Onlangs schreef ik over het bizarre tafereel bij de Stichting Open Nederland, ‘het systeem’, achter Testen voor Toegang. Zoals ik wel vaker zie is het gebrek aan zelfreflectie stuitend, maar daarnaast verbaas ik mij elke keer dat de zogenaamde leiding bij dit soort initiatieven geen flauw benul heeft hoe men dit een strategische opzet moeten geven die de samenleving verder brengt.
Voorzitter van Open Nederland Pier Eringa wordt omschreven als een joviale boerenzoon uit een gezin met zes kinderen. Hij staat bekend als een aanpakker. ‘Ik schaam me er soms voor bij de overheid te werken’, zei hij ooit in het AD bij zijn vertrek van ProRail. Eringa is een competitiedier, deelt altijd harde kritiek uit aan de overheid en blijft niet lang op dezelfde werkplek rondhangen. Mede dankzij zijn uitgesproken media-optredens en opruiing bij de politiek, weet hij vaak het een en ander voor elkaar te krijgen.
Hoewel er na het terugdraaien van de versoepelingen veel minder werd getest, kregen de ingehuurde bedrijven nog altijd veel geld toegeschoven. Een boer en een zog hebben nooit genoeg, zeggen ze dan op het platteland. ‘De brandweer betalen we ook niet per gebluste brand’, luidt de rechtvaardiging van Eringa. Klinkt dit je allemaal niet héél herkenbaar in de oren? Het is een Sywertiaanse uitspraak.
Curieus is het ook wel. Want 78 procent van het personeelsbestand van de brandweer, brandbestrijding en hulpverleningen, bestaat uit vrijwillige krachten. De overige 22 procent zit in dienst, zo meldt het Centraal Bureau voor Statistiek. “Grote verschil: De brandweer heeft geen winstoogmerk. En Testen voor Toegang wél”, gaf SP-kamerlid Renske Leijten terecht aan.
De verantwoordelijkheid ligt bij de stichting om namens de overheid het toegangstesten te regelen, zodat wij weer veilig sociale activiteiten en evenementen kunnen bezoeken. Daarvoor hebben Pier en het bestuur van de Stichting Open Nederland een bedrag van tussen de 500 á 700 miljoen euro gestort gekregen, waarbij zij zelf net als onze kapitalistische koorknaap claimen dat hun werkzaamheden zonder commerciële doeleinden zijn. Maar als je het bastion van de elf wattenstaafcowboys onderzoekt, dan blijkt dat niet te kloppen: CovidTest Nederland en Speed Covid Test stampten allebei het afgelopen jaar ruim 22 commerciële teststraten uit de grond, waarbij één poseert met oud-voetballer Glenn Helder als ‘fan’, om vervolgens nog even te pitchen dat bedrijven hun medewerkers kunnen laten sneltesten met korting.
Dit zijn dus niet als de brandweer voornamelijk vrijwilligers, maar eerder kapitalisten die uit zijn op winst. Ze verdienen nu gezamenlijk zo’n miljoen euro per dag. En daar heeft zowel de boerenzoon als de koopman geen bezwaar tegen. Ze vergaren hun rijkdom over de rug van een ander, en worden volledig gefinancierd door de overheid. Het laat weer zien dat we in ons land liever nemen dan geven. Alleen: wanneer lieden als Pier Eringa daarop terecht worden ondervraagd, komen ze altijd met een panklaar antwoord om het cowboygedrag te rechtvaardigen.
Pier gelooft in de tegelwijsheid ‘ De boer moat sels de teije ha’, oftewel: de boer moet zelf de teugels in handen hebben. Maar Pier is vooral vergeten dat wanneer de vos de passie preekt, de boer op zijn kippen moet passen. Want laten we eerlijk zijn: dit is ook zwendelarij. Waarom faciliteert de Stichting Open Nederland dit in opdracht van de Ministerie VWS? Commerciële teststraten vragen namelijk 65 tot 100 euro voor iets wat elders gratis is.
Volgens het platform voor onderzoeksjournalistiek Follow The Money kost de ongebruikte capaciteit van Testen voor Toegang de belastingbetaler bijna een half miljoen per dag. Een fiks bedrag. Daarom is het geen wonder dat Pier nog steeds met veel plezier zijn twee trekpaarden en andere dieren thuis in Hooge Soeren, nabij Apeldoorn, verzorgt. Er kan inmiddels nog wel een Fryske Hynder bij.
De domste boeren hebben de dikste aardappels. Dat betekent: het succes komt vooral door geluk en niet zo zeer door een verstandige aanpak van zaken. Pier zal niet de eerste Fries zijn op wie deze wijsheid van toepassing is. Camille van Gestel , zakenpartner van Sywert, kwam namelijk uit Workum.
Het is ook een wijze les voor mensen die net als ik ook van het platteland komen: vergeet nooit waar je vandaan komt en hou de normen en waarden daarvan vast.