Voor verschillende burgerrechten bestaan nu verschillende belangenbehartigers die onderling niet of nauwelijks samenwerken.
Premier Rutte ging op 24 juni in het Catshuis met zes tegenstanders van racisme in gesprek over discriminatie en racisme in Nederland. Verschillende actiegroepen en burgerrechtenorganisaties voelden zich gepasseerd door de premier. Aan de vooravond van het overleg met de premier presenteerde Amnesty International vier maatregelen aan het kabinet waarmee de Rijksoverheid discriminatie en racisme kan uitbannen. Ook lanceerde deze mensenrechtenorganisatie een petitie om zoveel mogelijk maatschappelijke steun voor deze maatregelen te verzamelen. Tegelijkertijd zijn er vele andere maatschappelijke organisaties, van antidiscriminatiebureaus tot het Kennisplatform Integratie & Samenleving, landelijk kenniscentrum discriminatie Art.1, de Anne Frank Stichting en kennis- en onderzoeksinstellingen bezig met hetzelfde thema. Keer op keer wordt duidelijk dat het aan centrale regievoering ontbreekt als het om discriminatie- en racismebestrijding gaat. En dat niet alleen: in brede zin mist Nederland een brede burgerrechtenbeweging die effectief het maatschappelijk debat én de dialoog aanzwengelt, en tegelijkertijd een actieve politieke lobby voert voor burgerrechtenbescherming en waar nodig ook juridische procedures voert en naar de rechter stapt. In Amerika bestaat zo’n brede burgerrechtenbeweging dit jaar exact 100 jaar, maar Nederland moet er nog altijd op wachten.
Tienduizenden Nederlanders zijn de afgelopen weken de straat opgegaan om te demonstreren voor respectering en bescherming van fundamentele burgerrechten. Zowel voor racisme, als voor privacy (in reactie op de ‘corona-app’ door bijvoorbeeld ‘ Bits of Freedom ’) en ook voor de algehele overheidsmaatregelen in relatie tot bestrijding van het coronavirus (zoals Facebookgroep ‘ Nee tegen 1,5 meter ’). Dat doen deze organisaties en mensen zonder onderlinge afstemming of overleg met elkaar. Terwijl deze mensen zich in feite hard maken voor hetzelfde fundamentele vraagstuk: respectering van burgerrechten, zowel door medeburgers als door de overheid. Burgerrechten zijn geen individuele, willekeurige of vrijblijvende beschrijvingen van een ideale wereld. Burgerrechten, zoals gezamenlijk verankerd in onze Grondwet en in internationale verdragen, vormen een samenhangende reflectie van ons mens- en maatschappijbeeld als samenleving. Het recht op gelijke behandeling – een positieve vertaling van Art. 1 van de Grondwet – wordt bijvoorbeeld versterkt door de vrijheid van vereniging, de vrijheid van vergadering en betoging (demonstratie), de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Door onze maatschappelijke aandacht te beperken tot racismebestrijding lijken we andere burgerrechten te vergeten. En sterker nog: voor verschillende burgerrechten bestaan er verschillende belangenbehartigers die onderling niet of nauwelijks samenwerken.
Neem het Platform Burgerrechten van het Humanistisch Verbond. Hun primaire focus ligt, anders dan hun naam doet vermoeden, op privacy en algehele persoonlijke vrijheid. Over racisme zwijgt dit platform. Eveneens beperkt een andere burgerrechtenorganisatie als Nederland wordt beter zich tot racismebestrijding, een inclusief sinterklaasfeest en het vergroten van het bewustzijn van het koloniaal- en slavernijverleden. Wezenlijke thema’s, maar een smalle focus op een in de kern breder vraagstuk. Dit zijn slechts twee voorbeelden van de versnippering die de effectiviteit van burgerrechtenorganisaties beperkt. De onbenutte synergetische voordelen die samenwerking hen biedt, worden om uiteenlopende redenen miskend. Het initiatief voor deze samenwerking zou genomen moeten worden door de burgerrechtenbeweging met de meeste ervaring en politiek-maatschappelijk netwerk, zoals het Platform Burgerrechten.
Nog een kritische kanttekening voor de aanstaande brede burgerrechtenbeweging: laat deze beweging streven naar volledig subsidievrije financiering. Geen cent van de overheid naar de brede burgerrechtenbeweging, maar volledig onafhankelijk kunnen ‘draaien’ op privaat en maatschappelijk geld. Burgerrechten moeten burgers namelijk ook beschermen tegen de overheid. Het is feitelijk moeilijker bezwaar te maken tegen een discriminerende overheid als diezelfde overheid tegelijkertijd de bezwaar makende organisatie financiert. Wie bijt immers de hand die je voedt?
En er zijn concrete voorbeelden van zulke brede burgerrechtenbewegingen in andere Westerse landen. Denk aan de American Civil Liberties Union die dit jaar exact 100 jaar bestaat of aan Liberty UK. Beide brede burgerrechtenbewegingen zijn solidair met Black Lives Matter en bestrijden actief racisme. En tegelijkertijd maken ze zich bijvoorbeeld ook druk over burgerrechten die tijdens de huidige coronacrisis onder druk staan door de vergaande overheidsmaatregelen. Of over andere overheidsmaatregelen die onze privacy onderdrukken. Daarmee zijn brede burgerrechtenbewegingen niet bij voorbaat ‘typische linkse hobby- of lobbyclubjes’, zoals deze wel eens denigrerend worden genoemd. Dat brede profiel van een brede burgerrechtenbeweging maakt hen effectiever in de politieke lobby. Bovendien zorgt de vereniging van krachten voor meer kwaliteit en professionaliteit in de organisatie achter de burgerrechtenbeweging, waardoor ze een geduchte ‘counterpart’ zijn voor de overheid, succesvol zijn in gerechtelijke processen en meer met één kernachtige boodschap kunnen spreken in de media.
Laten we daarom juist nu werken aan het verbinden van bestaande burgerrechtenbewegingen en toewerken naar een (coöperatieve) vereniging. Maar niet alleen een brede burgerrechtenbeweging van organisaties. Juist ook een beweging van en voor burgers die actief lid zijn van deze vereniging. Actief burgerschap is cruciaal voor het vitaal houden van onze democratische rechtsstaat en samenleving. Geen burger rechten zonder burger plichten. Het is onze plicht om elkaars rechten te beschermen. Zoals de vrijheid van de een begint waar de vrijheid van de ander eindigt, is dat ook voor burgerrechten het geval. Om écht en structureel onze burgerrechten te beschermen, is het cruciaal dat Nederlanders ook op deze manier in beweging komen. Demonstreren is een goed begin, maar is slechts het halve werk om mensen- en burgerrechtenschendingen de wereld uit te werken. Wie hoofd en hart met elkaar combineert, zal inzien dat zo’n brede burgerrechtenbeweging helemaal zo’n gek idee nog niet is.
Dave Ensberg-Kleijkers is voorzitter van stichting Martin Luther King-lezing, oud-voorzitter van Art.1 – landelijk expertisecentrum discriminatie en oud-voorzitter van Kompass, mensenrechten dichtbij
Een ingekorte versie van dit artikel staat op 30 juni 2020 in NRC Handelsblad.