zelf zie ik dat Lale Gul alle kritiek en negatieve feedback, zelfs die over de ‘verfrissendheid’ van het boek, afdoen als een persoonlijke aanval. Over de motieven achter het boek blijf ik dubben. Behalve een inkijk in haar leven, dat helaas ook wordt gekenmerkt door een zeer oneerlijke, zwaar beperkte en onprettige jeugd die ik niet wil ontkennen noch waar ik iets aan af wil doen, is het ook een boek vol met mini-columns die de multiculturele samenleving aangaan. Paginalange verhandelingen van vaak onrealistische, onbekwame karakters, zoals een 14 jarige klasgenoot die op een schoolreisje over gevoelige sociale en culturele kwesties en hevige levensvragen uitweidt, terwijl het weerwoord van een ander personage nooit meer is dan een paar beknopte zinnen, nooit meer dan druppel op de gloeiende plaat.
De mini-columns vallen wel erg vaak op kop, terwijl ik voor munt kies. De meeuw van het PVV-logo, symbool voor rechts Nederland, pikt gretig het voer uit de hand van Lale.
Dat allemaal maakt het moeilijk om eerlijk kritisch te blijven tijdens het lezen van de interviews of liever nog het boek maar toch is dat belangrijk. Zelfs wanneer de woorden troebel en moeilijk te lezen zijn door de tranen die op het papier druppelen.