De schijnpositie van D66
• 16-07-2017
• leestijd 3 minuten
© cc-foto: Sebastiaan ter Burg
De kiezer mag zich wederom klaarmaken voor verkeerde keuzes in het najaar. Misschien moeten we met elkaar toch maar eens wat principiëler worden
Een nieuw te vormen kabinet weet zich bij voorbaat verzekerd van veel kritiek. Het zal, als de maatregelen eenmaal publiek worden, vooral op afkeuring kunnen rekenen. Een grote groep kiezers zal opnieuw teleurgesteld raken in de partij aan wie dit keer de stem was toevertrouwd. De zogeheten gebroken beloftes zullen de basis zijn voor de vele commentaren, en de frustratie door het gevoel ook deze keer een foute keuze te hebben gemaakt zal weer opspelen. Zo gaat het intussen al enkele decennia, sinds de kiezer zich minder tot een vaste partij verplicht voelt en minder principiële keuzes maakt.
Even los van de proteststemmen en onderbuikkeuzes; sinds de kiezer er dus een paar decennia geleden een gewoonte van heeft gemaakt om bij verkiezingen politiek te shoppen en zich laat leiden door de voor hem of haar meest aansprekende punten uit partijprogramma’s, staat nagenoeg vast dat partijen die aan de regering deelnemen er bij voorbaat vanuit mogen gaan dat ze bij de volgende verkiezingen stemmen gaan verliezen. Met uitzondering van de VVD in 2012 hebben sedert 1998 alle regeringspartijen bij daaropvolgende verkiezingen zetels moeten inleveren. Electoraal gezien is het dus weinig aantrekkelijk om de kar te gaan trekken. Dankbaarheid bij de kiezer voor het nemen van verantwoordelijkheid valt nauwelijks te verwachten. Vraag het de PvdA.
Het PvdA debacle is er – mede – debet aan dat de formatie lang duurt. Het grote verlies van de sociaaldemocraten hangt als een zwaard van Damocles boven de onderhandelingstafel. GroenLinks zag het hangen en gaf haar onderhandelingspositie graag over aan de ChristenUnie en bracht zo D66 in een benauwde positie. Niet verwonderlijk dus dat ook Pechtold, indachtig het PvdA echec niks zag in het aanschuiven van Gert-Jan Segers en hoewel hij er nu toch aan zijn haren is bijgetrokken ziet hij dat ongetwijfeld nog steeds niet. Het zal voor D66 onmogelijk blijken in de onderhandelingen dusdanige resultaten te bereiken die voldoende het gezicht van de partij in het eindresultaat tonen. Bovendien zal er de pijn zijn van het – te verwachten – parkeren van de voor de democraten zo belangrijke ethische vraagstukken. De D66 kiezer zal dan ook, als de concept onderhandelingsresultaten doelbewust ‘naar buiten’ sijpelen, meer dan teleurgesteld zijn en de locatie waarvoor enkele dagen voor de onderhandelingen gekozen was – het Johan de Witt huis – zal symbool staan voor wat de partij gaat overkomen.
Nou is de partij wel eerder gefileerd, zoals in 1982 toen ze van 17 naar 6 zetels terugviel. Men weet bij de democraten sedert haar oprichting niet beter dan aan de jojo te hangen edoch, Pechtold zou dit keer wel eens met een grote boog om de val heen kunnen lopen. Het lijkt erop dat hij nu al bezig is argumenten te verzamelen om er voor hem en naar hij hoopt voor de kiezer geloofwaardig de brui aan te geven. Hij lijkt te beginnen met het klimaat als een struikelblok, in een poging daarmee de eigen kiezer, maar ook die van GroenLinks aan te spreken. Want waarom zou hij niet deels de rol van Klaver overnemen, vaststellende dat die zonder electorale schade (zie de laatste peilingen) kon weglopen.
Pechtold houdt nog even de schijn op, maar gaat Klaver vrijwel zeker achterna. Kwestie nog van de tijd rijp maken om in oktober of november weer de verkeerde keuzes te maken. Misschien moeten we met elkaar toch maar weer eens wat principiëler worden. Rechtsom of linksom, duidelijk is dat al dat ronddolen in partijenland ons niet veel verder brengt.