Even leek het een ideale oplossing voor verkeer in de stad: ‘deelfietsen’ die verhuurd worden per app. Je kunt zo’n fiets oppikken en achter laten waar je maar wilt. Dat eerste was aantrekkelijk, dat laatste liep uit op een sociale ergernis. Deelfietsers lieten ‘hun’ rijwiel nogal eens asociaal achter zodat andere stadsbewoners er last van hadden.
De rage begon in China, net als Nederland bij uitstek een fietsland. Zogeheten durfinvesteerders roken geld en binnen de kortste keren was er een golf aan aanbieders. Ook in Nederland waren ze er plots, al snel volgden de klachten en bleek het systeem toch niet te werken. Het Singaporese Obike bijvoorbeeld vertrok met de noorderzon uit Nederland en liet duizenden fietsen achter voor de overheid om op te ruimen.
In China was het niet anders, daar belandden honderdduizenden fietsen op inderhaast geschapen kerkhoven van de deeleconomie. Er verschenen apocalypytisch ogende beelden van gigantische bergen ongewenste deelfietsen. Het Chinese censuurapparaat kwam in actie om de mislukking uit het zicht te werken. Niet door de fietskerkhoven op te ruimen maar door de beelden er van te weren.
De ondernemers laten zich overigens niet uit het veld slaan. Na de mislukkingen van de deelfietsen stortten ze zich op de elektrische step. In Waalwijk is in Nederland het eerste experiment van start gegaan. Er is wel lering getrokken. De steps kunnen alleen opgehaald en teruggebracht worden bij speciale stations.