Minister vindt klankbordfunctie boven toezicht houden stellen geen probleem
Bij de onderwijsinspectie gemelde signalen over misstanden in het onderwijs worden vaak in het geheel niet of veel te laat door de overheid opgepakt, door een volstrekt misplaatst vertrouwen in de topleiding van onderwijsinstellingen. De VMBO diploma affaire is echter niet de enige zaak die dat glashelder aantoont. Ook recent gepubliceerd onderzoek onder vertrouwenspersonen integriteitskwesties in Nederland leidt vanuit een geheel andere invalshoek tot eenzelfde conclusie.
Waakhondfunctie overheid weg door horizontaal toezicht De onderwijsinspectie heeft als uitgangspunt voor haar toezichthoudende taak wederzijds vertrouwen gekozen met een bijbehorend groot vertrouwen in het zelfregulerend vermogen van de onderwijssector. Horizontaal toezicht wordt dat genoemd, in plaats van verticaal toezicht, waarbij de laatste vorm van toezicht primair gestoeld is op de dominantie van de controle-en waakhondfunctie. Met daarbij een gezonde vorm van wantrouwen. De oorspronkelijke waakhond is een klankbord geworden. Hoe slecht horizontaal toezicht kan uitpakken bij een onderwijsinstelling is goed te zien in het dossier van de Limburgse scholenkoepel van de ongeldig verklaarde VMBO diploma’s, waar het bestuurlijk handelen en het interne toezicht ernstig te kort schoot. Met alle gevolgen voor leerlingen, ouders en medewerkers. Maar er zijn meer voorbeelden te geven.
Losser toezicht in hoger onderwijs In het hoger onderwijs gaat de onderwijsinspectie met het geven van vrijheid nog een stapje verder. In die sector controleert de inspectie alleen nog maar hoe instellingen de eigen kwaliteit controleren. De methode van de slager die zijn eigen vlees keurt is daar leidend geworden. Onwelgevallige informatie over de instellingen kan dan ook gemakkelijk achter gehouden worden. Zonder dat iemand dat hoeft te merken. Van deze wijze van toezicht houden op instellingen gaat geen enkele preventieve werking uit om er op te kunnen vertrouwen dat de kwaliteit van ons onderwijs ook daadwerkelijk goed geborgd is en blijft. De toezichthouder komt per definitie in dit systeem van horizontaal toezicht altijd te laat in actie als dat door gesignaleerde misstanden noodzakelijk blijkt te zijn. Ook dat is een les die van de VMBO-zaak geleerd kan worden. Vanuit toezichthoudend oogpunt als overheid een uiterst verwerpelijk systeem.
Vertrouwenspersonen luiden alarmklok In november jongstleden gepubliceerd onderzoek van het Huis voor de Klokkenluiders onder vertrouwenspersonen integriteitskwesties wijst uit dat een angstcultuur en weinig ruimte voor tegenspraak of kritiek veel voorkomende verschijnselen zijn in organisaties, waardoor misstanden niet worden gemeld. Een alarmerende vaststelling waarvan verwacht mag worden dat inspecties nu toch wel af zullen stappen van het systeem van horizontaal toezicht, waarbij de slager zijn eigen vlees keurt. Tot welke bizarre gevolgen dat kan leiden laat het volgende praktijkvoorbeeld goed zien. Oordeelt u zelf!
Minister vindt klankbordfunctie boven toezicht houden stellen geen probleem De ChristenUnie heeft in het najaar tot twee keer toe kritische Kamervragen gesteld over de toelaatbaarheid van bepaalde toetsingskaders (beleidsdocumenten) bij hbo-onderwijsinstellingen. Waarin het zijn van klankbord van de interne toezichthouder belangrijker wordt geacht dan het houden van toezicht op de instelling en op het bestuur. Blijkens de antwoorden van verantwoordelijk D66-minister van Engelshoven is dat geen enkel probleem. Een opmerkelijk reactie op deze Kamervragen over een toetsingskader van een instelling waar toevallig of niet, een partijgenoot van haar bestuursvoorzitter is. Die tevens lid is van de D66 fractie van de Eerste Kamer.
Onderwijsinspectie meet met twee maten Saillant detail; aanleiding voor de Kamervragen waren de bij de directeur toezicht hoger onderwijs van de onderwijsinspectie gemelde misstanden over deze instelling. Zoals de aanwezigheid van een massieve angstcultuur en ernstig tekortschietend intern toezicht op het handelen van de betrokken bestuursvoorzitter. Tot ook maar enige actie of onafhankelijk onderzoek vanuit de inspectie is het opmerkelijk genoeg nog nooit gekomen. Dit in flagrante tegenstelling tot de voortvarende aanpak in de ongeldig verklaarde VMBO diploma’s. Zou dat misschien te maken kunnen hebben met de verschillende partijkleuren van de betrokken bestuursvoorzitters/senatoren van de instellingen? En het al dan niet deelnemen van hun partij aan de coalitie?