Aan het schoolhek van de Eben-Haëzer school blijkt “dé SGP vrouw” helemaal niet te bestaan
Nieuwsuur deed afgelopen week verslag van de SGP persconferentie in Den Haag waar Partijvoorzitter Maarten van Leeuwen met stramme kaken verklaarde dat vrouwen zich vanaf nu, formeel gezien, mogen kandideren voor bestuursfuncties. Vervolgens geeft partijleider Kees van der Staaij een mooi staaltje verbaal koorddansen in het interview met de Nieuwsuur verslaggever.
Welbewust van de verwoestende kracht van “de publieke opinie” zegt hij niet dat hij vrouwen ongeschikt vindt voor bestuursfuncties, hij zegt niet dat echte SGP vrouwen zich helemaal niet zouden moeten willen kandideren en al helemaal niet dat in praktijk alles gewoon lekker bij het oude blijft. Als we terug knippen naar de Nieuwsuur studio kijken we recht in het glunderende gezicht van Mariëlle Tweebeek.
Maar wat vindt “de SGP vrouw” er zelf van? Voor de belangrijkste mening over dit onderwerp vangt de Nieuwsuur verslaggever “SGP vrouwen” op aan het schoolhek van basisschool Eben-Haëzer in Apeldoorn. Wie hoopt zich te kunnen opwinden over bekrompen, onderdrukte vrouwtjes met gekloonde meningen komt bedrogen uit. ‘Het besluit van de Hoge Raad houdt de gemoederen hier bezig.’ Stelt de verslaggever nog ter introductie van het onderwerp waarna SGP vrouw 1 doodleuk zegt dat het ze het allemaal prima vindt. Déze opmerking zou nog gelezen kunnen worden als: ‘Wij hebben schijt aan besluiten van de Hoge Raad.’ Een typisch SGP vrouw? Dat zou natuurlijk kunnen, maar aan het schoolhek van de Eben-Haëzer blijkt “de SGP vrouw” helemaal niet te bestaan.
‘SGP vrouw’ 2 heeft namelijk al een totaal andere mening en stelt: ‘Waarom ook niet? Vrouwen kunnen toch ook heel deskundig zijn?’ SGP vrouw 3 vindt de SGP de meest vrouwvriendelijke partij omdat moeders daar nog gewoon moeders mogen zijn. Ook een interessante opmerking. Vervolgens knippen we weer naar SPG vrouw 2 die een breder perspectief schetst door te zeggen: ‘Mannen zijn mannen en vrouwen zijn vrouwen, met hun eigen kwaliteiten.’ Toch vindt ze uiteindelijk dat het moet kunnen: Een vrouw in de raad. SGP vrouw 4 geeft de ontwikkeling die “de SGP vrouw” doormaakt nog het beste weer. Aanvankelijk zegt ze: ‘Als ik het een goede kandidaat vindt, dan zou het kunnen.’ Als de verslaggever doorvraagt slaat bij haar echter toch de twijfel toe. Niet omdat ze bang is voor haar man, of voor de gemeenschap, maar gewoon omdat het nu een principekwestie wordt. Ook zij sluit af met: ‘Ik heb er geen gegronde bezwaren tegen.’
De meest opvallende opmerking is van SGP vrouw Peti van Maldegem-Luiteijn. Ze stelt, zonder blikken of blozen, dat: ‘Sommige veranderingen wel een duwtje van buitenaf kunnen gebruiken. Dat was namelijk met de afschaffing van de slavernij ook zo en met de apartheidspolitiek ook.’ Naast haar zit Ries, haar man. Je ziet aan zijn bange oogjes en zijn scherpe frons dat hij zich zorgen maakt. Hij hoopt dat het niet zo vaart zal lopen met de bestuurlijke ambities van “de SGP vrouw”. ‘Ze kan als zoveel, mijn Peti.’ Zie je hem denken. Het enige waar hij, als man, nog het voorrecht op heeft is: besturen. Hoe moet dat nou straks met deze arme SGP man als Peti morgen of overmorgen het licht ziet en in een buurthuis in Apeldoorn noord, voor de volledige landelijke pers, haar campagne aftrapt?