De taal van de vakbond
Je hebt mensen die staken. Kijk bijvoorbeeld naar de acties bij de Bijenkorf, waar ik als vakbondsvrouw bij betrokken ben. En je hebt mensen die niet meedoen aan stakingen, zij blijven tijdens de acties van de collega’s aan het werk. Die laatste groep wordt ook weleens ‘werkwillig’ genoemd. En met dat woord is iets raars aan de hand.
Het woord ‘werkwillig’, of ‘werkwillend’ wat je ook weleens hoort, suggereert een grote loyaliteit aan het bedrijf: mensen hebben nadrukkelijk de wil om te werken. Terwijl je ook kunt stellen dat juist staken een uiting is van loyaliteit. Ja, mensen staken in eerste instantie vooral voor betere lonen en arbeidsvoorwaarden. Maar mensen die staken doen dat vaak ook omdat zij hart voor de zaak hebben. Stakers willen dat de kwaliteit van het werk verbetert; voor henzelf, voor de collega’s en voor de toekomst van het bedrijf. Zij zijn bereid om hiervoor risico’s te nemen. Want staken is een verregaande actievorm en dat doe je echt niet zomaar.
De woorden ‘werkwillig’ en ‘werkwillend’ duiken zowel op bij de werkgevers als bij de vakbonden. Bedrijven hemelen met dit positief-klinkende woord de niet-stakers op. Als je bij de niet-stakers de wil benoemt om door te werken, dan suggereer je eigenlijk dat stakers níet willen werken. En dat roept wellicht de negatieve associatie op van ‘lui’. Werkgevers zetten tijdens stakingen wel meer middelen in om tweespalt te veroorzaken.
De vakbonden gebruiken het woord ook, ik ben daar geen voorstander van! Soms gebruiken de bonden het woord neutraal, om de mensen aan te duiden die niet meedoen aan een staking. Zo van: ‘hoe gaan we de werkwilligen betrekken bij de acties?’ Maar ook in negatieve zin. Want ‘willig’ kun je ook lezen als ‘tam’. En dan hebben de vakbonden het al snel over stakingsbrekers en onderkruipers. Dat zijn mensen die doelbewust afbreuk doen aan de acties van de collega’s, door bijvoorbeeld over te werken tijdens een staking en zo de actie teniet te doen. Immers is het doel van een staking om een bedrijf economisch te raken en zo de directie tot inkeer te brengen.
Bijna dagelijks spreek ik medewerkers van de Bijenkorf. We hebben nu al meer dan tien dagen gestaakt. Maar als je aan de medewerkers vraagt wat zij nou het liefst willen, dan is dat toch echt: weer gewoon aan het werk. Maar dan wel op een fatsoenlijke manier, dus met een leefbaar loon en normale werktijden. Ja, stakers hebben een grote wil om te werken.