Een psychologisch wapen, zou je kunnen zeggen.
Donald Trump heeft de Amerikaanse politieke arena verstoord en getransformeerd en weet als geen ander hoe hij zijn aanhangers kan mobiliseren. Een treffend voorbeeld hiervan is zijn emotionele oproep tot “Fight! Fight! Fight!” nadat een schutter hem kortgeleden tijdens een campagnebijeenkomst onder vuur nam en hij geraakt werd aan zijn oor.
We kennen allemaal de iconische foto, met daarop Trump met bebloed oor en een gebalde vuist hoog in de lucht. De strijdvaardige uitdrukking op zijn gezicht te midden van de chaos spreekt boekdelen. Een aantal veiligheidsmensen staan als schilden om hem heen en achter hen wappert de Amerikaanse vlag, als een krachtig symbool van nationale trots en vastberadenheid.
Dat krachtige moment, vastgelegd in één enkel beeld, belichaamt de essentie van strijd en doorzettingsvermogen. Het gebaar van Trump is een manifestatie van vastbeslotenheid om ondanks een moordaanslag toch weer rechtop te gaan staan en door te gaan.
De strijdkreet van Trump is meer dan alleen een emotionele uitbarsting; het is een bewust strategisch instrument met diepgaande psychologische effecten. Een psychologisch wapen, zou je kunnen zeggen.
Strijdtaal is een krachtig hulpmiddel in de gereedschapskist van populistische leiders. Het roept een beeld op van een duidelijke, maar vaak simplistische, confrontatie tussen goed en kwaad, waarin de aanhangers worden gezien als strijders voor iets goeds. Voor Trump, net als voor Wilders, is dit geen toevallige keuze maar een bewuste strategie om volgers te mobiliseren en motiveren.
Wanneer Trump of Wilders strijdtaal uitslaat, activeren ze de groepsidentiteit van hun aanhangers. Zij worden aangesproken als deel van een strijdende eenheid, verenigd tegen een gemeenschappelijke vijand, zij het de links-liberale politieke elite, de media, de immigranten, de moslims, of andere gedefinieerde tegenstanders. Dit versterkt de band tussen de leider en zijn volgers, en onderstreept gedeelde doelen en vijandbeelden.
Strijdtaal simplificeert complexe politieke realiteiten in duidelijke, begrijpelijke termen. Het presenteert de wereld als een zwart-wit strijd tussen goed en kwaad, waardoor de nuances en complexiteit van politieke en sociale problemen naar de achtergrond verdwijnen. Dit maakt het makkelijker voor mensen om zich te identificeren met de boodschap en achter de voorgestelde oplossingen te staan, hoe simplistisch en onhaalbaar deze ook mogen zijn.
De oproep tot strijd roept sterke emoties op zoals boosheid, verontwaardiging, en vastberadenheid. Deze emoties kunnen bijzonder krachtig zijn bij het creëren van een gevoel van urgentie en actie. Emoties spelen een cruciale rol in politieke mobilisatie, omdat ze de rationele overwegingen van aanhangers kunnen overstijgen en hen kunnen aanzetten tot geweld.
Strijdtaal resoneert ook vanwege zijn historische en culturele connotaties. Het roept herinneringen op aan vroegere heroïsche gevechten en revoluties, waarin gewone mensen opstonden tegen onderdrukking en onrecht. Door deze echo’s te gebruiken, positioneren politici als Trump en Wilders zichzelf en hun aanhangers als erfgenamen van een grootmoedige traditie van strijd en verzet.
Het gebruik van strijdtaal door politici brengt significante risico’s met zich mee. Het bevordert een klimaat van polarisatie en vijandigheid, waarin compromissen en dialoog moeilijker worden. Bovendien kan het leiden tot escalatie van geweld, zoals bleek tijdens de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021, toen Trumps retoriek werd gezien als een aanjager van de opstand.
Hoewel strijdtaal effectief kan zijn in het creëren van een gepassioneerde en loyale achterban, draagt het ook bij aan de polarisatie en fragmentatie van de samenleving. Het houdt mensen in een constante staat van alertheid en vijandigheid en dat schaadt het psychologisch welzijn van de samenleving. In een tijd waarin de behoefte aan dialoog en wederzijds begrip groter is dan ooit, moeten we ons bewust zijn van de kracht en de gevaren van dergelijke retoriek, en streven naar een meer verbindende en constructieve benadering van politiek leiderschap.