In de tweede aflevering van de Roze Revolutie wordt uitgebreid stilgestaan bij de aidsepidemie die vanaf de jaren tachtig om zich heen greep. Op steun van de overheid hoefde de homogemeenschap aanvankelijk niet te rekenen, conservatieven noemden de ziekte ‘de straf van God’ en het publiek van Sonja lachte om het verhaal van een man die aids had. De pandemie zorgde voor nieuwe stigma’s, maar daardoor ook voor meer solidariteit in de homogemeenschap.