Fatah-Black spreekt in zijn stuk het vermoeden uit dat juridische procedures nazaten van slaven weinig verder zullen helpen. Hij verwacht meer van het kwade geweten bij families die denken van slavernij te hebben geprofiteerd
Het lijkt de Leidse historicus Karwan Fatah-Black een goed idee als families die destijds veel verdiend hebben aan de slavernij, overwegen hoe zij die winsten van toen kunnen gebruiken voor de strijd tegen “de voortdurende ongelijkheid onder de nazaten van de vrijgelatenen”, zo schrijft hij in de NRC. Hij besluit zijn artikel aldus: “Het valt te verwachten dat de meest betekenisvolle excuses en reparations niet van overheidswege zullen komen, maar eerder uit het directe contact tussen nazaten van specifieke slaafgemaakten en de eigenaren van toen”.
Zo wordt de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van slavernij en daarmee verbonden kolonialisme geïndividualiseerd. Specifieke personen krijgen de rekening en de nazaten over huis. De methode om hen te identificeren is die van de erfzonde.
Ben ik even blij dat mijn voorouders Westfaalse sloebers zijn die pas aan het eind van de achttiende eeuw naar ons land kwamen waarna zij niet aan dit sloeberschap wisten te ontsnappen. Ik ga vrijuit. Ik heb er niets mee te maken. Ze kunnen bij mijn voorzaten geen aandeelhouders vinden in de WIC of de Middelburgsche Commercie Compagnie of een vroeg negentiende eeuwse tante met een paar aandeeltjes in een Surinaamse plantage.
In zijn artikel gaat Fatah-Black van drie premisses uit: 1. Er is veel verdiend aan de slavenhandel. 2. Daar hebben tal van families, bedrijven en instanties van geprofiteerd. 3. Die hebben daarom een bijzondere verplichting aan de nazaten van degenen die destijds in slavernij werden gehouden. Hij geeft als voorbeeld Georgetown University die in 1838 om een faillissement te voorkomen 272 slaven verkocht. De nazaten van die slaven zijn zoveel mogelijk opgespoord. De universiteit stelt aan aspirant-studenten zeer hoge eisen. Die worden voor deze nazaten verzacht. Ook besloten studenten bij referendum tot een verhoging van hun jaarlijks collegegeld met 27 dollar twintig om de basis te leggen onder een herstelbetalingenfonds.
Loterij Zo wordt steun bij wijze van herstelbetaling een lot uit de loterij. Alleen als je een verband kunt leggen tussen jouw voorouder en een bedrijf, een instelling of een familie, ben je spekkoper. Anders trek je een niet. De vraag is bovendien: hoe loopt het genealogisch onderzoek dan? Alleen in de mannelijke of ook in de vrouwelijke lijn? In dat laatste geval neemt het aantal nazaten exponentieel toe. Dan kom je in de positie van iemand die met 70.000 anderen de voetbaltoto goed heeft ingevuld. Nee, dit is een heilloze weg die tot veel woede, verdriet en teleurstelling zal leiden. En tot onrecht. Wat moeten wij immers doen met de nazaat van iemand die in 1863 compensatie kreeg voor vijftig slaven, 300 gulden per persoon, zegge 15000 gulden met de kop van Willem III erop, maar zelf in de WIA zit, terwijl zijn voorouders hun fortuin er doorheen gejaagd hebben? Ten derde, hoe om te springen met de families Hudig, Rochussen en Van Coopstad. Die waren betrokken bij de belangrijkste Rotterdamse slavenhandelmaatschappij Van Coopstad en Rochussen. Maar dat bedrijf ging failliet. Fatah-Black spreekt in zijn stuk het vermoeden uit dat juridische procedures nazaten van slaven weinig verder zullen helpen. Hij verwacht meer van het kwade geweten bij families die denken van slavernij te hebben geprofiteerd.
Hoogmogende Heren Er zijn vanuit schepen onder de vlag van de Hoogmogende Heren van de Staten-Generaal, direct of indirect onder hun octrooi, honderdduizenden mensen gekocht op de kusten van West-Afrika en weer verkocht in de beide Amerika’s. Daarnaast vond er onder de paraplu van de Verenigde Oost-Indische Compagnie veel handel in slaven plaats. Overigens liepen schepelingen uit de Republiek zelf ook kans om slaaf te worden gemaakt en wel door kapers onder Turkse vlag maar dat laten we even buiten beschouwing. Het is wel een een wezenlijk onderdeel van de werkelijkheid op zee in de zeventiende en de achttiende eeuw. Nee, dit is niet de weg om te komen tot een behoorlijke compensatie voor de gevolgen van de slavernij.
Schulden en verplichtingen Als we het hebben over compensatie, dan is dit het enige feit van belang: de honderdduizenden die zijn weggevoerd. De vraag of Nederland er rijk van geworden is, heeft geen enkele relevantie. Voor de slachtoffers en hun nazaten doet dat er namelijk niet toe. Ook als het een verliesgevende operatie was, doet dat niets af aan schuld of verantwoordelijkheid.
Het Koninkrijk der Nederlanden heeft destijds alle schulden en verplichtingen van de Republiek op zich genomen. In de nationale mythe die dit koninkrijk heeft geschapen om de eigen identiteit en nationale trots nader te bepalen, speelden die Republiek en de Gouden Eeuw een centrale rol. Het Koninkrijk der Nederlanden is de erfgenaam van de hele boedel, van de witte en van de zwarte bladzijden, van de grootsheid en van de misdaad, van Rembrandt en van Rochussen met zijn slavenschepen.
Paspoort Wie het paspoort van dit koninkrijk accepteert, deelt in de erfenis. Die draagt de lusten én de lasten. Daar hoort verantwoordelijkheid bij voor de gevolgen van wandaden in het verleden. Anders moet je dat paspoort verscheuren en afzien van het burgerschap.
Er is in het hedendaagse debat nogal sprake van het begrip “ privilege”. Sommige mensen zouden “ privilege” hebben, een oneerlijk voordeel in de strijd om het bestaan. Op hun renbaan worden minder horden geplaatst. Dáárom kunnen zij winnen.
Het is ongelijk gedeeld in de wereld en je kansen hangen sterk af van het land en het werelddeel waar je wiegje stond. Wie in Nederland opgroeit heeft veel meer kansen om het ver te brengen dan leeftijdgenoten in pakweg Nigeria of Bangladesh. Ook als je ouders op de onderste sporten van de maatschappelijke ladder staan. Natuurlijk, er is in de Nederlandse maatschappij het nodige vooroordeel en racisme, maar met die discriminatie erbij zijn je levenskansen toch een stuk groter dan in de meeste andere landen. Voor de goede orde en om elk misverstand te voorkomen: discriminatie en racisme dienen in ons land met kracht bestreden te worden.
Niet individuen, maar Nederland als geheel hoort te erkennen dat zijn aandeel in de slavernij van twee eeuwen geleden gevolgen heeft en dat het bereid is daarvoor compensatie te bieden. En niet een of andere symbolische grijpstuiver. Het zou mooi zijn als we dit konden aanpakken samen met onze partners in crime. Daarvoor komt allereerst in aanmerking de rechtsopvolger van het koninkrijk der Ashanti, de republiek Ghana. Allebei naar draagkracht natuurlijk.
Hoe we dat moeten doen is vers twee. Het ligt voor de hand dat het iets te maken moet hebben met kansen geven. Tot slaaf maken betekent immers dat je iemand alle keuzevrijheid en alle kansen ontneemt. Kansen geven kan in die zin van alles betekenen: de opbouw van de vakbeweging steunen in het Caribisch gebied, onderwijsverbetering, vrije toegang tot de Europese markt. Als een paal boven water moet natuurlijk staan dat wij het niet zullen zijn die bepalen wat goed is voor de nazaten van de slaven maar dat die nazaten de prioriteiten stellen. En dan ook daadwerkelijk die nazaten, niet allerlei handige jongens en corrupte politici die zich als hun woordvoerders en belangenbehartigers voordoen.
Maar laten we eerst eens als land onze verantwoordelijkheid erkennen.